7.10
Faxen
2
Als u op Resolutie of op een van de bladertoetsen (
drukt, kunt u kiezen uit Standaard, Fijn, Extra fijn, Foto Fax
en Kleuren Fax.
3
Als de gewenste modus verschijnt, drukt u op Invoeren
om deze te selecteren.
In de onderstaande tabel vindt u de documenttypen die worden
aanbevolen voor de verschillende resoluties.
Resolutie
Standaard
Documenten met normale lettergrootte.
Documenten met kleine tekens of dunne
Fijn
lijnen, of documenten die met een
matrixprinter zijn afgedrukt.
Documenten met uiterst fijne details. Extra fijn
is alleen mogelijk als de ontvangende fax de
Extra fijn
extra fijne resolutie eveneens ondersteunt. Zie
de onderstaande opmerkingen.
Foto Fax
Documenten met grijstinten of foto's.
Documenten met kleuren. Verzenden in kleur
is alleen mogelijk als de ontvangende fax de
ontvangst van kleurenfaxen ondersteunt en u
Kleuren Fax
het faxbericht handmatig verzendt. In deze
modus is verzenden vanuit het geheugen niet
mogelijk.
NB
• Als u verzendt vanuit het geheugen is de modus Extra fijn niet
beschikbaar. De resolutie wordt dan automatisch gewijzigd in
Fijn.
• Als het apparaat is ingesteld op de resolutie Extra fijn en het
ontvangende faxapparaat deze resolutie niet ondersteunt, wordt
de fax verzonden met de hoogste resolutie die door de
ontvangende fax wordt ondersteund.
Aanbevolen voor
of
)