Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

OERTLI DomoCommand DC 214 Gebruiksaanwijzing pagina 33

Cascade-regeling in functie van de externe omstandigheden voor modulerende condensatieketels
Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen die de installateur moet uitvoeren
Informatieverschaffing over het onderhoud
175
176 177 178
Werkingstijden van de branders, ketels
1 – 4
Overzicht van de werkingstijden van de branders van
de ketels.
Criterium voor de onderhoud- en herstellingswerk-
zaamheden.
Criterium voor de aanpassing van de strategie van de
sturing in cascade.
Op het scherm verschijnt het aantal uur gedurende
dewelke de corresponderende ketel in werking was
sinds de indienststelling van de regelaar.
Regel 175 Werkingstijden van de brander van ketel 1
Regel 176 Werkingstijden van de brander van ketel 2
Regel 177 Werkingstijden van de brander van ketel 3
Regel 178 Werkingstijden van de brander van ketel 4
179
Werkingstijden tot de omschakeling
Geeft weer hoeveel uren de huidige pilootketel nog in
werking is vooraleer de volgende omschakeling van de
ketelsequentie plaats vindt.
180
Weergave van de stroomvoorziening
naar de BUS
Overzicht van de werkingsstatus van de stroomtoe-
voer naar de BUS van de regelaars.
De weergave geeft inlichtingen over de tijdelijke toe-
voer van elektrische stroom naar de BUS.
AAN – De stroomvoorziening van de BUS van de
regelaar is momenteel actief.
UIT – De stroomvoorziening van de BUS van de rege-
laar is momenteel niet actief.
De stroomtoevoer naar de BUS kan op een gediffe-
rentieerde manier verlopen. De programmering hier-
van gebeurt ter hoogte van programmaregel 148.
Weergave van de status van de
181
BUS-verbinding
Weergave van de status van de transmissies die via
de BUS verlopen.
Duidt aan of een verbinding momenteel actief is.
AAN – Verbinding actief. De regelaar communiceert
met een andere regelaar via de BUS.
UIT – Verbinding niet actief.
Leverancier van de buitentempera-
182
tuur
Weergave + lokalisatie van de huidige meting van de
buitentemperatuur.
Indien meerdere regelaars onderling verbonden zijn,
volstaat één enkele buitenvoeler. Deze voeler is aan-
gesloten op een regelaar die vrij gekozen kan worden
en levert het signaal via het BUS systeem. De rege-
laars waarop geen voeler is aangesloten, vangen via
het BUS systeem het signaal dat overeenstemt met de
buitentemperatuur, op van een regelaar waarop een
voeler is aangesloten.
Wanneer de gebruiker de commandoregel oproept,
verschijnt automatisch het adres van de buitenvoeler
die momenteel de buitentemperatuur levert.
---.-- Geen buitenvoeler leesbaar
01.02 Adres van de buitenvoeler
Het eerste cijfer komt overeen met het segmentnum-
mer (01.).
Het tweede cijfer komt overeen met het toestelnummer
(.02).
Weergave van de status van de ver-
187
binding
Interface voor een ruimtevoeler
Wanneer de gebruiker de regel oproept, verschijnt
automatisch de status van de verbinding met de ruim-
tevoeler. Indien de verbinding vrij is van fouten, wordt
de identificatie van het toestel weergegeven onder de
vorm van een getal.
0 0 0 Kortsluiting
- - -
Geen verbinding
82
Ruimtevoeler DC 50
83
Ruimtevoeler DC 70
102
Branderautomaat van de ketel
Weergave van het installatieschema
199
Eenvoudige controle van de configuratie. Wanneer de
gebruiker de commandoregel oproept, verschijnt het
nummer van de laatste versie van het installatiesche-
ma (zie ook onder Installatieschema's op blz. 34).
Installatieschema
De regelaar reconstrueert de laatste versie van het
installatieschema uitgaande van randapparatuur en
van parameterinstellingen. Het installatieschema
wordt weergegeven onder de vorm van een cijfer dat
overeenstemt met het installatieschema.
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave