Instellingen die de installateur moet uitvoeren
De regelaar instellen
Wat zijn legionellabacteriën?
Legionellabacteriën zijn bacteriën die in sanitaire
warmwaterinstallaties kunnen voorkomen.
Deze bacteriën vermenigvuldigen zich het snelst tus-
sen 32 °C en 42 °C en worden gedood tussen 60 °C
en 65 °C. Wanneer deze bacteriën worden ingeademd
(b.v. in het geval van een zuinige douche), kunnen ze
longontsteking veroorzaken (legionairsziekte) of aan-
leiding geven tot Pontiac-koorts. Verbruik in de vorm
van drinkwater is onschadelijk.
CommunicatieBUS
- Configuratie van systemen.
- Vlotte uitbreidingsmogelijkheid van een installatie.
- Communicatie voor een verwarmingssysteem.
Adres van het toestel
85
Het adres van het toestel en het segmentadres zijn
een adrestype in het bussysteem.
Elk toestel moet over een correct adres beschikken
opdat de communicatie verzekerd zou zijn.
De invoer van het adres van het toestel is voorname-
lijk nuttig in het geval een combinatie van toestellen of
een systeem gebruikt wordt. Dankzij het adres worden
de regelaars op een verschillende manier in een zelf-
de segment ingedeeld.
Adres
Uitwerking Voorbeeld
0
Autonoom
1
Master
(BUS)
2 ... 16
Slave
(BUS)
Adres van de toestellen
Het adres van een toestel moet continu in functie van
de aangesloten toestellen toegewezen worden. Het is
niet toegelaten meerdere keren een zelfde adres aan
een bussegment toe te wijzen want anders treden
communicatiefouten op. Elk segment moet over een
master-toestel beschikken (adres 1).
De adressering maakt deel uit van de projectstudie.
Adres van de segmenten
86
Het segmentadres en het adres van het toestel zijn
een adresseringsmodus in het bussysteem.
Elk toestel moet over een correct adres beschikken
opdat de communicatie verzekerd zou zijn.
Individuele regelaar
Regelaar met
masterfunctie, voornaam
ste warmtegenerator
Segmentregelaar, b.v. van
andere units DC 214 of
DC 121
De invoer van het segmentadres is voornamelijk nuttig
in het geval een systeem gebruikt wordt. Dankzij deze
instelling kan het systeem in verschillende segmenten
worden onderverdeeld.
Segmentnummer
Een bussegment omvat een reeks toestellen die op
dezelfde plaats gebruikt worden. Alle toestellen van
een segment moeten hetzelfde segmentadres verto-
nen.
92
93
94
95
Nominaal ketelvermogen 1-4
Inachtname van de verschillende vermogens van
warmteproductie.
Via de instelling van deze parameter kent de regelaar
de ratio van de vermogens van de aangesloten con-
densatieketels en kan hij die in rekening brengen in het
kader van de strategie van werkingsduur en van de
gecoördineerde sturing van de ketels.
Instellingen
●
Selecteer de programmaregel met behulp van de
toetsen voor regelselectie.
●
Stel de nominale ketelvermogens in met behulp van
de toetsen plus/min.
Regel
Ketelnr.
Instel - Eenheid Standaard
bereik
92
Ketel 1
0...255
93
Ketel 2
0...255
94
Ketel 3
0...255
95
Ketel 4
0...255
De regelaar gebruikt enkel de ratio van de gere-
gistreerde cijfers. Deze instelling heeft uitwerking op
de sturing van de ketels en op de strategie van wer-
kingsduur.
Sturing van de ketels
Volgens de ratio van de vermogens tussen de piloot-
ketel en de ketels in cascade, nemen de ketels in cas-
cade met een gedifferentieerde snelheid het vermogen
van de pilootketel aan.
Strategie van werkingsduur
Volgens de prestaties van de verschillende ketels van
de cascadeschakeling, worden, vroegtijdig of laattijdig,
bijkomende ketels aan- of uitgeschakeld.
kW
35
kW
35
kW
35
kW
35
17