Instellingen die de installateur moet uitvoeren
Speciale functies
Centrale stand-by schakelaar
146
Centrale sturing voor systemen die onderling in ver-
binding staan.
Het hele verwarmingsysteem kan gecentraliseerd en
uitgaande van de masterregelaar op stand-by mode
geschakeld worden.
Opgelet: deze instelling kan slechts ter hoogte van de
masterregelaar worden uitgevoerd (toestel met instel-
ling op regel 85 = 1) en deze instelling wordt slechts
voor dit toestel weergegeven.
Uitwerking
0 Geen mogelijkheid tot gecentraliseerde omschake-
ling op stand-by modus
1 Mogelijkheid tot gecentraliseerde omschakeling op
stand-by modus
Opgelet: indien de gecentraliseerde omschakeling op
stand-by modus ter hoogte van de masterregelaar
geactiveerd wordt, kan ze ook enkel op dit niveau wor-
den uitgeschakeld!
Sanitair warmwater
De gecentraliseerde omschakeling op stand-by modus
heeft geen uitwerking op de sanitair warmwaterpro-
ductie. Dit betekent dat het sanitair warmwater op
basis van de huidige instellingen verder wordt gepro-
duceerd.
Weergave
Indien de werkingsmodus vanop de masterregelaar
wordt omgeschakeld, zal het LED-lampje op alle rege-
laars van de onderling verbonden systemen knippe-
ren.
Uitwerking van de gecentraliseerde
147
omschakeling
Het bereik van de gecentraliseerde omschakeling kan
gedefinieerd worden.
Deze functie laat toe het bereik van de gecentraliseer-
de omschakeling te definiëren.
Voor de gecentraliseerde omschakelfuncties "omscha-
keling werkingsmodus", "omschakeling zomer/winter"
en "stand-by modus", kan het bereik gedefinieerd wor-
den. Het bereik wordt via de volgende instelling gedef-
inieerd:
0 De omschakeling gebeurt op alle regelaars in het-
zelfde segment.
1 De omschakeling gebeurt op alle regelaars in het
hele systeem (BUS).
De instelling heeft slechts uitwerking wanneer de rege-
laar als master is gedefinieerd (adres 1).
Indien de adressering verschillend is, heeft de instel-
ling geen effect.
Stroomvoorziening naar de BUS via
148
de regelaar
Hiermee kan een gecentraliseerde BUS stroomtoe-
voer voor een systeem van max. 16 toestellen uitge-
spaard worden.
Eenvoudige uitbreiding van het systeem.
De stroomvoorziening naar de BUS via de regelaar is
een rechtstreekse voorziening in elektrische stroom
naar het BUS systeem uitgaande van de regelaar.
0 UIT
Geen stroomvoorziening naar de BUS via de rege-
laar.
1 Automatisch
In functie van de behoeften van de BUS wordt de
stroomvoorziening naar de BUS via de regelaar auto-
matisch in- en uitgeschakeld.
Stroomvoorziening naar de BUS
Volgens het ontwerp van het project, wordt het BUS
systeem van stroom voorzien uitgaande van aange-
sloten toestellen of gecentraliseerd, uitgaande van een
BUS stroomvoorziening.
Het ontwerp van het BUS systeem maakt deel uit van
de projectstudie.
29