Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

MULTIFUNTIONELE LASER (4 in 1)
MFP gebruiksaanwijzing
WorkCentre PE16

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Xerox WorkCentre PE16

  • Pagina 1 MULTIFUNTIONELE LASER (4 in 1) MFP gebruiksaanwijzing WorkCentre PE16...
  • Pagina 2 © 2003 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. • WorkCentre PE16 en het Xerox logo zijn handelsmerken van Xerox Corporation. • Centronics is een handelsmerk van Centronics Data Computer Corporation. • IBM en IBM PC zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    NHOUD AN DE SLAG Hoofdstuk 1: Uitpakken ............1.2 Geschikte plaats kiezen ........1.4 Plaats van de onderdelen ........1.5 Voorkant ............1.5 Achterkant ............. 1.6 Functies bedieningspaneel ....... 1.7 Tonercartridge plaatsen ........1.9 Papier laden ............1.11 Printerkabel aansluiten ........1.14 Apparaat aanzetten ..........
  • Pagina 4 APIER Hoofdstuk 3: Afdrukmateriaal kiezen ......... 3.2 Papierformaat, papierinvoer en capaciteit ... 3.2 Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal ..........3.3 Uitvoer kiezen ............. 3.4 Afdrukken via de frontuitvoer (Voorkant omlaag) .......... 3.5 Afdrukken via de achteruitvoer (Voorkant omhoog) ......... 3.5 Papier laden ............
  • Pagina 5 FDRUKKEN Hoofdstuk 5: Document afdrukken ..........5.2 Afdruktaak annuleren ........5.5 Favorieten gebruiken (Favorites) ...... 5.6 Help-informatie gebruiken ....... 5.6 Eigenschappen papier instellen (Papier) ....5.7 Meer pagina’s per vel afdrukken (N-Up) ............... 5.8 Document vergroten of verkleinen ......5.10 Document aan papierformaat aanpassen ....
  • Pagina 6 ROBLEMEN OPLOSSEN Hoofdstuk 8: Vastgelopen document verwijderen ......8.2 Document vastgelopen in invoer ....... 8.2 Document vastgelopen in uitvoergedeelte ..8.3 Document vastgelopen bij de rol ....... 8.3 Vastgelopen afdrukpapier verwijderen ....8.4 In het invoergedeelte ........8.4 In het uitvoergedeelte ........8.5 Bij de fuser of bij de tonercartridge ....
  • Pagina 7: Belangrijke Voorzorgen En Veiligheidsinformatie

    Belangrijke voorzorgen en veiligheidsinformatie Houd u bij gebruik van dit apparaat altijd aan de onderstaande basisinstructies om de kans op brand, elektrische schokken en persoonlijke ongelukken zo klein mogelijk te houden: 1. Zorg dat u alle instructies gelezen en begrepen hebt. 2.
  • Pagina 8: Verklaring Inzake Veiligheid Laser

    • Als het apparaat is blootgesteld aan regen of water. • Als het apparaat niet goed werkt hoewel de instructies goed zijn opgevolgd. • Als het apparaat is gevallen of wanneer de behuizing zichtbaar beschadigd is. • Als het apparaat plotseling duidelijk anders functioneert. 15.
  • Pagina 9: Veiligheid Ozonproductie

    Wel raden we u aan om het apparaat in een goed geventileerde ruimte te installeren . Als u meer wilt weten over ozon, neem dan gerust contact op met de dichtstbijzijnde Xerox dealer . Energie besparen Dit apparaat maakt gebruik van geavanceerde...
  • Pagina 10: Canadese Regelgeving M.b.t. Radiostoringen

    Canadese regelgeving m.b.t. radiostoringen Dit digitale apparaat blijft binnen de grenzen (Klasse B limieten) voor stoorsignalen vanuit digitale apparatuur zoals bepaald in de standaard voor apparatuur die storing zou kunnen veroorzaken, met de titel “Digital Apparatus”, ICES-003 van Industry and Science, Canada.
  • Pagina 11 WAARSCHUWING VOOR GEBRUIK IN DE VS: Volgens de voorschriften van de FCC (Federal Communication Commission) kunnen wijzigingen of modificaties aan dit aparaat die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant (die er zorg voor dient te dragen dat het apparaat aan de normen voldoet) ertoe leiden dat het de gebruiker niet langer is toegestaan om het apparaat te gebruiken.
  • Pagina 12: Conformiteitverklaring (Europa)

    Richtlijn 1999/5/EC telecommunicatie randapparatuur (FAX) Dit Xerox product is door Xerox gecertificeerd voor aansluiting als individueel randapparaat op analoge openbare netwerken volgens richtlijn 1999/5/EC. De ontwikkeling van het product is afgestemd op gebruik in combinatie met landelijke openbare netwerken en compatibele bedrijfstelefooncentrales binnen Europa.
  • Pagina 13: Stekker Van Het Netsnoer Vervangen (Alleen Voor Uk)

    Stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor UK) ELANGRIJK Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 Ampere en een zekering van 13 Ampere. Wanneer u de zekering vervangt, moet u een geschikt type van 13 Ampere gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de zekering weer sluiten.
  • Pagina 14 xiii...
  • Pagina 15: Aantekeningen

    ANTEKENINGEN...
  • Pagina 16: Hoofdstuk 1: Aan De Slag

    AN DE SLAG Gefeliciteerd met de aankoop van dit multifunctionele Xerox product! Deze machine kan printen, kopiëren en scannen en model WorkCentre PE16 kan ook als fax worden gebruikt. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat kunt installeren.
  • Pagina 17: Uitpakken

    Uitpakken Haal het apparaat en alle accessoires uit de doos. Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn: • Het netsnoer en het telefoonsnoer kunnen afwijken van de afbeelding, afhankelijk van het land waar het apparaat is gekocht. • De cd-rom bevat het MFP printerstuurprogramma, de gebruiksaanwijzingen en het Adobe Acrobat Reader programma.
  • Pagina 18 Verwijder zorgvuldig alle verpakkingstape van de voorkant, achterkant en zijkanten van het apparaat. Tape AN DE SLAG...
  • Pagina 19: Geschikte Plaats Kiezen

    Geschikte plaats kiezen Kies een vlakke, stabiele ondergrond met voldoende ruimte voor luchtcirculatie. Zorg ervoor dat u kleppen en magazijnen gemakkelijk kunt openen. Het apparaat moet in een ruimte staan die voldoende geventileerd is, en niet in direct zonlicht of bij een warmte- of koudebron of luchtbevochtiger.
  • Pagina 20: Plaats Van De Onderdelen

    Plaats van de onderdelen Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van het apparaat zich bevinden. Voorkant Document- Document-klep geleiders Automatische Document- documentinvoer (ADF) invoermagazijn Glasplaat Document-uitvoer Bedieningspaneel (zie pagina 1.7) Frontuitvoer (voorkant omlaag) Voorklep Uitvoersteun afdrukpapier Indicatie Papier-magazijn papiervoorraad Handinvoer AN DE SLAG...
  • Pagina 21: Achterkant

    Achterkant Achterklep Achteruitvoer (voorkant omhoog) Parallelle Aan/uit schakelaar Telefoonlijn aansluiting aansluiting Netsnoer USB aansluiting aansluiting AN DE SLAG...
  • Pagina 22: Functies Bedieningspaneel

    Functies bedieningspaneel WorkCentre PE16 Helderheid instellen voor de documenten van de huidige kopieeropdracht. Documenttype selecteren voor de huidige kopieeropdracht. Hier kunt u bijzondere kopieermogelijkheden kiezen, zoals Clone (klonen), Collation (set samenstellen), Auto fit (automatisch passend maken), 2-side (dubbelzijdig), N-up (meer pagina’s per vel) en Poster.
  • Pagina 23 Naar het startmenu teruggaan. Direct onderbreken van een bewerking. In de standby-stand kunt u hiermee de gekozen kopieerinstellingen laten vervallen, zoals contrast, image (beeld), kopieerformaat en aantal kopieën. Opdracht starten. Een nummer draaien of cijfers, letters en bijzondere tekens intoetsen. Resolutie aanpassen van de documenten van de huidige faxopdracht.
  • Pagina 24: Tonercartridge Plaatsen

    Tonercartridge plaatsen Open de voorklep. Haal de tonercartridge (beginvoorraad) uit de verpakking. Schud de cartridge een paar keer heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen. Door goed te schudden haalt u de meeste afdrukken uit de cartridge. Schuif de tonercartridge in het apparaat tot hij goed op zijn plaats klikt.
  • Pagina 25 Sluit de voorklep. NB: Wanneer de tonercartridge vervangen moet worden, gaat de indicatie aan en verschijnt de tekst “Toner Empty” in het display. Zie voor vervangen van de tonercartridge pagina 7.8. 1.10 AN DE SLAG...
  • Pagina 26: Papier Laden

    Papier laden Het magazijn heeft ruimte voor maximaal 250 vel blanco papier (75 g/m ). Kopieën en faxen kunt u alleen afdrukken op de papierformaten A4, Kwarto/Letter en Legal. Voor het afdrukken van gegevens uit de computer kunt u een groot aantal papierformaten gebruiken.
  • Pagina 27 Doe de stapel afdrukpapier in het magazijn. Als u een ander papierformaat wilt laden, moet u de papiergeleiders instellen. Zie voor meer informatie pagina 1.13. Controleer of het papier niet boven de maximummarkering links in het magazijn uitkomt. Als u teveel papier in het magazijn doet, kan het papier vastlopen.
  • Pagina 28 ormaat van het papier in het magazijn wijzigen Als u langere papierformaten wilt invoeren, zoals A4 of papier van het formaat Legal, moet u de papiergeleiders verstellen, zodat het papierplateau wordt verlengd. Door de vergrendeling van de geleider in te drukken en los te laten, kunt u de papierlengtegeleider volledig uitschuiven, zodat de volledige lengte van het papiermagazijn kan worden gebruikt.
  • Pagina 29: Printerkabel Aansluiten

    • Zorg ervoor dat de breedtegeleider niet zo strak tegen het afdrukmateriaal aan zit dat het bol gaat staan. • Als u de breedtegeleider niet instelt, kan het papier vastlopen. Printerkabel aansluiten Doe het meegeleverde telefoonsnoer in de LINE aansluiting van het apparaat en sluit de andere kant van het snoer aan op het telefoonstopcontact.
  • Pagina 30 Duw de metalen clipjes omlaag, zodat de kabel goed vastzit. ➜ Naar de parallelle aansluiting van uw computer Als u het apparaat met de USB aansluiting van de computer wilt verbinden,Sluit de meegeleverde, met USB 1.1 compatibele, kabel aan op de USB-aansluiting op uw machine. ➜...
  • Pagina 31: Apparaat Aanzetten

    Apparaat aanzetten Sluit het netsnoer aan op de AC aansluiting aan de achterkant van het apparaat en doe de stekker in een geaard stopcontact. Druk op de aan/uit schakelaar om het apparaat aan te zetten. De melding “Warming Up Please Wait” (opwarmen, een ogenblik a.u.b) verschijnt in het display.
  • Pagina 32: Het Land En De Taal Instellen

    Druk een paar keer op de Menu toets tot op de bovenste regel van het display de tekst “Machine Setup” verschijnt. Bij de WorkCentre PE16 drukt u op de pijltjestoets ( ¦ of ‹ ) totdat “Language” op de onderste regel van het display wordt aangegeven.
  • Pagina 33: Formaat En Type Papier Instellen

    Formaat en type papier instellen Nadat u ander afdrukpapier in het papiermagazijn hebt gedaan, moet u het betreffende formaat en type instellen met de toetsen op het bedieningspaneel. Deze instellingen hebben betrekking op kopiëren. Voor afdrukken vanuit een computer kunt u het papierformaat en papiertype invullen in het afdrukvenster van uw programma.
  • Pagina 34: Spaarstanden

    Spaarstanden Toner spaarstand (Toner Save) In de toner spaarstand beperkt het apparaat de hoeveelheid toner per afgedrukte pagina. Zo gaat uw tonercartridge langer mee; dit gaat overigens ten koste van de afdrukkwaliteit. Om de toner spaarstand aan of uit te zetten, drukt u op Toner Save.
  • Pagina 35: Energie Spaarstand Scanner (Ccd Power Save)

    Energie spaarstand scanner (CCD Power Save) De lamp van de scanner onder de glasplaat gaat automatisch uit wanneer hij niet in gebruik is, om het energiegebruik te beperken en de levensduur van de lamp te verlengen. De lamp gaat automatisch aan wanneer u een scanopdracht start en is na een korte opwarmtijd klaar voor gebruik.
  • Pagina 36: Hoofdstuk 2: Software Installeren

    OFTWARE INSTALLEREN Dit hoofdstuk bevat informatie over het installeren van de meegeleverde Samsung software. Voordat u het apparaat als printer of scanner kunt gebruiken, moet u eerst de Samsung software installeren. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Eigenschappen van het printerstuurprogramma •...
  • Pagina 37: Eigenschappen Van Het Printerstuurprogramma

    Eigenschappen van het printerstuurprogramma De stuurprogramma’s van uw printer ondersteunen de volgende standaardfuncties: • Invoer selecteren • Papierformaat, oriëntatie (afdrukrichting) en papiertype • Aantal exemplaren Onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de mogelijkheden die door de stuurprogramma’s worden ondersteund: Functie Win9x/Me Win2000/XP...
  • Pagina 38: Systeemeisen

    Systeemeisen Voordat u begint, moet u kijken of uw computer aan de volgende minimum eisen voldoet: Ondersteunde besturingssystemen • Windows 95 OSR2 • Windows 98/Windows 98 SE • Windows Me • Windows NT 4 Workstation of Server met Service Pack 3 •...
  • Pagina 39: De Software Installeren In Windows

    Als de stuurprogramma's en de overige software worden geïnstalleerd, kunt u afdrukken via de PC. Zorg dat het WorkCentre PE16 is ingeschakeld en aangesloten op de parallelle poort of de USB-poort van de computer voordat u de software vanaf de cd installeert.
  • Pagina 40 Selecteer [OK]. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie van de software te voltooien. Note: Zie het hoofdstuk "Afdrukken" in deze handleiding voor meer informatie over afdrukken. Start de PC opnieuw op nadat u de software hebt geïnstalleerd. Bij Windows 95/98 moet de cd uit het station worden verwijderd nadat de PC opnieuw wordt opgestart.
  • Pagina 41: Aantekeningen

    ANTEKENINGEN OFTWARE INSTALLEREN...
  • Pagina 42: Hoofdstuk 3: Apier

    APIER In dit hoofdstuk vindt u basisinformatie over het kiezen van de afdrukmaterialen voor dit apparaat en leest u hoe u het magazijn op de juiste wijze vult. Dit hoofdstuk bevat de volgende onderwerpen: • Afdrukmateriaal kiezen • Uitvoer kiezen •...
  • Pagina 43: Afdrukmateriaal Kiezen

    Afdrukmateriaal kiezen Gebruik uitsluitend afdrukmaterialen die voldoen aan de richtlijnen voor dit apparaat. Als u niet aanbevolen afdrukmaterialen gebruikt, kan het papier vastlopen of krijgt u problemen met de afdrukkwaliteit. Papierformaat, papierinvoer en capaciteit Invoer/capaciteit Afmetingen (mm) Papier Handinvoer magazijn Blanco papier Letter, kwarto (215,9 x 279) JA/250...
  • Pagina 44: Richtlijnen Voor Papier En Speciaal Afdrukmateriaal

    Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Houd bij het kiezen en laden van papier, enveloppen of afwijkende materialen de volgende richtlijnen in gedachten: • Afdrukken op vochtig, gekruld, gekreukt of gescheurd papier kan resulteren in vastlopen van het papier en een lage afdrukkwaliteit.
  • Pagina 45: Uitvoer Kiezen

    • Let op dat het zelfklevende materiaal van uw etiketten bestand is tegen de fixeertemperatuur van 200 oC gedurende 0,1 seconde. • Let op dat er geen zelfklevend materiaal bloot ligt tussen de etiketten. Hierdoor kunnen de etiketten tijdens het afdrukken losraken en loopt het vel etiketten vast.
  • Pagina 46: Afdrukken Via De Frontuitvoer (Voorkant Omlaag)

    Afdrukken via de frontuitvoer (Voorkant omlaag) De frontuitvoer verzamelt het papier met de voorkant omlaag en in de juiste volgorde. U kunt de frontuitvoer voor de meeste afdruktaken gebruiken. Afdrukken via de achteruitvoer (Voorkant omhoog) Als de achteruitvoer is geopend, worden de afgedrukte vellen altijd via deze uitvoer uitgevoerd, met de voorkant omhoog.
  • Pagina 47: Papier Laden

    Zo opent u de achteruitvoer: Open de achterklep door hem omhoog te trekken. : De fixeereenheid achter in het apparaat is heet wanneer ET OP het aan staat. Kijk uit dat u zich niet brandt wanneer de achteruitvoer over staat. Als u niet wilt dat de uitgevoerde afdrukken op een stapel achter de achteruitvoer komen, sluit dan de achteruitvoer.
  • Pagina 48 De papierindicatie aan de voorkant van het magazijn geeft aan hoeveel papier het magazijn nog bevat. Wanneer het magazijn leeg is, staat de indicatie lager . Magazijn vol ‹ ¦ Magazijn leeg Om papier te laden, trekt u het papiermagazijn open en doet u het papier met de te bedrukken kant omlaag in het magazijn.
  • Pagina 49: Afdrukken Via De Handinvoer

    • Als het invoeren van afdrukpapier problemen geeft, doe het papier dan in de handinvoer. • U kunt maximaal 150 vel papier invoeren waarop al eerder is afgedrukt. Laad het papier met de bedrukte kant omhoog en de niet gekrulde kant naar de printer gericht.
  • Pagina 50 Houd transparanten bij de rand vast en raak de te bedrukken kant niet aan. Vingerafdrukken geven problemen met de afdrukkwaliteit. : Maak altijd de achteruitvoer open wanneer u op OORZICHTIG transparanten afdrukt. Hiermee voorkomt u dat de transparanten bij het uitvoeren scheuren. Een envelop voert u in met de klep omlaag en de plaats voor de postzegel linksboven.
  • Pagina 51: Papiertype En Papierformaat Instellen Voor De Handinvoer

    Open de achterklep om gebruik te maken van de achteruitvoer. Na het afdrukken sluit u de achteruitvoer. Papiertype en papierformaat instellen voor de handinvoer Nadat u papier in de handinvoer hebt gedaan, moet u het juiste papiertype en papierformaat instellen via het bedieningspaneel. Deze instellingen hebben betrekking op kopiëren.
  • Pagina 52: Hoofdstuk 4: Kopiëren

    OPIËREN In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u documenten kunt kopiëren. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Papier laden om te kopiëren • Kopiëren via de glasplaat • Kopiëren via de ADF (automatische documentinvoer) •...
  • Pagina 53: Papier Laden Om Te Kopiëren

    Papier laden om te kopiëren U kunt een document kopiëren op papier van het formaat A4, Letter/Kwarto of Legal. Voor het vullen van het papiermagazijn gelden altijd dezelfde instructies. Het maakt daarbij niet uit of u wilt printen, faxen of kopiëren.
  • Pagina 54 NB: Let er bij model WorkCentre PE16 op dat er geen andere documenten in de ADF zitten (Automatic Document Feeder, automatische documentinvoer). Documenten in de ADF hebben voorrang op documenten op de glasplaat. Sluit de documentklep. • Als u tijdens het kopiëren de klep openlaat, kan de kwaliteit van de kopie achteruitgaan en wordt er ook meer toner gebruikt.
  • Pagina 55: Kopiëren Via De Adf (Automatische Documentinvoer)

    Kopiëren via de ADF (automatische documentinvoer) In de ADF (automatische documentinvoer, Automatic Document Feeder) kunt u tot 30 documenten tegelijk laden (75 g/m Bij gebruik van de ADF: • Laad geen documenten die kleiner zijn dan 142 x 148 mm of groter dan 216 x 356 mm .
  • Pagina 56 Zorg ervoor dat het papierformaat van invoermagazijn overeenkomt met de onderkant van de stapel documenten. Pas desgewenst met de toetsen op het bedieningspaneel de kopieerinstellingen aan, zoals het aantal exemplaren, kopieformaat, contrast en type afbeelding. Zie “Kopieerinstellingen veranderen” op pagina 4.6. Als u de instellingen wilt wissen, druk dan op de Stop/ Clear toets.
  • Pagina 57: Kopieerinstellingen Veranderen

    Kopieerinstellingen veranderen Met behulp van de toetsen van het bedieningspaneel kunt u alle belangrijke kopieerinstellingen aanpassen: contrast, type afbeelding (image), kopieformaat (copy size) en aantal kopieën (no. of copy). Voordat u uw kopieeropdracht start door op Start Copy of Start Copy/Fax te drukken, kunt u deze instellingen desgewenst als volgt wijzigen: NB : Als u op Stop/Clear drukt terwijl u de kopieerinstellingen aan het veranderen bent, vervallen alle instellingen die u voor...
  • Pagina 58: Verkleinen/Vergroten Tijdens Kopiëren (Reduce/Enlarge)

    Door de toets ingedrukt te houden, kunt u snel naar het gewenste nummer bladeren. Bij de WorkCentre PE16 kunt u de waarde via de cijfertoetsen ingeven. Druk op Enter om uw keuze op te slaan.
  • Pagina 59: Aantal Kopieën (No. Of Copy)

    Door de toets ingedrukt te houden, kunt u snel naar het gewenste nummer bladeren. Bij de WorkCentre PE16 kunt u de waarde via de cijfertoetsen ingeven. Druk op Enter om het aantal vast te leggen.
  • Pagina 60: Kopie Automatisch Passend Maken (Auto Fit)

    Deze bijzondere functie kan alleen worden gebruikt wanneer u het document via de glasplaat kopieert. Bij model WorkCentre PE16 werkt deze functie niet als de ADF een document bevat. Leg het te kopiëren document op de glasplaat en sluit de klep.
  • Pagina 61: Set Kopiëren (Collation)

    Wijzig zo nodig met de toetsen van het bedieningspaneel de kopieerinstellingen, zoals het aantal kopieën, contrast en type afbeelding. Zie “Kopieerinstellingen veranderen” op pagina 4.6. NB: U kunt het kopieformaat niet veranderen met de Reduce/ Enlarge toets wanneer de Clone kopieerfunctie aan staat. Druk op Start Copy of Start Copy/Fax om te beginnen met kopiëren.
  • Pagina 62: Dubbelzijdig Kopiëren (2-Side)

    Deze bijzondere functie kan alleen worden gebruikt wanneer u het document via de glasplaat kopieert. Bij model WorkCentre PE16 werkt deze functie niet als de ADF een document bevat. Leg het te kopiëren document op de glasplaat en sluit de klep.
  • Pagina 63: Of 4 Verkleinde Originelen Per Vel (2-Up Of 4-Up)

    2 of 4 verkleinde originelen per vel (2-up of 4-up) De 2/4-up functie is alleen beschikbaar wanneer u documenten invoert via de ADF. Doe de te kopiëren documenten in de ADF. Druk op Special. œ¤2-up kopie Druk een paar keer op Special of een pijltjestoets ( √ of ® ) tot op de onderste regel de tekst “2-Up”...
  • Pagina 64: Standaard Kopieerinstellingen Wijzigen (Copy Setup)

    Wijzig zo nodig met de toetsen van het bedieningspaneel de kopieerinstellingen, zoals het aantal kopieën, contrast en type afbeelding. Zie “Kopieerinstellingen veranderen” op pagina 4.6. NB: U kunt het kopieformaat niet veranderen met de Reduce/ Enlarge toets wanneer de Poster kopieerfunctie aan staat. Druk op Start Copy of Start Copy/Fax om te beginnen met kopiëren.
  • Pagina 65: Instellen Time-Out

    Druk op Enter om de instelling vast te leggen. Herhaal de stappen 3 t/m 6 tot u klaar bent. Om naar de standby-stand terug te gaan, drukt u op Stop/ Clear. NB: Als u op Stop/Clear drukt terwijl u de instellingen aan het wijzigen bent, vervallen al uw wijzigingen en worden de fabrieksinstellingen weer van kracht.
  • Pagina 66: Hoofdstuk 5: Afdrukken

    FDRUKKEN In dit hoofdstuk leest u hoe u documenten kunt afdrukken met uw Windows programma’s en hoe u daarbij de printerinstellingen kunt aanpassen. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Document afdrukken • Eigenschappen papier instellen (Papier) • Meer pagina’s per vel afdrukken (N-Up) •...
  • Pagina 67: Document Afdrukken

    Ziet u in uw venster Instellingen, Printer of Opties, klik dan daarop en in het volgende scherm op Eigenschappen. Vervolgens wordt het venster Eigenschappen van de Xerox WorkCentre PE16 getoond. Dit venster geeft toegang tot alle instellingen en informatie die u nodig hebt om uw FDRUKKEN...
  • Pagina 68 document te kunnen afdrukken. Het eerst tabblad dat wordt getoond is het tabblad Layout. Hier ziet u een afdrukvoorbeeld met de door u gekozen instellingen Selecteer desgewenst de optie Oriëntatie. Hier kunt u aangeven in welke richting de informatie op de pagina moet worden afgedrukt.
  • Pagina 69 2. Werkt u met Windows 95/98/Me/NT 4.0/2000, selecteer dan eerst Instellingen en daarna Printers. Bij Windows XP kiest u Printers en faxapparaten. 3. Selecteer de Xerox WorkCentre PE16 printer. (Als de map Printers verschijnt, moet u dubbelklikken op het Xerox WorkCentre PE16 pictogram.) 4.
  • Pagina 70: Afdruktaak Annuleren

    Klik op Start in de Windows taakbalk en selecteer Instellingen. Selecteer Printers of Printers en faxapparaten en vervolgens Xerox WorkCentre PE16. (Als de map Printers verschijnt, moet u dubbelklikken op het Xerox WorkCentre PE16 pictogram.) Selecteer in het Document menu Afdrukken annuleren (Windows 9x/Me) of Annuleren (Windows NT 4.0/2000/XP).
  • Pagina 71: Favorieten Gebruiken (Favorites)

    Favorieten gebruiken (Favorites) Met behulp van de optie Favorieten die op ieder Eigenschappen tabblad aanwezig is, kunt u de huidige instellingen opslaan voor toekomstig gebruik. Zo voegt u een instelling toe aan uw favorieten: Pas de instellingen op ieder tabblad aan uw wensen aan. Geef in het invoervenster Favorieten een naam aan deze instellingen.
  • Pagina 72: Eigenschappen Papier Instellen (Papier)

    Eigenschappen papier instellen (Papier) Met de hieronder beschreven instellingen in het venster Eigenschappen of Voorkeursinstellingen van de printer regelt u de papierafhandeling. Zie pagina 5.2 voor informatie over dit venster. Klik op tabblad Papier. U ziet nu de diverse papier- eigenschappen van de printer.
  • Pagina 73: Meer Pagina's Per Vel Afdrukken (N-Up)

    Eigenschap Beschrijving Zorg ervoor dat bij Invoer het juiste Invoer papiermagazijn is gekozen. Selecteer Handinvoer wanneer u op speciaal afdrukmateriaal wilt afdrukken. Daarbij kunt u via de handinvoer slechts één vel tegelijk invoeren. Zie pagina 3.8. Als bij Source Automatisch is geselecteerd, kiest de printer eerst voor de handinvoer en vervolgens voor het papiermagazijn.
  • Pagina 74 Selecteer in de keuzelijst Pagina’s per vel het aantal pagina’s dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 9 of 16). Selecteer zo nodig in de keuzelijst Afdrukvolgorde de gewenste volgorde van de pagina’s. Links, dan Omlaag, dan Omlaag, dan Rechts, dan omlaag links...
  • Pagina 75: Document Vergroten Of Verkleinen

    Document vergroten of verkleinen U kunt de pagina’s van uw afdruktaak kleiner of groter laten afdrukken. Open in uw programma de afdrukinstellingen en ga naar het venster Eigenschappen van de printer. Zie pagina 5.2. Ga naar tabblad Layout en selecteer verkleinen/ vergroten in de Type keuzelijst.
  • Pagina 76: Document Aan Papierformaat Aanpassen

    Document aan papierformaat aanpassen Met deze functie maakt het apparaat de afdruktaak passend voor het gekozen papierformaat. Daarbij maakt het niet uit wat de digitale afmetingen van het document zijn. Dit kan nuttig zijn wanneer u de details van een klein document wilt bekijken. Open in uw programma de afdrukinstellingen en ga naar het venster Eigenschappen van de printer.
  • Pagina 77: Poster Afdrukken

    Poster afdrukken U kunt een pagina desgewenst verdeeld over 4, 9 of 16 vellen afdrukken. U kunt deze vellen aan elkaar plakken om er zo een poster van te maken. Open in uw programma de afdrukinstellingen en ga naar het venster Eigenschappen van de printer. Zie pagina 5.2. Ga naar tabblad Layout en selecteer Poster afdrukken in de Type keuzelijst.
  • Pagina 78: Watermerk Afdrukken

    Om de poster eenvoudiger aan elkaar te kunnen plakken, kunt u een overlap (in mm of inch) ingeven. 2 mm 2 mm Klik op het tabblad Papier en selecteer papierinvoer, papierformaat en papiertype. Klik op OK en druk het document af. Maak de poster af door de vellen aan elkaar te plakken.
  • Pagina 79: Nieuw Watermerk Maken

    Nieuw watermerk maken Open in uw programma de afdrukinstellingen en ga naar het venster Eigenschappen van de printer. Zie pagina 5.2. Klik op tabblad Extra en vervolgens in het Watermark gedeelte op de knop Bewerken. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. In het invoervenster Tekst in watermerk geeft u de tekst in die u als watermerk wilt afdrukken.
  • Pagina 80: Watermerk Bewerken

    Watermerk bewerken Open in uw programma de afdrukinstellingen en ga naar het venster Eigenschappen van de printer. Zie pagina 5.2. Klik op tabblad Extra en vervolgens in het Watermark gedeelte op de knop Bewerken. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. Selecteer het watermerk dat u wilt bewerken in de keuzelijst Huidige watermerken en pas de tekst en andere opties aan.
  • Pagina 81: Overlay Afdrukken

    Overlay afdrukken Wat is een overlay? Een overlay is een tekst of afbeelding die in een speciaal formaat op de harde schijf van uw computer is opgeslagen en die u over ieder gewenst document kunt afdrukken. Overlays worden vaak Dear ABC gebruikt in plaats van voorbedrukt briefpapier of formulieren.
  • Pagina 82 In het venster Overlays bewerken klikt u op Nieuwe overlay maken. In het venster Nieuwe overlay maken geeft u in het invoerveld Bestandsnaam een naam van maximaal 8 posities in. Selecteer eventueel het pad naar de bestemming (standaard is dit C:\Formover). Klik op Opslaan.
  • Pagina 83: Overlay Gebruiken

    Overlay gebruiken Nadat u een overlay hebt samengesteld, kunt u deze met uw document afdrukken. Dit doet u als volgt: Open een document dat u wilt afdrukken of maak een nieuw document aan. Open in uw programma de afdrukinstellingen en ga naar het venster Eigenschappen van de printer.
  • Pagina 84: Overlay Verwijderen

    Klik eventueel op Overlay bevestigen voor afdrukken. Als dit vakje is aangekruist, wordt voor ieder document opnieuw een bevestiging gevraagd of u de overlay wilt afdrukken. Als u in dat geval Yes (Ja) antwoordt, wordt de geselecteerde overlay bij uw document afgedrukt. Als u No (Nee) antwoordt, wordt geen overlay afgedrukt.
  • Pagina 85: Grafische Eigenschappen Instellen

    Grafische eigenschappen instellen Met behulp van de volgende grafische instellingen regelt u de afdrukkwaliteit. Zie pagina 5.2 voor meer informatie over het venster Eigenschappen van de printer. Klik op het tabblad Grafisch om het onderstaande venster te openen. Eigenschap Beschrijving U kunt een afdrukresolutie kiezen van 600 dpi (Normaal) of 300 dpi (concept).
  • Pagina 86 Eigenschap Beschrijving U kunt de geavanceerde opties wijzigen door Geavancee op de knop Geavanceerde keuzes te rde keuzes klikken. Tonerdichtheid Gebruik deze optie om de afdruk donkerder of lichter te maken. • Normaal: Dit is de instelling voor normale documenten. •...
  • Pagina 87: Printer Delen Met Andere Computers

    Eigenschap Beschrijving Geavancee Geavanceerde keuzes rde keuzes Hier regelt u wat het stuurprogramma aan de printer doorgeeft over de weergave van tekst in uw document. Pas deze opties eventueel aan uw document aan. : Als deze • Als bitmap in printer laden optie gekozen is, laadt het stuurprogramma de lettertypes als bitmap afbeeldingen in de printer.
  • Pagina 88: Onder Windows Nt 4.0/2000/Xp

    Klik op Start, selecteer Instellingen en vervolgens Printers. Dubbelklik op de printer. Selecteer Eigenschappen in het menu Printer. Klik op tabblad Delen en kruis het vakje Delen als aan. Toets de Sharenaam in waarmee u de printer binnen het netwerk wilt aanduiden en klik op OK. Instellen als client computer Klik met de rechter muisknop op Start en selecteer Verkennen.
  • Pagina 89 Bij Windows NT 4.0 kruist u het vakje Gedeeld aan. Bij Windows 2000 kruist u het vakje Gedeeld als aan. Bij Windows XP kruist u het vakje Deze printer delen: aan. Bij Windows NT 4.0 vult u de Sharenaam in en klikt u op OK.
  • Pagina 90: Hoofdstuk 6: Scannen

    CANNEN In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Het TWAIN-scannerprogramma • De scanprocedure...
  • Pagina 91: Het Twain-Scannerprogramma

    U kunt de toepassing PaperPort gebruiken als een alternatieve methode voor het maken van een kleurenscan. PaperPort is een geavanceerd softwareprogramma dat deel uitmaakt van het WorkCentre PE16. Gebruikers kunnen met behulp van deze software gescande afbeeldingen en illustraties converteren naar verschillende indelingen.
  • Pagina 92: De Scanprocedure

    De scanprocedure Deze instructies verschaffen een nadere uitleg over geavanceerde scantaken met een scannertoepassing die compatibel is met TWAIN. NB : Raadpleeg de documentatie die is meegeleverd door de fabrikant van de toepassing voor informatie over het scannen en over het openen van afbeeldingen. De brondocumenten invoeren Automatic Document Feeder (ADF): Verwijder alle nietjes en paperclips voordat u een...
  • Pagina 93: De Scannertoepassing Uitvoeren

    Documentglas: NB : Zorg dat er zich geen documenten in de ADF bevinden als u het documentglas wilt gebruiken. Zorg dat u de ADF sluit als de scantaak is voltooid. Plaats de ADF of het deksel omhoog en plaats het brondocument op het documentglas met de kant die u wilt scannen naar beneden gericht.
  • Pagina 94: Hoofdstuk 7: Onderhoud

    NDERHOUD In dit hoofdstuk kunt u lezen wat de beste manier is om de tonercartridge en het gehele apparaat te onderhouden. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Geheugen wissen • Reinigen • Onderhoud tonercartridge • Verbruiksartikelen en te vervangen onderdelen...
  • Pagina 95: Geheugen Wissen

    Geheugen wissen U kunt kiezen welk gedeelte van de informatie in het geheugen van het apparaat u wilt wissen. Druk een paar keer op Menu op het bedieningspaneel tot op de bovenste regel van het display de tekst “Maintenance” (Onderhoud) verschijnt. Ga met een pijltjestoets ( ¦...
  • Pagina 96: Reinigen

    Om naar de standby-stand terug te gaan, drukt u op Stop/ Clear. Reinigen Voor een goede afdrukkwaliteit is het van belang de printer goed schoon te houden door onderstaande instructies op te volgen. Doe dit iedere keer als u de tonercartridge vervangt of als de afdrukkwaliteit achteruit gaat.
  • Pagina 97 Open de voorklep en verwijder de tonercartridge terwijl u deze een stukje omlaag duwt. Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercartridge. : Stel de cartridge niet langer dan een paar minuten ET OP bloot aan licht.
  • Pagina 98: Scanner Reinigen

    Scanner reinigen U krijgt de beste kopieën wanneer u ervoor zorgt dat de scanner goed schoon is. We raden u aan om de scanner aan het begin van de dag schoon te maken. Herhaal dit zo nodig in de loop van de dag.
  • Pagina 99: Onderhoud Tonercartridge

    Onderhoud tonercartridge Bewaren tonercartridge Houd u voor de beste resultaten aan de volgende richtlijnen: • Haal de tonercartridge pas uit de verpakking op het moment dat u deze gaat gebruiken. • Vul tonercartridges niet bij. Schade aan het apparaat die het gevolg is van een bijgevulde cartridge, valt niet onder de garantie.
  • Pagina 100: Toner Opnieuw Verdelen

    Toner opnieuw verdelen Wanneer de toner bijna op is, worden gedeelten van uw document vaag of lichter afgedrukt. In het display verschijnt de waarschuwing “Toner Low.” U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner beter te verdelen. Open de voorklep. Haal de tonercartridge uit het apparaat en schud hem rustig heen en weer om de toner in de cartridge beter te verdelen.
  • Pagina 101: Tonercartridge Vervangen

    Tonercartridge vervangen Als de tonercartridge geheel leeg is, komen er blanco pagina’s uit het apparaat wanneer er een faxbericht wordt ontvangen of als er een afdrukopdracht wordt uitgevoerd. Dit betekent dat de tonercartridge moet worden vervangen. In het display verschijnt de melding “Toner Empty” (Toner op) en op het bedieningspaneel gaat de indicatie aan.
  • Pagina 102 Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking en schud hem rustig vier of vijf keer heen en weer om de toner goed over de cartridge te verdelen. Bewaar het verpakkingsmateriaal. Schuif de tonercartridge in het apparaat tot hij op zijn plaats klikt.
  • Pagina 103: Tonermelding Instellen (Notify Toner)

    Tonermelding instellen (Notify Toner) Als u de Notify Toner instelling aanzet (“On”) stuurt het apparaat wanneer de cartridge leeg is automatisch een fax naar uw servicebedrijf of dealer om door te geven dat uw apparaat een nieuwe tonercartridge nodig heeft. Het betreffende faxnummer wordt bij aanschaf ingesteld door de leverancier.
  • Pagina 104: Verbruiksartikelen En Te Vervangen Onderdelen

    Fixeereenheid (fuser) 60.000 Voor de aanschaf van verbruiksartikelen en nieuwe onderdelen kunt u terecht bij een Xerox dealer of de winkel waar het apparaat is aangeschaft. Wij adviseren u nadrukkelijk om de genoemde onderdelen door een ervaren technicus te laten vervangen.
  • Pagina 105: Aantekeningen

    ANTEKENINGEN 7.12 NDERHOUD...
  • Pagina 106: Problemen Oplossen

    ROBLEMEN OPLOSSEN In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Vastgelopen document verwijderen • Vastgelopen afdrukpapier verwijderen • Foutmeldingen oplossen • Problemen oplossen...
  • Pagina 107: Vastgelopen Document Verwijderen

    Vastgelopen document verwijderen Als er een document vastloopt terwijl het wordt ingevoerd door de ADF automatische documentinvoer, verschijnt de melding “Document Jam” (Document vastgelopen) in het display. Document vastgelopen in invoer Haal de overige documenten uit de ADF. Open de bovenklep van de ADF. Draai de clip aan het uiteinde van de ADF rol in de richting van de ADF ( ) en verwijder de rol uit de houder (...
  • Pagina 108: Document Vastgelopen In Uitvoergedeelte

    Document vastgelopen in uitvoergedeelte Haal de overige documenten uit de ADF. Open de documentklep en draai aan de knop om de vastgelopen documenten uit de documentuitvoer te verwijderen. Sluit de documentklep en doe de documenten weer in de ADF. Document vastgelopen bij de rol Haal de overige documenten uit de ADF.
  • Pagina 109: Vastgelopen Afdrukpapier Verwijderen

    Vastgelopen afdrukpapier verwijderen Als het afdrukpapier vastloopt, verschijnt de melding “Paper Jam” (Papier vastgelopen) in het display. Kijk in de onderstaande tabel waar het papier is vastgelopen en verwijder het vastgelopen papier. Melding Plaats Paper Jam 0 In het invoergedeelte hieronder Bij de handinvoer pag.
  • Pagina 110: In Het Uitvoergedeelte

    Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig recht naar buiten te trekken. Als u enige weerstand voelt en het papier niet beweegt wanneer u eraan trekt, of als u op deze plaats geen vastgelopen papier ziet, gaat u verder naar het gedeelte bij de fuser en de tonercartridge;...
  • Pagina 111 Trek het papier voorzichtig uit de frontuitvoer. Als dit lukt, gaat u verder met stap 6. Als u enige weerstand voelt en het papier niet beweegt wanneer u eraan trekt, of als u gaan papier ziet in de frontuitvoer, open dan de achterklep. Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig recht naar buiten te trekken.
  • Pagina 112: Bij De Fuser Of Bij De Tonercartridge

    Sluit de achterklep. Open en sluit de voorklep om verder te gaan met afdrukken. Bij de fuser of bij de tonercartridge NB: De omgeving van de fixeereenheid (fuser) is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. Open de voorklep en trek de tonercartridge naar buiten terwijl u hem een stukje omlaag duwt.
  • Pagina 113: In De Handinvoer

    Zet de tonercartridge terug en sluit de voorklep. Het afdrukken wordt automatisch voortgezet. In de handinvoer De melding “Paper Jam0”, “Paper Jam1” verschijnt in het display wanneer u probeert af te drukken op papier uit de handinvoer en het apparaat geen papier detecteert omdat dit niet of niet juist is ingevoerd.
  • Pagina 114: Tips Om Te Voorkomen Dat Papier Vastloopt Bij Het Afdrukken Op A5-Papier

    Open de lade en laad het papier zoals aangegeven in onderstaande illustratie. Open het venster Eigenschappen van de Xerox WorkCentre PE16 en stel in tabblad Paper het papierformaat in op A5 (148x210 mm). Stel in tabblad Layout bij Oriëntatie de optie Draaien in op 90º.
  • Pagina 115: Tips Om Vastlopen Van Papier Te Voorkomen

    Tips om vastlopen van papier te voorkomen De meeste problemen kunnen worden voorkomen door het juiste type papier te kiezen. Als het papier toch vastloopt, volgt u de stappen zoals genoemd in “Vastgelopen afdrukpapier verwijderen” op pagina 8.4. • Volg de aanwijzingen onder “Papier laden” op pagina 1.11. Zorg ervoor dat de papiergeleiders goed zijn ingesteld.
  • Pagina 116: Foutmeldingen Oplossen

    Foutmeldingen oplossen Melding Betekenis Doe het volgende... Het geheugen van het Om de faxopdracht te annuleren, apparaat is volgeraakt 1 (Yes/Ja). drukt u op de toets tijdens het opslaan van een Als u de al gescande pagina’s wilt Cancel ? document.
  • Pagina 117 Melding Betekenis Doe het volgende... Tonercartridge niet ge- Plaats een door Xerox goedgekeurde Invalid schikt voor dit apparaat. tonercartridge die geschikt is voor dit Cartridge apparaat. De andere fax neemt niet op Probeer het over een paar minuten Line Busy of de lijn is bezet.
  • Pagina 118 Melding Betekenis Doe het volgende... U probeert een document Kijk in het display of er een aan een uitgesteld uitgesteld bericht klaar staat. Operation Not faxbericht toe te voegen of Voorbeeld: als het apparaat in de Assigned een uitgesteld bericht te standby-stand staat, geeft het (bewerking niet annuleren terwijl er geen...
  • Pagina 119: Problemen Oplossen

    Problemen oplossen In het onderstaande overzicht vindt u mogelijke problemen en oplossingen. Probeer de oplossingen in de aangegeven volgorde tot het probleem voorbij is. Als het probleem toch blijft terugkomen, neem dan contact op met een service center. Papierinvoer problemen Situatie Doe het volgende...
  • Pagina 120: Afdrukproblemen

    • Hebt u papier geladen? • Is er wel een tonercartridge geplaatst? Bij een systeemfout adviseren wij u contact op te nemen met een Xerox service center De kabel naar de Maak de kabel los en sluit hem opnieuw aan. computer is niet goed...
  • Pagina 121 Printers. Klik met de rechter muisknop op juist. Xerox het pictogram van de WorkCentre PE16 en selecteer Eigenschappen. Klik op tabblad Details en selecteer de knop Spool instellingen. Selecteer de gewenste spool-instelling De helft van de Bij Oriëntatie gekozen...
  • Pagina 122 Probleem Mogelijke oorzaak Doe het volgende... Bij Adobe Illus- De instelling in het Kies op tabblad Graphics ( Grafisch) bij trator worden de programma is niet juist. Advanced Options ( Geavanceerde opties) afbeeldingen voor Download as Bit Image (Als bitmap niet goed in apparaat laden) en druk het document afgedrukt.
  • Pagina 123: Afdrukkwaliteit Problemen

    Afdrukkwaliteit problemen Vuil aan de binnenkant van het apparaat of incorrect laden van het papier kan leiden tot een teruglopende afdrukkwaliteit. Los problemen met de afdrukkwaliteit op met behulp van de onderstaande tabel. Probleem Doe het volgende... Lichte of vage Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet: afdrukken...
  • Pagina 124 Probleem Doe het volgende... Verticale strepen Als de afdrukken zwarte, verticale strepen vertonen • Er zit waarschijnlijk een kras op de lichtgevoelige drum in AaBbCc . Zie de tonercartridge. Plaats een nieuwe tonercartridge AaBbCc “Tonercartridge plaatsen” op pagina 1.9. AaBbCc AaBbCc AaBbCc Grijze achtergrond...
  • Pagina 125 Probleem Doe het volgende... Schaduwvlekken Schaduwvlekken worden veroorzaakt door een teveel aan toner op de afdruk • Misschien is het papier te vochtig. Druk opnieuw af op een vel uit een nieuw pak papier. Maak de verpakking van een nieuw pak papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken.
  • Pagina 126 Probleem Doe het volgende... Gekreukt papier • Doe het papier op de juiste manier in het apparaat. • Controleer papiertype en -kwaliteit. Zie “Papier specificaties” op pagina A.5. • Draai de stapel papier in het papiermagazijn om (ondersteboven). U kunt ook proberen het probleem op te lossen door het papier in het magazijn 180°...
  • Pagina 127: Fax Problemen

    Probleem Doe het volgende... Horizontale Controleer bij horizontale zwarte strepen of vlekken het volgende: strepen • Is de tonercartridge juist geplaatst? Haal de cartridge eruit en zet hem er weer in. AaBbCc • Misschien is de tonercartridge defect. Plaats een nieuwe AaBbCc tonercartridge.
  • Pagina 128 Probleem Doe het volgende... • U moet het apparaat in de FAX stand zetten. Faxberichten worden niet • Zorg ervoor dat er papier in het magazijn zit. automatisch ontvangen. • Kijk of het display aangeeft dat het geheugen vol is (Memory Full).
  • Pagina 129: Kopieerproblemen

    Kopieerproblemen Probleem Doe het volgende... • Bij lichte originelen kunt u de kopieën donkerder maken met de Contrast toets. Kopieën zijn te licht of te donker. • Bij donkere originelen kunt u de kopieën lichter maken met de Contrast toets. •...
  • Pagina 130: Scanproblemen

    Probleem Doe het volgende... • Misschien bevatten uw originelen veel afbeeldingen, egaal gekleurde gedeelten of dikke lijnen. Denk hierbij aan formulieren, nieuwsbrieven, boeken en De tonercartridge gaat korter andere documenten waar meer toner voor nodig is. mee dan verwacht. • Misschien wordt het apparaat vaak aan- en uitgezet. •...
  • Pagina 131 Probleem Doe het volgende... Bericht verschijnt op je • Er is waarschijnlijk een kopieer of afdruk opdracht bezig. computer scherm: Probeer opnieuw wanneer de huidige opdracht is afgerondt. • “Device niet in de • De printer kabel kan niet goed bevestigd zijn of er is gewenste H/W mode geen stroom.
  • Pagina 132: Hoofdstuk A: Pecificaties

    PECIFICATIES In deze appendix vindt u de volgende onderwerpen: • Algemene specificaties • Scanner en copier specificaties • Printer specificaties • Fax specificaties • Papier specificaties...
  • Pagina 133: Algemene Specificaties

    Algemene specificaties Item Technische gegevens ADF automatische Tot 30 vel (75 g/m documentinvoer Breedte: 142 tot 216 mm ADF documentformaat Lengte: 148 tot 356 mm Papiermagazijn: 250 vel (bij een gewicht van 75 g/m Capaciteit papierinvoer Handinvoer: 1 vel (gewicht: 75 g/m Frontuitvoer: 150 vel (voorkant omlaag) Capaciteit papieruitvoer Achteruitvoer: 1 vel (voorkant omhoog)
  • Pagina 134: Scanner En Copier Specificaties

    Item Technische gegevens Netto: 13 kg (inclusief verbruiksartikelen) Gewicht Bruto: 17 kg (inclusief verbruiksartikelen, accessoires en verpakking) Papier: 2,7 kg Gewicht verpakking Plastic: 0,7 kg Scanner en copier specificaties Item Technische gegevens Compatibiliteit TWAIN standaard CCD (Charge Coupled Device) scanner met Scanmethode automatische documentinvoer en glasplaat Optisch: 600 dpi (zwart/wit en kleur)
  • Pagina 135: Printer Specificaties

    Item Technische gegevens Aantal exemplaren 1-99 Grijstinten Printer specificaties Item Technische gegevens Afdrukmethode Laserprinter 17 pagina’s per minuut (papierformaat Letter) Afdruksnelheid 16 pagina’s per minuut (papierformaat A4) Papiermagazijn: Letter, A4, Legal, Folio, A5, A6 Handinvoer: Letter, Legal, A4, Folio, Executive, A5, A6, A6 kaart, kaart 4x6, HagaKi, envelop 7-3/4, envelop 9, Papierformaten envelop 10, envelop DL, envelop C5, envelop C6,...
  • Pagina 136: Papier Specificaties

    Item Technische gegevens MH/MR/MMR (ECM foutcorrectie) en JPEG voor Gegevenscodering verzenden van kleurenfaxen 33600/31200/28800/26400/24000/21600/19200/ 16800/14400/12000/9600/7200/4800/2400 bps met Modemsnelheid automatische terugschakeling naar lagere snelheid bij slechte verbinding (fall back) Ca. 3 seconden/pagina * Transmissietijd bij verzenden van ITU-T No.1 Transmissiesnelheid tekstdocument vanuit geheugen met ECM compressie.
  • Pagina 137: Ondersteunde Papierformaten

    : Gebruik van papier dat niet aan de genoemde specificaties voldoet, kan zulke ET OP ernstige problemen veroorzaken dat reparatie noodzakelijk is. Dergelijke reparaties vallen niet onder de Xerox garantie of service-overeenkomsten. Ondersteunde papierformaten Papierformaat Gewicht...
  • Pagina 138: Richtlijnen Voor Gebruik Van Papier

    NB : Afdrukmateriaal dat korter is dan 127 mm kan gemakkelijker vastlopen. U krijgt verder de beste resultaten wanneer u het papier op de juiste wijze opslaat en behandelt. Zie “Omgeving van printer en papieropslag” op pagina A.8. Richtlijnen voor gebruik van papier U krijgt de beste resultaten wanneer u normaal papier van 75 g/m gebruikt.
  • Pagina 139: Papier Specificaties

    Papier specificaties Onderwerp Specificaties Zuurgraad pH 5,5 of minder Caliper 0,094 t/m 0,18 mm (3,0-7,0 mils) Kromming Vlak binnen 5 mm Gesneden met scherpe messen, zonder zichtbare Snijranden rafels Afdrukmateriaal mag niet schroeien, smelten, losraken of gevaarlijke stoffen vrijgeven wanneer het Fixeervereisten gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan een temperatuur van 200 °C...
  • Pagina 140 Koop niet meer papier in dan u de komende tijd (ongeveer 3 maanden) gaat gebruiken. Papier dat langer wordt bewaard, kan onder invloed van de omgeving (hoge en lage temperaturen en luchtvochtigheid) in kwaliteit achteruit gaan. Met een goede planning kunt u dit voorkomen. Ongeopende pakken papier in gesloten verpakking blijft enkele maanden goed.
  • Pagina 141 ANTEKENINGEN A.10 PECIFICATIES...
  • Pagina 142 NDEX Numerics 2/4 per vel, bijzondere kopie 4.12 Bedieningspaneel 1.7 Aan papierformaat aanpassen CCD scanner energie spaarstand, afdrukken 5.11 gebruiken 1.20 Aanpassen Contrast, kopie 4.6 kopieerinstellingen 4.5 Aansluiting lichtnet 1.16 Displaytaal, wijzigen parallel 1.14 bedieningspaneel 1.17 telefoonsnoer 1.14 Document USB 1.15 laden in ADF 4.4 Achteruitvoer, afdrukken via de 3.5 laden via glasplaat 4.2...
  • Pagina 143 Grafische eigenschappen, instellen papiermagazijn 1.18 5.20 Papierindicatie 3.7 Papierinvoer, instellen 5.8 Papiertype, instellen afdrukken 5.8 Handinvoer, gebruiken 3.8 handinvoer 3.10 Help-informatie, gebruiken 5.6 papiermagazijn 1.18 Parallel, aansluiten 1.14 Passend maken kopie 4.9 Installeren Poster tonercartridge 1.9 afdrukken 5.12 Instellen kopie 4.12 eigenschappen papier 5.7 Problemen, oplossen afdrukken 8.15...
  • Pagina 144 Vastgelopen afdrukpapier, verwijderen Vastgelopen papier verwijderen document 8.2 Verbruiksartikelen 7.11 Vergroten/verkleinen afdrukken 5.10 Verkleinen/vergroten kopie 4.7 Voorkant omhoog achteruitvoer 3.5 Voorkant omlaag bovenuitvoer 3.5 Watermerk afdrukken 5.13 bewerken 5.15 maken 5.14 verwijderen 5.15 Zoom instelling, kopie 4.7...
  • Pagina 145: Multifuntionele Laser (4 In 1)

    MULTIFUNTIONELE LASER (4 in 1) FAX gebruiksaanwijzing WorkCentre PE16...
  • Pagina 146 NHOUD AN DE SLAG Hoofdstuk 1: Functies bedieningspaneel ........1.2 Machine-identificatie instellen (ID) ......1.4 Letters en andere tekens intoetsen ....1.5 Datum/tijd instellen (Date&Time) ......1.7 12-uurs of 24-uurs systeem kiezen ....1.8 Geluiden instellen (Sound/Volume) ......1.9 Luidspreker, beltoon, toetstoon en waarschuwingstoon ......
  • Pagina 147 UTOMATISCH KIEZEN Hoofdstuk 3: Snelkiesnummers (Speed Dials) ......3.2 Snelkiesnummer vastleggen ......3.2 Faxbericht naar snelkiesnummer zenden .... 3.3 Groepsnummers ..........3.4 Groepsnummer vastleggen ......3.4 Groepsnummers wijzigen ......... 3.5 Faxbericht verzenden naar een groep ....3.6 Nummer opzoeken in geheugen ......3.7 Door alle namen bladeren ........
  • Pagina 148: Hoofdstuk 1: Aan De Slag

    AN DE SLAG In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Functies bedieningspaneel • Machine-identificatie instellen (ID) • Datum/tijd instellen (Date&Time) • Geluiden instellen (Sound/Volume) • Kiesmethode instellen (Dial Mode) • Belkosten besparen (Toll Save) • Faxsysteem instellen (Fax Setup)
  • Pagina 149: Functies Bedieningspaneel

    Functies bedieningspaneel Helderheid instellen voor de documenten van de huidige kopieertaak. Documenttype selecteren voor de huidige kopieertaak. Hier kunt u bijzondere kopieermogelijkheden kiezen, zoals Clone (klonen), Collation (set samenstellen), Auto fit (automatisch passend maken), 2-side (dubbelzijdig), N-up (meer pagina’s per vel) en Poster. Kopie groter of kleiner maken dan het origineel.
  • Pagina 150 Naar het startmenu teruggaan. Direct onderbreken van een bewerking. In de standby-stand kunt u hiermee de gekozen kopieerinstellingen laten vervallen, zoals contrast, image (beeld), kopieerformaat en aantal kopieën. Opdracht starten. Een nummer draaien of cijfers, letters en bijzondere tekens intoetsen. Resolutie aanpassen van de documenten van de huidige faxopdracht.
  • Pagina 151: Machine-Identificatie Instellen (Id)

    Machine-identificatie instellen (ID) In sommige landen bent u wettelijk verplicht om op ieder uitgaand faxbericht uw faxnummer aan te geven. Hiervoor gebruikt u de machine-identificatie, die wordt afgedrukt bovenaan iedere fax die u verzendt. U kunt zowel uw faxnummer als uw (bedrijfs) naam invullen. Druk een paar keer op Menu totdat op de eerste regel van het display de tekst “Machine Setup”...
  • Pagina 152: Letters En Andere Tekens Intoetsen

    Druk op Enter nadat u de naam correct hebt ingetoetst. Druk op Stop/Clear om naar de standby-stand terug te gaan. Letters en andere tekens intoetsen Het komt uiteraard nog al eens voor dat u namen en nummers wilt intoetsen, bijvoorbeeld uw eigen (bedrijfs) naam en faxnummer wanneer u de machine in gebruik neemt.
  • Pagina 153 Letters en cijfers op het toetsenbord Toets Bijbehorende cijfers, letters en leestekens Spatie ‘ & Verbeteren Als u een verkeerd teken hebt ingetoetst in een nummer of een naam, drukt u op de ¦ toets om het laatste teken te wissen. Nu kunt u het correcte teken intoetsen.
  • Pagina 154: Datum/Tijd Instellen (Date&Time)

    Datum/tijd instellen (Date&Time) De datum en de tijd worden op al uw faxberichten afgedrukt. NB: Als de stekker uit het stopcontact wordt gehaald of de stroom uitvalt, moet u de datum en de tijd opnieuw instellen wanneer het apparaat weer stroom heeft. Druk een paar keer op Menu tot de bovenste regel van het display de tekst “Machine Setup”...
  • Pagina 155: 12-Uurs Of 24-Uurs Systeem Kiezen

    Nadat u de juiste datum en tijd hebt ingegeven, drukt u op Enter. Wanneer u een verkeerd cijfer intoetst, piept het apparaat en gaat het niet naar de volgende stap. Als dit gebeurt, kunt u direct het juiste cijfer intoetsen. 12-uurs of 24-uurs systeem kiezen U kunt het apparaat de tijd laten aangeven volgens het 12-uurs systeem of het 24-uurs systeem.
  • Pagina 156: Geluiden Instellen (Sound/Volume)

    Geluiden instellen (Sound/Volume) U kunt de volgende geluidsinstellingen aanpassen: • Ringer: volume van het belgeluid. • Key Sound: toetstoon aan/uit. Wanneer deze instelling aan staat (On) hoort u iedere keer dat u op een toets drukt een toon. Off = toetstoon uit. •...
  • Pagina 157: Luidsprekervolume

    Herhaal zo nodig de stappen 2 t/m 4. Druk op Stop/Clear om naar de standby-stand terug te gaan. Luidsprekerv olume Druk op On Hook Dial. U hoort een kiestoon. Druk een paar keer op een pijltjestoets ( ¦ of ‹ ) tot u hoort dat het gewenste volume is bereikt.
  • Pagina 158: Kiesmethode Instellen (Dial Mode)

    Kiesmethode instellen (Dial Mode) U kunt de kiesmethode van het apparaat instellen op de telefooncentrale waarop het is aangesloten. NB: Afhankelijk van uw land is het mogelijk dat de Dial Mode keuze niet beschikbaar is. Druk een paar keer op Menu totdat de bovenste regel van het display “Machine Setup”...
  • Pagina 159: Belkosten Besparen (Toll Save)

    Belkosten besparen (Toll Save) Met de Toll Save toets op het bedieningspaneel kunt u het apparaat opdracht geven om in het geheugen opgeslagen faxberichten pas te verzenden tijdens een van tevoren ingestelde laagtarief periode. Met de Toll Save spaarstand kunt u bijvoorbeeld gebruik maken van het lage interlokale tarief tijdens de nachtelijke daluren.
  • Pagina 160: Faxsysteem Instellen (Fax Setup)

    Wanneer de spaarstand aan staat, bewaart het apparaat alle documenten die verzonden moeten worden in zijn geheugen en verzendt ze op de ingestelde tijd. Wanneer u opnieuw op Toll Save drukt, wordt de spaarstand uitgeschakeld. Het lampje van de Toll Save toets gaat uit. NB: Nadat de kostenbesparende tijd is ingesteld, kunt u de Toll kostenbesparende modus in-of uitschakelen met de knop...
  • Pagina 161: Beschikbare Faxinstellingen

    Beschikbare faxinstellingen Instelling Beschrijving Hier kunt u de standaard te gebruiken faxontvangststand aangeven. • In de Fax stand neemt het apparaat inkomende oproepen aan en schakelt direct over op faxontvangst. Receive Mode (ontvangst- • In de Tel-modus kunt u een fax ontvangen stand) door te duwen op On Hook Dial (u hoort een stem of faxgeluiden van het faxtoestel...
  • Pagina 162 Instelling Beschrijving Auto Report Een rapport met detailinformatie over de (auto- voorgaande 50 faxverbindingen, met datum en matisch tijd. U kunt kiezen tussen On (aan) en Off rapport) (uit). Wanneer er een document wordt ontvangen dat te lang is voor het afdrukpapier in het papiermagazijn, kan het apparaat het Auto document verkleinen zodat het toch op het...
  • Pagina 163 1.16 AN DE SLAG...
  • Pagina 164: Hoofdstuk 2: Algemene Faxfuncties

    LGEMENE FAXFUNCTIES In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Faxbericht verzenden • Faxbericht ontvangen...
  • Pagina 165: Faxbericht Verzenden

    Faxbericht verzenden Document voorbereiden om te faxen Houdt u aan de volgende richtlijnen wanneer u een document wilt gaan faxen: • Doe geen documenten in de ADF die kleiner zijn dan 142 x 148 mm of groter dan 216 x 356 mm (ADF = Automatic Document Feeder, automatische documentinvoer).
  • Pagina 166: Origineel Laden

    Origineel laden Zo faxt u een document vanuit de ADF (automatische documentinvoer): Schuif het document met de voorkant boven in de ADF. U kunt maximaal 30 vellen tegelijk invoeren. Stel de documentgeleider van de ADF in op de breedte van het document.
  • Pagina 167 Zo faxt u een document via de glasplaat: Open de documentklep. Plaats het document met de voorkant onder op de glasplaat, met de linker bovenhoek bij de markering links bovenaan de glasplaat. Sluit de documentklep. • Als u bladzijden uit een boek of tijdschrift faxt, moet u de klep geheel openen voordat u het origineel plaatst en de klep weer sluit.
  • Pagina 168: Faxresolutie Instellen

    Faxresolutie instellen Met de standaardinstellingen krijgt u met de meeste tekstdocumenten goede resultaten. Wanneer u echter een document wilt faxen dat een slechte kwaliteit heeft of foto’s bevat, kunt u voor een hogere faxkwaliteit de resolutie aanpassen. Druk op Resolution. Met de Resolution toets of de pijltjestoetsen ( ¦...
  • Pagina 169: Faxbericht Automatisch Verzenden

    NB : • Bij verzenden vanuit het geheugen is de stand Super Fine (extra fijn) niet beschikbaar. De resolutie verandert dan automatisch in Fine (fijn). • Als de resolutie van uw faxapparaat op Super Fine (extra fijn) staat terwijl het andere faxapparaat hier niet geschikt voor is, wordt uw bericht verzonden in de hoogste resolutie waarover de ontvangende fax beschikt.
  • Pagina 170: Faxbericht Handmatig Verzenden

    Faxbericht handmatig verzenden Doe uw document(en) met de voorkant boven in de ADF. Plaats een document met de voorkant onder op de glasplaat. Zie voor informatie over het invoeren van een document pagina 2.3. Stel een resolutie in die geschikt is voor uw faxbericht (zie pagina 2.5).
  • Pagina 171: Faxbericht Ontvangen

    Wanneer u in het display de vraag “Retry Redial?” (Herhalen?) ziet, kunt u op Enter drukken om het nummer zonder wachten te herhalen. Als u het herhalen wilt beëindigen, drukt u op Stop/Clear. U kunt de wachttijd tussen twee pogingen en het maximale aantal pogingen zelf invullen.
  • Pagina 172: Automatisch Ontvangen In De Fax Stand

    Automatisch ontvangen in de FAX stand Uw faxapparaat staat standaard ingesteld op de FAX stand. Wanneer er een fax binnenkomt, beantwoordt het apparaat de oproep na een instelbaar aantal keer te zijn overgegaan en wordt het faxbericht automatisch ontvangen. Wanneer u wilt instellen hoe vaak het belsignaal moet overgaan, zie “Beschikbare faxinstellingen”...
  • Pagina 173 2.10 LGEMENE FAXFUNCTIES...
  • Pagina 174: Hoofdstuk 3: Automatisch Kiezen

    UTOMATISCH KIEZEN In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Snelkiesnummers (Speed Dials) • Groepsnummers • Nummer opzoeken in geheugen • Telefoonlijst afdrukken...
  • Pagina 175: Snelkiesnummers (Speed Dials)

    Snelkiesnummers (Speed Dials) U kunt tot 60 veelgebruikte nummers vastleggen als eencijferig of tweecijferig snelkiesnummer (0-59). Snelkiesnummer vastleggen Druk op Phonebook op het bedieningspaneel. Druk op Phonebook of een pijltjestoets ( ¦ of ‹ ) om op de onderste regel van het display naar “Store/Edit” (opslaan/ wijzigen) te gaan.
  • Pagina 176: Faxbericht Naar Snelkiesnummer Zenden

    Faxbericht naar snelkiesnummer zenden Doe uw document(en) met de voorkant boven in de ADF. Plaats een document met de voorkant onder op de glasplaat. Zie voor details over het invoeren van een document pagina 2.3. Stel de gewenste faxresolutie in (zie pagina 2.5). Als u het contrast wilt aanpassen, zie dan pagina 1.14.
  • Pagina 177: Groepsnummers

    Groepsnummers Als u regelmatig hetzelfde document naar verschillende bestemmingen stuurt, kunt u de betreffende faxnummers vastleggen onder een groepsnummer (0-59). Wanneer u een bericht naar een groepsnummer stuurt, wordt het achtereenvolgens naar alle faxnummers verzonden die onder het groepsnummer zijn opgeslagen. Groepsnummer vastleggen Druk op Phonebook op het bedieningspaneel.
  • Pagina 178: Groepsnummers Wijzigen

    Druk op Enter nadat u de groepsnaam correct hebt ingegeven of de naam leeg hebt gelaten. Als u nog een groepsnummer wilt ingeven, herhaal dan het bovenstaande vanaf stap 4. Om terug te gaan naar de standby-stand drukt u op Stop/ Clear.
  • Pagina 179: Faxbericht Verzenden Naar Een Groep

    Faxbericht verzenden naar een groep U kunt een faxbericht zowel onmiddellijk als uitgesteld verzenden naar de leden van een groep. Volg de stappen van de gewenste verzendmethode (direct verzenden: zie pagina 4.2; uitgesteld verzenden: zie pagina 4.3). Wanneer u bij een stap komt waar in het display om het nummer van het ontvangende faxapparaat wordt gevraagd: •...
  • Pagina 180: Nummer Opzoeken In Geheugen

    Nummer opzoeken in geheugen U kunt op twee manieren alfabetisch zoeken in het geheugen: u kunt door alle namen bladeren of eerst een beginletter intoetsen. Door alle namen bladeren Druk op Phonebook. Druk op Enter wanneer u “Search/Dial” in het display ziet. U kunt nu met de pijltjestoetsen ( ¦...
  • Pagina 181: Telefoonlijst Afdrukken

    Telefoonlijst afdrukken U kunt de snelkiesnummers en groepsnummers controleren door een telefoonlijst af te drukken. Druk op Phonebook. Druk nogmaals op Phonebook of een pijltjestoets ( ¦ of ‹ ) totdat op de onderste regel van het display de tekst “Print” verschijnt.
  • Pagina 182: Hoofdstuk 4: Meer Faxmethodes

    EER FAXMETHODES In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Nummer herhalen (Redial) • Meervoudig faxbericht verzenden (Broadcasting) • Uitgesteld faxbericht verzenden (Delay Fax) • Voorrang uitgaand faxbericht (Priority Fax) • Document toevoegen aan uitgesteld faxbericht • Annuleren van uitgesteld faxbericht...
  • Pagina 183: Nummer Herhalen (Redial)

    Nummer herhalen (Redial) Zo draait u het laatst gekozen nummer opnieuw: Druk op Redial/Pause. Als er een document in de ADF zit (Automatic Document Feeder/ automatische documentinvoer; zie pagina 2.3), start het apparaat automatisch de verzending. Als u het document via de glasplaat inleest, vraagt het display of u een andere pagina wilt plaatsen (Another Page?).
  • Pagina 184: Uitgesteld Faxbericht Verzenden (Delay Fax)

    Druk op Enter om het nummer te bevestigen. Het display vraagt om het volgende faxnummer waarnaar u het document wilt verzenden (Enter Number). NB: Uw faxapparaat kan één meervoudig bericht tegelijk verzenden. Daarom verschijnt de vraag “Enter Number” niet wanneer het apparaat nog bezig is met verzenden van een eerder meervoudig faxbericht.
  • Pagina 185 Druk op Menu tot op de bovenste regel van het display de tekst “Fax Feature” verschijnt. De eerste beschikbare menukeuze, “Delay Fax” (uitgestelde fax) verschijnt op de onderste regel. Druk op Enter. Geef met de cijfertoetsen het faxnummer in waarnaar u het document wilt verzenden.
  • Pagina 186: Voorrang Uitgaand Faxbericht (Priority Fax)

    Het apparaat gaat naar de standby-stand terug. Het display geeft aan dat het apparaat standby staat en dat er een uitgesteld faxbericht klaar staat. NB: Als u het uitgestelde faxbericht wilt annuleren, zie “Annuleren van uitgesteld faxbericht” op pagina 4.8. Voorrang uitgaand faxbericht (Priority Fax) Met de Priority Fax functie kunt u een document met hoge...
  • Pagina 187 Druk op Enter om het nummer in het display te bevestigen. Het display vraagt u nu om een naam. Als u de verzending een naam wilt geven, toetst u deze nu in. Sla deze stap anders over. Voor meer informatie over het intoetsen van namen, zie “Letters en cijfers op het toetsenbord”...
  • Pagina 188: Document Toevoegen Aan Uitgesteld Faxbericht

    Document toevoegen aan uitgesteld faxbericht U kunt documenten toevoegen aan een uitgesteld faxbericht dat al klaar staat in het geheugen van het apparaat. Doe uw document(en) met de voorkant boven in de ADF. Leg een document met de voorkant omlaag op de glasplaat. Zie voor meer informatie over het invoeren van een document pagina 2.3.
  • Pagina 189: Annuleren Van Uitgesteld Faxbericht

    Annuleren van uitgesteld faxbericht Druk op Menu tot op de bovenste regel van het display de tekst “Fax Feature” verschijnt. Druk op een pijltjestoets ( ¦ of ‹ ) om op de onderste regel naar “Add/Cancel” te gaan en druk op Enter. Druk op een pijltjestoets ( ¦...
  • Pagina 190: Hoofdstuk 5: Overige Mogelijkheden

    VERIGE MOGELIJKHEDEN In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: • Veilige ontvangststand (Secure Receive) • Rapporten afdrukken (Reports) • Bijzondere faxinstellingen (Advanced Fax Settings) • Bediening met computer (ControlCentre)
  • Pagina 191: Veilige Ontvangststand (Secure Receive)

    Veilige ontvangststand (Secure Receive) Het kan nodig zijn om faxen die tijdens uw afwezigheid binnenkomen, te beschermen tegen inzage door onbevoegde personen. U kunt hiervoor gebruik maken van de veilige faxontvangst (Secure Receive). In deze stand worden alle inkomende faxberichten in het geheugen opgeslagen. Zodra u deze stand weer uit zet, worden de ontvangen berichten afgedrukt.
  • Pagina 192: Rapporten Afdrukken (Reports)

    Zo zet u de veilige ontvangststand uit: Ga naar het menu Secure Receive zoals aangegeven in de stappen 1 en 2 van de bovenstaande paragraaf “Zo zet u de veilige ontvangststand aan.” Druk op een pijltjestoets ( ¦ of ‹ ) om op de onderste regel naar “Off”...
  • Pagina 193 Informatie uitgestelde opdrachten (Scheduled Job Information) In dit overzicht vindt u de documenten die op het ogenblik in het geheugen klaar staan om te worden verzonden (uitgestelde faxen: Delay Fax en Toll Save). De lijst geeft verder de starttijd en het type bewerking aan. Verzendrapport (Message Confirmation) In dit overzicht vindt u het faxnummer, het aantal pagina’s, de verzendduur, de communicatiemethode en het resultaat.
  • Pagina 194: Bijzondere Faxinstellingen (Advanced Fax Settings)

    • Phone Book: telefoonlijst • Sent Report: rapport verzonden faxen • RCV Report: rapport ontvangen faxen • System Data: systeemgegevens • Scheduled Jobs: informatie uitgestelde opdrachten • MSG Confirm: verzendrapport • Junk Fax List: rapport ongewenste faxnummers Druk op Enter. De gekozen informatie wordt afgedrukt.
  • Pagina 195: Bijzondere Faxinstellingen (Advanced Fax Setting Options)

    Bijzondere faxinstellingen (Advanced Fax Setting Options) Instelling Beschrijving Hier kunt u het apparaat opdracht geven om alle uitgaande faxen niet alleen naar de opgegeven bestemming(en) te sturen, maar bovendien automatisch door te sturen naar een Send Forward door u in te stellen faxnummer. (doorsturen verzonden Kies Off (uit) om deze mogelijkheid uit te zetten.
  • Pagina 196: Bediening Met Computer (Controlcentre)

    Wanneer u de Xerox software installeert die bij het apparaat hoort, wordt ook het programma ControlCentre automatisch geïnstalleerd.
  • Pagina 197 Ga naar de keuze Programma’s (Programs), selecteer Xerox WorkCentre PE16 en vervolgens ControlCentre. Het ControlCentre venster verschijnt. Het venster WorkCentre PE16 ControlCentre bevat de volgende vijf tabbladen: Instellingen, Extra, Telefoonlijst, Info en Firmware bijwerken. Om het programma af te sluiten, klikt u op de toets Afsluiten die zich onderaan ieder tabblad bevindt.
  • Pagina 198 Extra Klik op het tabblad Extra om de geavanceerde faxinstellingen aan te passen. Stuurt de Haalt de huidige instellingen uit instellingen op uit de fax en toont deze in ControlCentre het ControlCentre naar de fax. venster. Telefoonlijst Klik op het tabblad Telefoonlijst als u faxnummers wilt toevoegen of wijzigen.
  • Pagina 199 Info Klik op het tabblad Info om het versienummer van de software op te roepen. Op dit tabblad vindt u verder allerlei tellers waaraan u kunt zien hoeveel documenten het apparaat heeft gescand, hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en hoe vaak het papier is vastgelopen.
  • Pagina 200 NDEX ADF, laden 2.3 geluiden instellen (sound/volume) 1.9 afdrukken glasplaat, laden 2.4 rapporten 5.3 groepsnummer annuleren draaien 3.6 uitgesteld faxbericht 4.8 instellen 3.4 automatisch draaien wijzigen 3.5 groepsnummers 3.4 snelkiesnummers 3.2 automatisch nummer herhalen 2.7 herhalen, laatste nummer 4.2 bedienen via computer, Remote letters, intoetsen 1.6 Control Panel 5.7 bedieningspaneel 1.2...
  • Pagina 201 rapporten, afdrukken 5.3 resolutie, instellen 2.5 snelkiesnummers draaien 3.3 vastleggen 3.2 toevoegen documenten 4.7 uitgesteld faxbericht 4.3 veilige ontvangststand, gebruiken 5.2 verzenden faxbericht automatisch 2.6 handmatig 2.7 volume, adjust ringer 1.9 volume, belgeluid 1.9 volume, luidspreker 1.10 voorrang uitgaand faxbericht 4.5 zoeken, faxnummer 3.7...
  • Pagina 202 www.Xerox.com...

Inhoudsopgave