5.6
Kopiëren
2
Pas de documentgeleiders aan het formaat van de
originelen aan.
3
Pas eventueel met de toetsen op het bedieningspaneel de
kopieerinstellingen aan, zoals het aantal exemplaren, het
formaat, het contrast en het soort origineel. Zie
"Kopieerinstellingen wijzigen" op pagina 5.7.
Als u de instellingen wilt wissen, drukt u op Stop/Wissen.
4
U kunt indien nodig speciale kopieerfuncties gebruiken,
zoals Sorteren en 2/4 op 1 vel.
5
Druk op Start om het kopiëren te starten.
Het display geeft aan dat de kopie wordt gemaakt.
O
: als er stof op de glasplaat van de automatische
PMERKING
documentinvoer zit, is het mogelijk dat er op de kopie zwarte
strepen verschijnen. Houd de glasplaat schoon.