Instellingen die de gebruiker moet uitvoeren
Verwarmingsprogramma
De verwarming werkt enkel wanneer er werkelijk
behoefte is aan warmte. De verwarmingstijden kunnen
in functie van het dagverloop ingesteld worden. Een
degelijk gebruik van het verwarmingsprogramma laat
toe energie te besparen.
De dag voorinstellen
10
Deze instelling en de omschakeltijdstippen definiëren
het actief verwarmingsprogramma in het kader van de
automatische werkingsmodus.
Hiermee kan een volledige week (1-7) of kunnen indi-
viduele dagen (1 ... 7) vooringesteld worden.
Volledige week 1-7
De omschakeltijdstippen die op de regels 11 ... 16
worden ingebracht, zijn identiek voor alle dagen van
de week, van maandag tot zondag.
Tip: voer eerst met Volledige week (1-7) de omscha-
keltijdstippen in die voor de meeste dagen gewenst
zijn, en wijzig vervolgens de andere dagen met
Individuele dagen (1 ... 7).
1 ... 7 Individuele dagen
De instelling van de omschakeltijdstippen die op de
regels 11 ... 16 worden ingebracht, heeft enkel betrek-
king op de individuele dag die hier geselecteerd wordt.
De dag voorinstellen en de corresponderende
omschakeltijdstippen invoeren. Deze regeling moet
herhaald worden voor alle dagen waarvoor een ver-
schillend verwarmingsprogramma moet worden voor-
zien.
...
Omschakeltijdstippen
16
11
Stel eerst de dag in (instelling op regel 10) waarvoor
de omschakeltijdstippen moeten worden ingevoerd.
De ingevoerde waarden worden vervolgens gecontro-
leerd door de regelaar om te zien of ze in de juiste
volgorde werden ingevoerd en vervolgens geklas-
seerd.
Uitwerking
Het programma schakelt op de ingevoerde tijdstippen
over op de corresponderende instelwaarden.
Onderstaande tabel "Overzichtschema van het pro-
gramma" duidt de omschakeltijdstippen aan waarop de
instelwaarden actief worden.
- -:- -
Omschakeltijdstip niet actief
00:00...24:00
Op het ingevoerde tijdstip zal de
installatie opwarmen tot de correspon-
derende temperatuur is bereikt.
8
Overzichtschema van het programma
Omschakeltijdstip Instelwaarde
11
aan, fase 1
instelwaarde op
12
uit, fase 1
13
aan, fase 2
instelwaarde op
14
uit, fase 2
15
aan, fase 3
instelwaarde op
16
uit, fase 3
Invloed van de ruimtevoeler
Indien een ruimtevoeler DC 70 gebruikt wordt, kan het
verwarmingsprogramma "overschreven" worden, ech-
ter enkel indien werkingsmodus "AUTO" op de rege-
laar is ingesteld.
Instelwaarde van de sanitair warm-
18
watertemperatuur
Enkel warmwater wanneer dit echt nodig is.
De gewenste sanitair warmwatertemperatuur tijdens
de voornaamste uren van gebruik (b.v. overdag).
Instelwaarde van de nachttempera-
19
tuur
Lagere kamertemperatuur buiten de uren van gebruik,
bijvoorbeeld 's nachts.
Met deze instelling wordt de kamertemperatuur gewij-
zigd in functie van de specifieke gegevens van het
gebouw tijdens de verwarmingsperiode op nachttem-
peratuur.
Energiebesparing.
Indien de instelling niet op de gewenste waarde overs-
chakelt, is het mogelijk dat de draaiknop voor een te
laag niveau is ingesteld. Er kan geen waarde worden
ingebracht die hoger is dan de huidige instelling van de
draaiknop.
Standaard
temperatuur
06:00
de draaiknop
verlaagde
22:00
instelwaarde
- - : - -
de draaiknop
verlaagde
- - : - -
instelwaarde
- - : - -
de draaiknop
verlaagde
- - : - -
instelwaarde