Automatisch kiezen
Directkiesnummers
Met de 20 directkiestoetsen van het bedieningspaneel kunt u
vaak gebruikte faxnummers opslaan en een nummer
automatisch kiezen met één druk op een toets.
Met de toets 21 - 40 kunt u tot 40 faxnummers opslaan onder
de directkiestoetsen.
Een directkiesnummer opslaan
1
Houd een van de directkiestoetsen ongeveer twee
seconden ingedrukt.
Als u de directkiestoetsen van 21 tot 40 wilt gebruiken,
drukt u op 21 - 40 en houdt u de directkiestoets ongeveer
twee seconden ingedrukt.
In het display wordt u gevraagd om het faxnummer in te
voeren. 'T' geeft aan dat u bezig bent een nummer aan een
directkiestoets toe te wijzen.
Als er al een nummer is opgeslagen onder het gekozen
snelkiesnummer, verschijnt dit nummer in het display zodat
u het kunt wijzigen. Als u opnieuw wilt beginnen met een
andere directkiestoets, drukt u op Stop/Wissen.
2
Voer met de cijfertoetsen het nummer in dat u wilt opslaan,
en druk op Invoeren.
Als u een pauze wilt invoegen tussen de cijfers, drukt u op
Terugbellen/Pauze. In het display wordt een koppelteken
weergegeven.
Als u een fout maakt tijdens het invoeren van een nummer,
drukt u op
en voert u het juiste nummer in.
3
Als u een naam wilt toewijzen aan het nummer, voert u de
gewenste naam in. Zie voor informatie over het invoeren
van tekens pagina 2.18.
Sla deze stap over als u geen naam wilt toewijzen.
7
Faxen
7.19