• Als nu de toets „START/ENTER"
seconden), dan worden alle instellingen uit de van tevoren uitgekozen
geheugenplaats geladen. Op het display verschijnt "LOAD".
De gegevens worden overgenomen, alle instellingen volgens de opgeslagen waarden.
15. Diverse fundamentele instellingen („USER SET")
De totale menustructuur kunt u op de uitklapbare kant in de juiste volgorde bekijken.
Hier zijn ook de toetsfuncties m.b.t. de bediening aangegeven.
• Selecteer in het hoofdmenu met de toets „BATT.TYPE/STOP" het „USER"-menu.
• Druk op de toets „START/ENTER" en op het display verschijnt bijv. de volgende weergave:
• Hier kan een van de drie lithium-accutypen worden geselecteerd die geschikt zijn voor het laadappa-
raat („LiIo", „LiPo", „LiFe").
• Druk kort op de toets „START/ENTER". Vervolgens knippert de spanningswaarde.
• Met de toetsen „INC" resp. „DEC" kan de celspanning „3.3", „3.6" of „3.7" worden geselecteerd. Gelijk-
tijdig wisselt op de bovenste regel het bijbehorende accutype.
• Bevestig de keuze van het lithium-accutype met de toets „START/ENTER". De spanningswaarde stopt
met knipperen.
De hier gemaakte instelling van het lithium-accutype geldt vervolgens voor ALLE overige
functies, bijv. het laden, ontladen, enz. zie ook hoofdstuk 10.
• Wissel met de toets „INC" naar de volgende instelling (resp. met de toets „DEC" naar de voorafgaande
instelling).
• Hier kan de tijd worden ingesteld waarop het laadapparaat een aangesloten lithium-accu controleert op
het correcte aantal cellen en eventueel het laadproces afbreekt.
• Met name bij diepontladen accu's kan dit handig zijn. Stel bij een accu met een hogere capaciteit een
langere tijdsduur in en bij een accu met een kleinere capaciteit een dienovereenkomstige kortere tijd.
All manuals and user guides at all-guides.com
langer wordt ingedrukt (ca. 3,
135