Instellingen die de installateur moet uitvoeren
Speciale functies
Sanitair warmwatertemperatuur, ver-
110
laagde instelwaarde
De instelwaarde van de temperatuur wordt gewijzigd
tijdens de sanitair warmwaterproductie op verlaagd
niveau.
Enkel sanitair warmwater wanneer dit echt nodig is.
Energiebesparing.
Indien het warm water met behulp van een thermo-
staat wordt aangevraagd, is productie van sanitair
warmwater met verlaagde instelwaarde niet meer
mogelijk.
Instelwaarden voor het sanitair warmwa-
ter
Voor het sanitair warmwater kunnen twee verschillen-
de instelwaarden worden geprogrammeerd:
De instelwaarde van de sanitair warmwatertempe-
ratuur - hiermee wordt de gewenste sanitair warm-
watertemperatuur tijdens de voornaamste uren van
gebruik bereikt (regel 18).
De verlaagde instelwaarde van de sanitair warm-
watertemperatuur – hiermee wordt de gewenste
sanitair warmwatertemperatuur tijdens de daluren
bereikt.
Werkingstijden
De tijdstippen waarop het sanitair warmwater op deze
instelwaarden moet worden opgewarmd, kunnen op
regel 28 worden ingesteld.
Warmtevraag voor een verlaagde
112
instelwaarde van de sanitair warmwater-
temperatuur
Type warmtevraag voor een verlaagde instelwaarde
van de sanitair warmwatertemperatuur.
In de context van de productie van alternatieve ener-
gievormen wenst men vaak geen vervroegde ontgren-
deling van de cascade voor de lading van het sanitair
warmwater tijdens de daluren.
Men kan kiezen tussen twee procedures waarmee een
vroegtijdige of een laattijdige ontgrendeling van de
cascade overeenstemt.
De instelling bepaalt of de warmteproductie al dan niet
ontgrendeld wordt om de verlaagde instelwaarde van
de sanitair warmwatertemperatuur te behouden:
0 Neen (gebruik met het bufferreservoir en een alter-
natieve warmtebron).
Tijdens de daluren tracht men via een energietoe-
voer het sanitair warmwater afkomstig van het buf-
ferreservoir, te brengen op het niveau van de ver-
laagde instelwaarde van de sanitair warmwatertem-
peratuur. De functie "beveiliging tegen ontlading"
verhindert hierbij een onvrijwillig uitgevoerde ontla-
ding. De cascade zal pas ontgrendeld worden om de
lading van sanitair warmwater toe te laten (aanvoer
van sanitair warmwater) wanneer de verlaagde
instelwaarde van de sanitair warmwatertemperatuur
nog eens met 10 K daalt.
1 Ja (standaard procedure)
Het sanitair warmwater wordt tijdens de daluren
opgewarmd om het niveau van de verlaagde instel-
waarde van de sanitair warmwatertemperatuur te
bereiken. Deze opwarming gebeurt via een warmte-
vraag aan de warmteproductie (individuele ketel of
cascade).
Voorrang van het sanitair warmwater
110
Optimale verdeling van het vermogen.
Bepaalt de voorrang voor de sanitair warmwaterpro-
ductie ten opzichte van de verwarming van de ruimten.
Naargelang de instelling wordt de verwarmingskring
geblokkeerd tijdens de lading van het sanitair warm-
water.
De functies worden slechts in relatie met de productie
van sanitair warmwater via de laadpomp van de boiler
geactiveerd.
0 Absolute voorrang
De interne verwarmingskring van de regelaar en de
verwarmingskringen van andere aangesloten rege-
laars worden geblokkeerd tot het sanitair warmwater
is opgewarmd.
1 Mobiele voorrang
Dit type voorrang heeft vooral belang indien men
naar een systeem met mengkringen evolueert.
Wanneer het vermogen van de warmtegeneratoren
niet meer volstaat, worden de mengkringen geblok-
keerd tot het sanitair warmwater is opgewarmd. De
andere verbruikers blijven gedeblokkeerd zolang de
instelwaarde van de keteltemperatuur kan behouden
blijven. Indien dit niet meer het geval is, worden die
buiten werking gesteld in het kader van de absolute
voorrang.
2 Geen prioriteit
De lading van het sanitair warmwater gebeurt paral-
lel met de warmteproductie.
Voor ketels en mengkringen die amper voldoende
gedimensioneerd werden, is het mogelijk dat, bij een
belangrijke warmtevraag, de instelwaarde van de
temperatuur niet wordt bereikt in de mate dat teveel
warmte in de richting van de verwarmingskring
afvloeit.
21