Instellingen die de installateur moet uitvoeren
Speciale functies
Opmerking betreffende parameter 110
- Instelwaarde = 0 – De functie wordt buiten werking
gesteld. Opgelet: parameter 110 werkt ook in op de
snelle verlaging van de temperatuur.
- Lagere ingestelde waarde: voor lichte gebouwen die
tamelijk snel afkoelen.
- Hogere ingestelde waarde: voor zware gebouwen die
goed geïsoleerd zijn.
Met ruimtevoeler
De functie optimalisatie van het inschakeltijdstip werkt
alleen in het geval met de binnenruimte wordt rekening
gehouden. Het tijdstip van aanslaan van de verwar-
ming (omschakeling op het nominaal niveau) wordt
zodanig gekozen dat de gewenste instelwaarde van
de kamertemperatuur – 0,25 K bereikt wordt bij het
begin van de gebruiksperiode in overeenstemming
met het verwarmingsprogramma. Het juiste tijdstip van
aanslaan wordt bepaald via een aanpassing.
Instelling
- Selecteer de programmaregel 140 met behulp van de
toetsen voor regelselectie.
- Stel de maximale tijdsduur in met behulp van de
plus/min-toetsen.
Instelbereik
Eenheid
00:00 ... 06:00
hh:mm
00:00
optimalisatie van het inschakeltijdstip
niet actief
00:10 ... 06:00 optimalisatie van het inschakeltijdstip
actief
Maximale vervroeging
141
Optimale instelling van het afschakeltijd-
stip
De maximale vervroeging is een beperkende functie
die gebruikt wordt om het optimaal bereik van afslaan
te definiëren. De functie "Optimale instelling van
afschakeltijdstip" werkt enkel met een ruimtevoeler en
in het geval met de binnenruimte wordt rekening
gehouden.
De maximale vervroeging kan hiermee worden inge-
steld (bereik 0...6u).
Tijdens de gebruiksperiode wordt de verwarming op
het nominaal niveau geprogrammeerd. Tegen het
einde van de gebruiksperiode, schakelt de functie de
regeling over op verlaagd niveau. De functie berekent
het omschakeltijdstip zodanig dat de kamertempera-
tuur 0,25 K minder bedraagt dan de nominale instel-
waarde tegen het einde van de gebruiksperiode (ver-
vroegd afslaan).
Standaard instelling
00h00
De aanpassing vindt elke dag slechts tijdens de 1ste
gebruiksperiode plaats. De aanpassing van het
afschakelpunt gebeurt in stappen van 10 minuten.
Indien de 0,25 K niet bereikt worden, wordt het afscha-
kelpunt 10 minuten vervroegd (vervroegd afslaan). In
de andere gevallen wordt het afschakelpunt 10 minu-
ten verlaat (later afslaan).
Instelling
- Selecteer de programmaregel 141 met behulp van de
toetsen voor regelselectie.
- Stel de maximale tijdsduur in met behulp van de
plus/min-toetsen.
Instelbereik
Eenheid
00:00 ... 06:00
hh:mm
00:00
optimalisatie van de afschakeltijd niet
actief
00:10 ... 06:00 optimalisatie van de afschakeltijd
actief
Automatische omschakeling
142 143
zomeruur/winteruur
Automatische aanpassing van de klok aan het zomer-
en winteruur.
In overeenstemming met de internationale norm, scha-
kelt het uur over op zomeruur de laatste zondag van
maart en op winteruur de laatste zondag van oktober.
De klok van de regelaar wordt automatisch omgescha-
keld op de dichtst bijzijnde zondag volgens de inge-
stelde datum.
Bij de overgang op winteruur wordt 1 uur bij het huidig
uur opgeteld en bij de overgang op zomeruur wordt 1
uur afgetrokken.
Overgang van winteruur naar zomeruur
- Selecteer de programmaregel 142 met behulp van de
toetsen voor regelselectie.
- Stel de datum in met behulp van de plus/min-toetsen.
Instelbereik
Eenheid
01:01 ... 31:12
Overgang van zomeruur naar winteruur
- Selecteer de programmaregel 143 met behulp van de
toetsen voor regelselectie.
- Stel de datum in met behulp van de plus/min-toetsen.
Instelbereik
Eenheid
01:01 ... 31:12
Standaard instelling
00h00
Standaard instelling
tt:mm
25h03
Standaard instelling
tt:mm
25h10
27