Instellingen die de installateur moet uitvoeren
Speciale functies
Voor alle instellingen (regel 28, instelling 0-2) wordt
gecontroleerd of de regelaars van de geselecteerde
zone zich in "vakantie"-status bevinden. De regelaars
in "vakantie"-status worden niet bij de sanitair warm-
waterproductie betrokken.
Opgelet: indien alle regelaars in de geselecteerde
zone zich in "vakantie"-status bevinden, wordt de sani-
tair warmwaterlading niet ontgrendeld. Enkel de func-
tie vorstbeveiliging blijft actief.
Type sanitair warmwatervraag
118
Integratie van verschillende modi van sanitair warm-
waterproductie.
Gebruik van sanitair warmwaterreservoirs met thermo-
staten.
Via deze instelling houdt de regelaar rekening met het
corresponderend signaal dat afkomstig is van de aan-
gesloten sanitair warmwatervoeler.
Deze functie kan enkel worden geselecteerd in combi-
natie met de sanitair warmwaterproductie via de laad-
pomp van de boiler.
0 Voeler – De sanitair warmwatertemperatuur wordt
geregeld uitgaande van de temperatuur die door de
voeler wordt opgemeten.
1 Thermostaat - De sanitair warmwatertemperatuur
wordt geregeld op basis van de schakelstand van de
thermostaten.
Opgelet: de contacten van de thermostaat moeten met
een zeer lage spanning kunnen werken! De instel-
waarde van de temperatuur op de thermostaat en de
instelwaarde van de temperatuur van de regelaar
(instelling regel 18) moeten worden geprogrammeerd
op niveaus die minstens even hoog zijn, rekening hou-
dend met de omschakelmarge! Indien sanitair warm-
water met behulp van een thermostaat wordt aange-
vraagd, is een productie in verlaagd regime onmoge-
lijk.
Schakelprogramma voor de omloop-
119
pomp
De omlooppomp draait alleen tijdens de gekozen peri-
ode.
De instelling is slechts actief wanneer regel 75 op "4"
geprogrammeerd staat.
Geen onnodige warmteverliezen in die periodes waar-
in geen behoefte is aan sanitair warmwater. De instel-
ling bepaalt voor welke verbruikers de productie van
sanitair warmwater wordt gegarandeerd en met welke
uurprogramma's wordt rekening gehouden en contro-
leert of de relevante regelaars zich in "vakantie"-status
bevinden.
In overeenstemming met de regeling, wordt de
omlooppomp gebruikt in functie van de volgende uur-
programma's:
0 Voor het programma van de omlooppomp, wordt
rekening gehouden met het interne c.v.-programma
van de regelaar.
1 Programma in overeenstemming met de geselec-
teerde ontgrendeling van het sanitair warmwater
(commandoregel 28).
Vorstbeveiliging van de installaties
121
Indien de functie actief is, zal de verwarming auto-
noom aanslaan indien er kans is op vorst. Zo wordt
vermeden dat de installatie dichtvriest. In functie van
de instelling is de installatie beveiligd door de inscha-
keling van de pompen.
Opgelet: Om deze functie te kunnen garanderen, moet
de installatie perfect werken!
0 Beveiliging van de installatie tegen vorst
UIT – functie niet actief
1 Beveiliging van de installatie tegen vorst
AAN – functie actief
De functie vorstbeveiliging van de instal-
latie veilig stellen
In geval van instelling in functie van de externe
omstandigheden
De pomp van de verwarmingskring start op in functie
van de effectieve buitentemperatuur, hoewel er geen
warmtevraag is.
Buitentemperatuur
... -4°C
-5 ... 1,5°C
1,5°C
Pomp
steeds IN WERKING
DRAAIT om de 6 uur ong.
gedurende 10 minuten
steeds UITGESCHAKELD
23