Instellingen die de installateur moet uitvoeren
De regelaar instellen
Beperking van de maximale vertrek-
72
temperatuur
Vermijdt te hoge vertrektemperaturen.
De minimumgrens en de maximumgrens bepalen het
bereik waarin de instelwaarde van de vertrektempera-
tuur mag schommelen.
Via deze instelling kan de instelwaarde van de ver-
trektemperatuur tot de ingestelde maximumwaarde
beperkt worden.
Opgelet: de maximumgrens is geen veiligheidsfunctie
zoals dit bijvoorbeeld nodig is in geval van vloerver-
warming.
Begrenzing
Indien de door een gebruiker gevraagde instelwaarde
van de vertrektemperatuur de limietwaarde bereikt,
zal, in geval de buitentemperatuur blijft dalen, deze
waarde steeds op de maximumwaarde blijven en daar
niet boven gaan.
Constructie van het gebouw
73
Inachtname van de dynamiek van het gebouw
De constructie van het gebouw heeft een invloed op
het regelgedrag.
De instelling wijzigt de bepaling van de gemengde bui-
tentemperatuur.
0 Zware constructie
De kamertemperatuur reageert trager (minder
hevig) op schommelingen van de buitentempera-
tuur.
1 Lichte constructie
De kamertemperatuur reageert sneller (heviger) op
schommelingen van de buitentemperatuur.
Constructies
Zware constructie: gebouw met dikke muren et/of met
buitenisolatie.
Lichte constructie: gebouw met dunne muren.
16
Functie van de pomp, uitgang Q1
75
Gebruik van de pomp voor diverse types installaties
De instelling van deze parameter bepaalt welke func-
tie voor de aangesloten omlooppomp verzorgd wordt.
De instelling van deze functie beïnvloedt de automati-
sche uitwerking van het type installatie, zie comman-
doregel 199. Naargelang de instelling verzorgt de
pomp de volgende functie:
1 De omlooppomp werkt als pomp van de verwar-
mingskring met pompen, intern aan de regelaar, of,
er zijn geen pompen beschikbaar
2 Als toevoerpomp, werkt de omlooppomp enkel voor
de verwarmingskringen (positionering na de sanitair
warmwaterboiler).
3 De omlooppomp werkt als toevoerpomp voor de
verwarmingskringen en voor het sanitair warmwater
(positionering na de sanitair warmwaterboiler).
4 De omlooppomp werkt als recirculatiepomp (zie
regel 119).
5 De omlooppomp wordt in werking gesteld wanneer
het contact "externe warmtevraag" (H1) gesloten is
(zie regel 125/131).
Functie "anti-legionella"
81
De legionellabacteriën die in de boiler aanwezig zijn,
worden regelmatig gedood.
De functie "anti-legionella" bestaat erin de boiler op
regelmatige tijdstippen op te warmen tot een hogere
temperatuur die ervoor zorgt dat de aanwezige legio-
nellabacteriën gedood worden.
Via deze instelling wordt de functie "anti-legionella"
respectievelijk aan- en uitgeschakeld.
0 UIT – de functie is niet actief
1 AAN – de functie start elke maandag op met de eer-
ste sanitair warmwaterlading en duurt maximum 2,5
uur. Het sanitair warmwater wordt in elk geval opge-
warmd tot de geprogrammeerde instelwaarde voor
de temperatuur van de functie "anti-legionella" van
62 °C bereikt wordt.
Deze functie is enkel bruikbaar wanneer de lading
sanitair warmwater gedeblokkeerd wordt door het
sanitair warmwaterprogramma.
Indien de functie "anti-legionella" tijdens haar normaal
verloop wordt onderbroken ('s maandags), wordt ze
herhaald ter gelegenheid van de volgende omschake-
ling van de instelwaarde van de sanitair warmwater-
temperatuur.