Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Weergave Foutcodes Voor De Ketel; Foutmelding - OERTLI DomoCommand DC 214 Gebruiksaanwijzing

Cascade-regeling in functie van de externe omstandigheden voor modulerende condensatieketels
Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen die de gebruiker moet uitvoeren
- -:- -
Omschakeltijdstip niet actief
00:00...24:00
Op het ingevoerde tijdstip zal de
installatie opwarmen tot de correspon-
derende temperatuur is bereikt.
Overzichtschema van het program-
ma
Druk op
Omschakeltijdstip
de toets
Begin
Einde
Begin
Einde
Begin
Einde
Weergave van foutcodes voor de
49
ketel
Eenvoudige en vlotte controle van de installatie.
Tools voor de opsporing van storingen.
De eenheid DC 214 kan een foutbericht per ketel
opslaan en in het geheugen bewaren, samen met het
ketelnummer en de foutcode die hierop betrekking
hebben. De fouten worden op deze commandoregel
weergegeven.
Wanneer de gebruiker de commandoregel oproept,
verschijnt automatisch de eerste ketel waarmee een
foutbericht overeenstemt.
De foutberichten kunnen niet bevestigd worden. Ze
worden pas gewist wanneer de corresponderende fout
is weggewerkt.
Weergave
Op het scherm verschijnen het ketelnummer en de
corresponderende foutcodes. Het display blijft blanco
indien geen foutbericht voorhanden is.
Gelieve de documentatie over de condensatieketel te
raadplegen voor verdere nuttige informatie over de
foutcodes.
Voorbeeld:
Ketel 1 geeft foutcode 02 weer.
Tot volgende
Het uur
Voor
waarde wordt
instellen
weergegeven
30
18
31
32
18
33
34
18
35
50

Foutmelding

Hulp voor het opsporen van fouten. De regelaar geeft
de fouten weer die in het toestel zelf of in het systeem
kunnen opgetreden.
Bij normale werking verschijnt de boodschap "ER" op
het display wanneer een fout optreedt.Wanneer de
gebruiker de commandoregel oproept, verschijnt de
eerste waarde van de foutenlijst.
°C
Foutboodschappen
De regelaar kan hoogstens 2 foutboodschappen in het
geheugen opslaan. De fouten worden enkel gewist
wanneer de oorzaak van de fout werd weggewerkt.
Indien andere fouten optreden, worden die in het
geheugen opgeslagen zodra een plaats vrijkomt.
Mogelijke fouten
Weergave Omschrijving van de storing
Leeg
Geen fouten
Voeler voor detectie van de weersoms-
10
tandigheden
26
Voeler in cascade voor de vertrektemperatuur
46
Voeler in cascade voor de retourtemperatuur
50
Voeler voor de sanitair warmwatertemperatuur
58
Sanitair warmwaterthermostaat
61
Storing ruimtevoeler
70
Buffergeheugen van de voeler
81
Kortsluiting ter hoogte van de BUS
82
Storing adressen (meerdere keren het-
zelfde adres)
Kortsluiting ter hoogte van de aansluiting
van de ruimtevoeler, inversie ter hoogte
86
van de toewijzing van de klemmen naar
de ketel
100
Twee masterklokken aanwezig
145
Verkeerde ruimtevoeler, verkeerde interface
146
Ontoelaatbare configuratie van de installatie
147
Geen ketel aangesloten
Foutmelding van de branderautomaat
150
van de ketel (op commandoregel 49
verschijnt ook de foutcode van de ketel)
Defecte toestellen
Andere toestellen die defect raken of die met commu-
nicatietools worden aangeduid:
De eerste drie cijfers duiden de foutcode aan (026).
Het vierde cijfer duidt het segmentadres van het defec-
te toestel aan (.0.) (de segmenten 10-14 worden weer-
gegeven met de letters A, b, C, d, E).
De laatste twee cijfers duiden het adres van het defec-
te toestel aan (.01).
ER duidt aan dat een fout is opgetreden.
Voorbeeld:
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave