Kalibratie van de voetsensor
De voetsensor kalibreert zichzelf. De nauwkeurigheid van de
snelheid- en afstandsgegevens verbetert na een aantal
hardloopsessies in de buitenlucht met behulp van GPS.
Kalibratie van de voetsensor verbeteren
Voordat u het toestel kunt kalibreren, hebt u GPS-signalen nodig
en moet u het toestel koppelen met de voetsensor
sensoren koppelen, pagina
12).
De voetsensor beschikt over automatische kalibratie, maar u
kunt de nauwkeurigheid van de snelheids- en afstandsgegevens
verbeteren met een paar hardloopsessies met ingeschakelde
GPS.
1
Sta buiten 5 minuten stil met goed uitzicht op de lucht.
2
Start een hardloopactiviteit.
3
Loop 10 minuten hard zonder te stoppen.
4
Stop uw activiteit en sla deze op.
De kalibratiewaarde van de voetsensor verandert mogelijk op
basis van de vastgelegde gegevens. U hoeft uw voetsensor
niet opnieuw te kalibreren tenzij uw hardloopstijl verandert.
Uw voetsensor handmatig kalibreren
Voordat u het toestel kunt kalibreren, moet u het koppelen met
de voetsensor
(Uw ANT+ sensoren koppelen, pagina
Handmatige kalibratie wordt aanbevolen als u uw kalibratiefactor
weet. Als u een voetsensor hebt gekalibreerd met een ander
Garmin product, weet u mogelijk uw kalibratiefactor.
1
Houd op de watch face UP ingedrukt.
2
Selecteer
> Sensoren en accessoires.
3
Selecteer uw voetsensor.
4
Selecteer Cal. Factor > Stel waarde in.
5
Pas de kalibratiefactor aan:
• Verhoog de kalibratiefactor als de afstand te kort is.
• Verlaag de kalibratiefactor als de afstand te lang is.
Snelheid en afstand van voetsensor instellen
Voordat u de snelheid en afstand van de voetsensor kunt
kalibreren, moet u het toestel koppelen met de voetsensor
ANT+ sensoren koppelen, pagina
U kunt uw toestel instellen om snelheid en afstand te berekenen
met de voetsensorgegevens in plaats van GPS-gegevens.
1
Houd op de watch face UP ingedrukt.
2
Selecteer
> Sensoren en accessoires.
3
Selecteer uw voetsensor.
4
Selecteer Snelheid of Afstand.
5
Selecteer een optie:
• Selecteer Binnen als u met uitgeschakelde GPS traint,
meestal binnen.
• Selecteer Altijd als u uw voetsensorgegevens wilt
gebruiken ongeacht de GPS-instelling.
Een optionele fietssnelheids- of fietscadans-
sensor gebruiken
Met een compatibele fietssnelheids- of fietscadanssensor kunt u
gegevens verzenden naar uw toestel.
• Koppel de sensor met uw toestel
koppelen, pagina
12).
• Stel de wielmaat in
(Wielmaat en omvang, pagina
• Maak een rit
(Een activiteit starten, pagina
Uw toestel aanpassen
(Uw ANT+
12).
(Uw
12).
(Uw ANT+ sensoren
20).
2).
Uw toestel aanpassen
Uw gebruikersprofiel instellen
U kunt uw lengte, gewicht, geboortejaar, geslacht en maximale
hartslag, bijwerken
(Uw maximale hartslag instellen, pagina
Het toestel gebruikt deze informatie om trainingsgegevens te
berekenen.
1
Houd op de watch face UP ingedrukt.
2
Selecteer
> Gebruikersprofiel.
3
Selecteer een optie.
Activiteitopties
Activiteitopties zijn een verzameling instellingen waarmee u het
gebruiksgemak van het toestel kunt optimaliseren. Als u het
toestel gebruikt bij het wandelen zijn de instellingen en
gegevensschermen bijvoorbeeld anders dan wanneer u het
toestel gebruikt bij het fietsen.
Als u een profiel gebruikt en u instellingen zoals
gegevensvelden of waarschuwingen wijzigt, worden die
wijzigingen automatisch als onderdeel van de activiteit
opgeslagen.
Uw activiteitopties aanpassen
U kunt uw instellingen, gegevensvelden en meer aanpassen
voor een bepaalde activiteit.
1
Selecteer START op de watch face.
2
Selecteer een activiteit.
3
Selecteer Opties.
4
Selecteer een optie:
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle
activiteiten.
• Selecteer Workouts om een workout te doen, weer te
geven of te bewerken
• Selecteer Gegevensschermen om de
gegevensschermen en gegevensvelden aan te passen
(De gegevensvelden aanpassen, pagina
• Selecteer Verbindingsmeldingen om uw
trainingswaarschuwingen aan te passen
(Waarschuwingen, pagina
• Selecteer Ronden om in te stellen hoe rondes worden
gemarkeerd
(Ronden op afstand markeren, pagina
• Selecteer Auto Pause om in te stellen wanneer de
activiteitentimer automatisch pauzeert
functie gebruiken, pagina
• Selecteer GPS om GPS uit te schakelen
(Indoortrainingen, pagina
wijzigen
(De GPS-instelling wijzigen, pagina
Alle wijzigingen die u aanbrengt worden opgeslagen in de
activiteit.
Weergegeven activiteiten wijzigen
Uw toestel heeft standaardactiviteiten, zoals Hardlopen en
Fietsen. U kunt extra activiteiten selecteren die op uw toestel
worden weergegeven.
1
Selecteer op de Garmin Connect app
2
Selecteer Garmin toestellen.
3
Selecteer uw toestel.
4
Selecteer Activiteitopties > Weergegeven activiteiten >
Wijzig.
5
Selecteer de activiteiten die u wilt weergeven op uw toestel.
6
Selecteer OK.
Synchroniseer uw toestel met de Garmin Connect app om de
bijgewerkte activiteiten weer te geven
synchroniseren met Garmin Connect, pagina
(Een workout volgen, pagina
14).
14).
(De Auto Pause
14).
4) of de satellietinstelling te
14).
of
.
(Gegevens handmatig
6).
9).
2).
14).
®
13