Doseringssysteem
Het doseringssysteem moet de toevoeging van reagens
mogelijk maken voor de conditionering op de gekozen punten,
binnen het noodzakelijke bereik en in de noodzakelijke
concentratie om de parameterwaarden van het water binnen
het gewenste bereik te houden.
De dosering van de conditioneringsmiddelen in het sanitair
warme water moet uitgevoerd worden door doseerapparatuur
die in staat is om een invoer te garanderen die in verhouding
staat tot het bereik.
Keuze en toepassing van de conditioneringsmiddelen
In de paragraaf "Eigenschappen van het water voor
verwarmingsinstallaties" wordt een algemene indicatie
gegeven van het nut of de noodzaak van het uitvoeren van
een chemische conditionering.
Een dergelijke indicatie kan niet gedetailleerd zijn, omdat dit
van de kenmerken van het circuit zelf afhangt.
In ieder geval is duidelijk gebleken dat de voorgestelde
conditionering vooral tot doel heeft de installaties met een
specifieke of polyvalente werking tegen verschijnselen van
corrosie en afzettingen te beschermen.
Sanering van installaties
De opgesomde behandelingen hebben tot doel het water in
de installaties in optimale bedrijfscondities te houden.
Geleidelijk aan kunnen ze ook installaties die eerder
onderhevig waren aan niet bijzonder ernstige verschijnselen
van afzettingen en corrosie saneren.
Indien dit niet het geval is, moet gespecialiseerd personeel
de installatie een specifieke voorbehandeling geven om
deze te saneren.
Eigenschappen van het water voor
verwarmingsinstallaties
Hieronder worden de limieteigenschappen gegeven van
het voedingswater (eerste vulling en daaropvolgende
aanvullingen) en het bedrijfswater (dat zich in de installatie
bevindt).
In de ontwerpfase moeten op basis van de kenmerken van
het ruw water alle noodzakelijke behandelingsinstallaties
en chemische conditioneringen voorzien worden die
noodzakelijk zijn om water te verkrijgen met de hierna
genoemde eigenschappen.
Het is de taak van de beheerder om in de loop der tijd de
eigenschappen van het water binnen de limieten te houden,
door de noodzakelijke controles en daaruit voortvloeiende
ingrepen uit te voeren.
b
Een correcte vaststelling en handhaving van de
eigenschappen van het water binnen de aangegeven
limieten garandeert het resultaat dat in de doelstellingen
van de huidige norm voorzien is. Het is evenwel
gepast om te melden dat dergelijke doelstellingen ook
afhankelijk zijn van een correct ontwerp en beheer
van de totale installatie, in afwezigheid waarvan er
problemen kunnen ontstaan die soms onterecht aan de
eigenschappen van het water worden toegeschreven;
daarbij noemen wij als belangrijkste:
- een ontbrekende of inefficiënte warmteregeling
- contacten tussen twee meerdere metaallegeringen of
onjuiste metalen sequenties
- het overmatig bijvullen van de verwarmingscircuits
- een imperfecte opruiming
- het te snel stromen van het water in de circuits
- de hercirculatie in open expansievaten
- een onjuiste materiaalkeuze
- ontoereikende ontstoppingen
Verwarmingsinstallaties met warm water
Voorgeschreven behandelingen
Bij alle installaties is chemische conditionering noodzakelijk.
Bij installaties met een vermogen van meer dan 350 kW moet
een veiligheidsfilter geïnstalleerd worden (in alle gevallen
hoe dan ook aan te raden) en, als het water een totale
hardheid heeft van meer dan 15°fr, een waterontharder om
de hardheid binnen de voorziene limieten te brengen.
Interventiepunten
De behandelingsinstallaties moeten stroomopwaarts van de
vul- en suppletieleidingen van de te beschermen installaties
geïnstalleerd worden, om zowel het water van de eerste
vulling als die van de daaropvolgende bijvullingen te kunnen
behandelen.
Het punt waar de conditioneringsmiddelen worden
toegevoegd moet zodanig zijn dat er indien nodig snel
gehandeld kan worden: Het ideaal toevoerpunt bevindt
zich in de hoofdstroom van de installatie, in een zone van
maximale turbulentie, bijvoorbeeld stroomopwaarts van de
circulatiepompen.
Eigenschappen van het vul- en suppletiewater
Uitzicht
Totale hardheid
Opmerking: bij verwarmingsinstallaties met een capaciteit
van minder dan 350 kW kan, indien het vul- of suppletiewater
een hardheid heeft van minder dan 35°fr, de waterontharder
door een geschikt chemisch conditioneringsmiddel
vervangen worden.
Eigenschappen van het water van het circuit
Uitzicht
pH
Conditioneringsmiddelen
IJzer (Fe)
Koper (Cu)
Controles
De werkingcontroles van de waterbehandelingsinstallaties,
zoals de naleving van de limieteigenschappen van het
water, moeten door degene die de installatie beheert
volgens de voorgeschreven modaliteiten en tijdstippen
uitgevoerd worden, aangezien de verantwoordelijkheid van
de leverancier ophoudt bij de levering en het testen van
de installaties en conditioneringsmiddelen die geschikt zijn
voor het bereiken en het behouden van de geproduceerde
eigenschappen.
TECHNISCHE SERVICEDIENST
Helder
Minder dan 15°fr
Helder
Hoger dan 7 (bij radiatoren
m e t
e l e m e n t e n
v a n
aluminium of van lichte
legeringen moet de pH ook
minder dan 8 zijn)
A a n w e z i g b i n n e n d e
d o o r d e l e v e r a n c i e r
v o o r g e s c h r e v e n
concentraties
< 0,5 mg/kg
< 0,1 mg/kg
65