Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Gegevensvelden Aanpassen; De Widgetlijst Aanpassen; Waarschuwingen; Een Terugkerende Waarschuwing Instellen - Garmin Forerunner 45 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De gegevensvelden aanpassen

U kunt gegevensvelden aanpassen aan uw trainingsdoelen of
optionele accessoires. U kunt gegevensvelden aanpassen om
bijvoorbeeld uw rondetempo en hartslagzone weer te geven.
1
Selecteer START en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Opties > Gegevensschermen.
3
Selecteer een pagina.
4
Selecteer een gegevensveld om het te wijzigen.

De widgetlijst aanpassen

U kunt de volgorde van widgets in de widgetlijst wijzigen,
widgets verwijderen en nieuwe widgets toevoegen.
1
Houd op de watch face UP ingedrukt.
2
Selecteer
> Widgets.
3
Selecteer een widget.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Sorteer om de locatie van de widget in de
widgetlijst te wijzigen.
• Selecteer Verwijder om de widget uit de widgetlijst te
verwijderen.
5
Selecteer Voeg widgets toe.
6
Selecteer een widget.
De widget wordt toegevoegd aan de widgetlijst.

Waarschuwingen

U kunt waarschuwingen gebruiken om te trainen op
doelstellingen die zijn gebaseerd op hartslag, tijd, afstand,
calorieën en tempo, en om tijdintervallen voor hardlopen/
wandelen in te stellen.

Een terugkerende waarschuwing instellen

Een terugkerende waarschuwing wordt afgegeven telkens
wanneer het toestel een opgegeven waarde of interval
registreert. U kunt bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30
minuten waarschuwt.
1
Selecteer START op de watch face.
2
Selecteer een activiteit.
3
Selecteer Opties > Verbindingsmeldingen > Voeg nieuw
toe.
4
Selecteer Tijd, Afstand of Calorieën.
5
Schakel de waarschuwing in.
6
Selecteer een waarde of voer er een in.
Telkens als u de opgegeven waarde voor een waarschuwing
bereikt, wordt een bericht weergegeven. Het toestel geeft ook
een pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld
toestelgeluiden instellen, pagina

Hartslagwaarschuwingen instellen

U kunt het toestel zo instellen dat u een waarschuwing krijgt
wanneer uw hartslag boven of onder een doelzone of een door
u ingesteld bereik ligt. Zo kunt u bijvoorbeeld instellen dat het
toestel u waarschuwt als uw hartslag lager is dan 150 bpm
(slagen per minuut).
1
Selecteer START op de watch face.
2
Selecteer een activiteit.
3
Selecteer Opties > Verbindingsmeldingen > Voeg nieuw
toe > Hartslag.
4
Selecteer een optie:
• Als u het bereik van een bestaande hartslagzone wilt
gebruiken, selecteert u die hartslagzone.
• Als u de maximumwaarde wilt aanpassen, selecteert u
Aangepast > Hoog en voert u een waarde in.
14
(De
16).
• Als u de minimumwaarde wilt aanpassen, selecteert u
Aangepast > Laag en voert u een waarde in.
Telkens als u boven of onder het opgegeven bereik of de
aangepaste waarde komt, wordt een bericht weergegeven. Het
toestel geeft ook een pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn
ingeschakeld
(De toestelgeluiden instellen, pagina

Ronden op afstand markeren

U kunt instellen dat uw toestel de Auto Lap
waardoor een ronde na elke kilometer of mijl automatisch wordt
gemarkeerd. U kunt ronden ook handmatig markeren. Dit is
handig als u uw prestaties tijdens verschillende delen van een
activiteit wilt vergelijken.
1
Selecteer START op de watch face.
2
Selecteer een activiteit.
3
Selecteer Opties > Ronden > Auto Lap.
Telkens wanneer u een ronde voltooit, wordt er een bericht
weergegeven met de rondetijd. Het toestel geeft ook een
pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld
toestelgeluiden instellen, pagina
tijdens het geselecteerde activiteitenprofiel ingeschakeld, totdat
u deze uitschakelt.
U kunt indien nodig de gegevensschermen aanpassen en extra
rondegegevens laten weergeven
aanpassen, pagina
14).

De ronde-knop inschakelen

U kunt BACK aanpassen en als een ronde-knop laten werken
tijdens activiteiten met tijdmeting.
1
Selecteer START en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Opties > Ronden > Ronde-toets.
De ronde-knop blijft tijdens het geselecteerde activiteitenprofiel
ingeschakeld, totdat u deze uitschakelt.
De Auto Pause
functie gebruiken
®
U kunt de Auto Pause functie gebruiken om de timer
automatisch te pauzeren wanneer u stopt met bewegen. Dit is
handig als in uw activiteit verkeerslichten of andere plaatsen
waar u moet stoppen, voorkomen.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer
de timer is gestopt of gepauzeerd.
1
Selecteer START op de watch face.
2
Selecteer een activiteit.
3
Selecteer Opties > Auto Pause > Zodra gestopt.
De Auto Pause functie blijft tijdens de geselecteerde activiteit
ingeschakeld, totdat u deze uitschakelt.

De GPS-instelling wijzigen

Het toestel gebruikt standaard GPS om satellieten te zoeken.
Ga voor meer informatie over GPS naar
/aboutGPS.
1
Selecteer START op de watch face.
2
Selecteer een activiteit.
3
Selecteer Opties > GPS.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Alleen GPS om het GPS-satellietsysteem in te
schakelen.
• Selecteer GPS + GLONASS (Russisch satellietsysteem)
voor nauwkeurigere positiegegevens in situaties met
slecht zicht op de lucht.
• Selecteer GPS + GALILEO (satellietsysteem van de
Europese Unie) voor nauwkeurigere positiegegevens in
situaties met slecht zicht op de lucht.
16).
®
functie gebruikt,
(De
16). De functie Auto Lap blijft
(De gegevensvelden
www.garmin.com
Uw toestel aanpassen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Forerunner 45 plus

Inhoudsopgave