Instellingen die de gebruiker moet uitvoeren
Instelwaarde van de kamertempera-
20
tuur met vorstbeveiliging
Deze functie wordt enkel gegarandeerd
wanneer de verwarmingsinstallatie onder
spanning staat.
De functie vorstbeveiliging is een functie die de ver-
warming automatisch inschakelt in het geval de bui-
tentemperatuur onder het vriespunt zakt.
Voor de modus vorstbeveiliging wordt de instelwaarde
van de kamertemperatuur gewijzigd.
Vorstbeveiliging van de gebouwen
In stand-by modus wordt een te sterke daling van de
kamertemperatuur automatisch verhinderd. De instal-
latie warmt dan op op de instelwaarde van de kamer-
temperatuur met vorstbeveiliging (fabrieksinstelling
10 °C).
Temperatuur zomer/winter-omscha-
21
keling
Jaarlijkse werking zonder mogelijkheid tot tussen-
komst.
In geval van korte koude periodes is er geen bijko-
mende werking van de verwarming.
Bijkomende bezuinigingsfunctie.
Door de ingevoerde waarde te wijzigen, kunnen de
corresponderende jaarperiodes verkort of verlengd
worden. De omschakeling werkt enkel in op de ver-
warmingskringen.
Verlengen = vroegtijdige omschakeling naar winterre-
gime – laattijdig naar zomerregime
Verkorten = laattijdige omschakeling naar winterregi-
me – vroegtijdig naar zomerregime.
De functie is enkel actief in automatische modus.
Helling van de karakteristieke stook-
22
curven
De regelaar bepaalt de instelwaarde van de vertrek-
temperatuur in functie van de externe omstandigheden
op basis van de ingestelde karakteristieke stookcurve.
--.-
Karakteristieke stookcurve buiten wer-
king – Warmtevraag komende van de
externe regelaar
2,5 ... 40,0 Alle functies van de verwarmingskring zijn
actief
Verhoging = de vertrektemperatuur stijgt sterk wan-
neer de buitentemperatuur zakt.
Verlaging = de vertrektemperatuur stijgt lichtjes wan-
neer de buitentemperatuur zakt.
TV = Vertrektemperatuur – TA = Buitentemperatuur
Karakteristieke stookcurve
De regelaar bepaalt de vertrektemperatuur met behulp
van de karakteristieke stookcurve opdat een constan-
te kamertemperatuur zou worden bekomen, zelfs zon-
der ruimtevoeler. Hoe steiler de helling van de karak-
teristieke stookcurve, hoe hoger de instelwaarde van
de vertrektemperatuur.
Opmerking: verbeterd comfort met ruimtevoeler.
Standaard uurprogramma's
23
De waarden van het verwarmingsprogramma en de
sanitair warmwaterproductie worden door standaard
waarden "overschreven". Druk gedurende minstens 3
seconden de plus/min-toetsen gelijktijdig in. Het stan-
daard uurprogramma wordt actief zodra het display op
1 springt. De ingevoerde individuele waarden zijn defi-
nitief verloren!
Standaard waarden
Schakelpunt
Fase 1 AAN
Fase 1 UIT
Fase 2 AAN
Fase 2 UIT
Fase 3 AAN
Fase 3 UIT
Instelling
Standaard
tijdstip
Regel 11, 30
06:00
Regel 12, 31
22:00
Regel 13, 32
- - : - -
Regel 14, 33
- - : - -
Regel 15, 34
- - : - -
Regel 16, 35
- - : - -
9