De technische klantenservice en degene die belast is met het beheer van de verwarmingsinstallatie (48 pagina's)
Samenvatting van Inhoud voor Riello TAU Unit 50
Pagina 1
TAU Unit 50 - 70 - 100 - 115 - 140 NL AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR EN DE TECHNISCHE KLANTENSERVICE...
Pagina 2
MODEL CODE heid in staat is gedurende lange tijd voor een maximaal welzijn TAU Unit 50 20144105 te zorgen. TAU Unit 70 20144106 Met dit boekje verschaffen we u de informatie die we nood-...
ALGEMEEN ALGEMEEN Voordat het apparaat wordt aangesloten op de hydraulische installatie en het gasnet, en elektrisch wordt gevoed, kan het worden blootgesteld aan temperaturen tussen de 4 °C Algemene voorschriften en 40 °C. Zodra het apparaat in staat is om de antivriesfunc- tie te activeren, kan het worden blootgesteld aan tempera- turen tussen de -20 °C en 40°...
ALGEMEEN Beschrijving van het apparaat − Rookgasthermostaat: bevindt zich in het onderste ge- deelte van de warmtewisselaar en grijpt in bij een hoge De thermische condenswatereenheid TAU Unit is een warmwa- temperatuur van de rookgassen (> 75°C). tergenerator, met een hoog thermisch rendement, voor de ver- −...
ALGEMEEN Technische gegevens TAU Unit TAU Unit TAU Unit TAU Unit TAU Unit BESCHRIJVING condensatieverwarming Type apparaat B23, B23P , B53P , C13(*), C33(*), C43(*), C53(*), C63(*), C83(*), C93(*) IT-CH-PT: G20=20mbar G31=37mbar FR: G20/G25 - 20/25 mbar G31=37mbar Brandstof BE: G20/G25 - 20/25 mbar DE: G20=20mbar G31=50mbar IT-CH-PT: II2H3P IT-CH-PT: II2H3P...
Houd bij het dimensioneren rekening met het belastingsverlies aan de waterzijde van de verwarmingsketel, zoals in de grafiek hieronder afgebeeld wordt. Belastingsverlies aan de waterzijde van de generatoren Druk verlies (mbar) TAU Unit 50 TAU Unit 70 TAU Unit 100 TAU Unit 115...
ALGEMEEN Plaatsing van de sondes SONDES INGEVOERD IN DE DOMPELHULZEN VAN DE VERWARMINGS- KETEL: Sonde rookgassen Veiligheidsthermostaat Toevoersonde Retoursonde Limietthermostaat rookgassen Achteraanzicht Vooraanzicht 1.10 Bedieningspaneel 04:29 12.0 °C " " CV Setpoint 48.0 °C " " " " INTERFACE BEDIENINGEN Hoofdschakelaar (op het achterpaneel van het Display van 255x80 punten (106,4x39,0mm) met apparaat)
INSTALLATIE 2 INSTALLATIE Afmetingen en gewicht TAU Unit TAU Unit TAU Unit TAU Unit TAU Unit Ontvangst van de producten L (mm) De thermische eenheid TAU Unit wordt geleverd op een pallet, P (mm) beschermd door een krasbestendige doek en een houten krat. H (mm) 1550 1550...
INSTALLATIE Verplaatsen en verwijderen van de Verwijder eerst de verpakking en verplaats de verwarmingsketel verpakking daarna als volgt met de hand: − Verwijder het voorste paneel door het naar zich en om- hoog te trekken Draag persoonlijke veiligheidskleding tijdens het verwijde- ren van de verpakking en het vervoer en gebruik middelen die geschikt zijn voor de afmetingen en het gewicht van het toestel.
INSTALLATIE 2.4.1 Aanbevolen min.afstand In het geval van een vlakke en gladde vloer en voor kleine ver- plaatsingen, kan de thermische eenheid licht worden opgehe- ven en worden bewogen met behulp van de wielen (8). Op de afbeelding staan de afstanden vermeld die moeten wor- den aangehouden met het oog op de montage en het onder- houd van de verwarmingsketel.
De verwarmingsketels TAU Unit werden ontworpen en gerealiseerd om geïnstalleerd te worden op installatie voor verwarming en de productie van sanitair warm water. De hydraulische aansluitingen hebben de volgende kenmerken: Mee- BESCHRIJVING TAU Unit 50 TAU Unit 70 TAU Unit 100 TAU Unit 115...
INSTALLATIE Gasaansluiting 2.8 Afvoer rookgas en aanzuiging verbrandingslucht Het apparaat wordt standaard geleverd in de type B configu- ratie, die vervolgens wordt opgesteld om lucht rechtstreeks in de installatieruimte te zuigen via de ventilatieopeningen die in overeenkomst met de Technische Voorschriften moeten worden verwezenlijkt.
Pagina 17
INSTALLATIE Mee- Unit Unit Unit Unit teen- heid 1 - Rookafvoer Ø mm 2 - Achterste rookgasaf- Ø mm voer (accessoire) Gat wanddoorvoer rook- Ø mm gasafvoerleiding Gat wandoorvoer luch- Ø mm tinlaatleiding Coaxiale rookgasafvoer/ luchtinlaat voor type C 80/125 110/160 Ø...
INSTALLATIE 2.8.1 Technische kenmerken rookkanaal 2.8.2 Aansluiting op het rookkanaal Het rookkanaal moet aan de volgende eisen voldoen: Voor de aansluiting op het rookkanaal is het verplicht om stugge, − uitgevoerd zijn in rookbestendig materiaal, op lange ter- afgedichte en geïsoleerde leidingen te gebruiken, die bestendig mijn bestand tegen mechanische belastingen, hitte, in- zijn tegen temperatuur, condens, mechanische belasting.
Pagina 19
INSTALLATIE Ventilator in het verbrandingscircuit stroomopwaarts van de verbrandingskamer/warmtewisselaar. Deze uitvoering wordt toegepast bij het saneren van oude systemen of bij de installatie van condenserende ketels; op deze manier kan een niet gebruikte ventilatieschacht of oude schoorsteen/rookkanaal weer opnieuw gebruikt worden. Raadpleeg specifieke voorschriften.
INSTALLATIE 2.8.3 Predispositie condensafvoer Hieronder volgen de tabellen van de equivalente maximale lengtes voor de verschillende beschikbare modellen. CONFIGURATIE APPARAAT TYPE B “OPEN" Zorg ervoor dat de hoek “i” altijd een helling van meer dan Overeenkomstige maximumlengte 3° vertoont en dat de diameter van de buis voor de con- 20(*) afvoerleiding voor rookgassen densafvoer altijd groter is dat die van de verbinding aanwe-...
INSTALLATIE 2.8.4 Neutralisatie van de condens De installaties vullen en ledigen Voor de neutralisatie van condenswater zijn de neutralisatiekits Het is nodig om voor de verwarmingsketels TAU Unit te voorzien N2 en HN2 verkrijgbaar. in een vulsysteem op de retourlijn van de verwarmingsinstal- latie.
INSTALLATIE 2.11 Elektrische aansluitingen Het is verplicht: − Gebruik te maken van een magnetothermische veelpo- De thermische condenswatereenheden TAU Unit verlaten de fa- lige schakelaar, een lijn- of kabelscheider, conform de briek volledig bedraad en uitsluitend de elektrische voedings- voorschriften IEC-EN (afstand tussen de polen minstens kabel en de aanwezige accessoires dienen te worden aange- 3 mm) sloten in overeenkomst met de configuratie van de installatie.
INSTALLATIE 2.12 Aansluiting modulerende circulatiepompen Voorbeeld Duty cycle De op het bedieningspaneel aanwezige regelaar kan een mo- dulerende circulatiepomp (als alternatief voor de standaard 230Vac circulatiepompen) beheren. L - DHW (N.O.) / PB / PI Tijdsperiode ⏚ Actieve pulsduur L - PC/PS/PI Duty cycle Hoogspanningsniveau van het ingangssignaal Laagspanningsniveau van het ingangssignaal...
INSTALLATIE 2.14 Controle circulatiepompen 0-10V Snelheid (%) De regelaar maakt de modulerende controle 0-10V van een cir- culatiepomp mogelijk (als alternatief voor de standaard 230Vac circulatiepompen). Om de bediening van de circulatiepomp mogelijk te maken, stel de parameter 135 = 1 en de parameter 136 = "Modulating" in. L - DHW (N.O.) / PB / PI 0 5 10 90 100...
INSTALLATIE 2.15 Elektronische bediening Het menu van de gebruikersinterface van de elektronische bediening is opgebouwd uit verschillende niveaus. Voor de navigeermodi tussen de verschillende niveaus, zie de onderstaande afbeelding. Op niveau 0 wordt het hoofdscherm (home) weergegeven. Op niveau 1 wordt het scherm van het hoofdmenu weergegeven. De vol- gende niveaus zijn actief in functie van de beschikbare submenu's.
INSTALLATIE 2.15.2 Parameterlijst De programmeringslijnen kunnen verborgen zijn in functie van het toegangsniveau (Gebruiker, Installateur, Constructeur) en van de configuratie van de ketel. De parameters van de niveaus Installateur en Constructeur mogen enkel gewijzigd worden door de Technische Klantenservice De volgorde van de parameters is bepaald door het referentiemenu. Referentiemenu Toegangstype Parametermenu...
Pagina 35
INSTALLATIE Toe- Par. Weergave Fabrieksin- Catego- Menu Beschrijving Bereik gangs- Display stelling type Temper- Bepaalt de waarde in graden waaronder de bran- tuur- Verwar- der terug inschakelt ongeacht de bij Par. 9 verstre- 0…20 °C versch. ming ken tijd. Anti-cyclus Bepaalt de waarde van het temperatuursverschil (Delta T) tussen de toevoer- en teruglooptemperatuur van de module.
INSTALLATIE Toe- Par. Weergave Fabrieksin- Catego- Menu Beschrijving Bereik gangs- Display stelling type Insch. San. Bepaalt de hysterese voor het annuleren van het ver- 0…20 °C Sanitair Hyst. Hoog zoek voor het sanitair circuit. Bepaalt de waarde in graden waarmee het setpoint van Insch.
Pagina 37
INSTALLATIE Toe- Par. Weergave Fabrieksin- Catego- Menu Beschrijving Bereik gangs- Display stelling type De waarde van deze parameter wordt bepaald door de Par. 97. Alge- 118 Progr. ing. 3. 0 = Uitgeschakeld 0…2 meen 1 = Afvoerschakelaar 2 = Minimum gasdrukschakelaar De waarde van deze parameter wordt bepaald door de Par.
Pagina 38
INSTALLATIE Toe- Par. Weergave Fabrieksin- Catego- Menu Beschrijving Bereik gangs- Display stelling type De waarde van deze parameter wordt bepaald door de Par. 97. 0 = Uitgeschakeld 1= Algemene circulatiepomp 2= Verwarmingscirculatiepomp 3= ACS-circulatiepomp 4 = Systeemcirculatiepomp Progr. uitg. 5 = Cascadecirculatiepomp Alge- 0…10,14,15,19 6 = Alarmrelais...
Pagina 39
INSTALLATIE Toe- Par. Weergave Fabrieksin- Catego- Menu Beschrijving Bereik gangs- Display stelling type Bepaalt de tijd in seconden vanaf de inschakeling van Tijd Insch. de brander om met de modulatie van de circulatiepomp Alge- moduleren- 0…255 Sec. te beginnen en voor de in Par. 133 beschreven delta T te meen de pomp zorgen.
Pagina 40
INSTALLATIE Toe- Par. Weergave Fabrieksin- Catego- Menu Beschrijving Bereik gangs- Display stelling type Schakelt de bediening van de bijkomende verwar- mingszone in die beheerd wordt door de thermische Dep. Zone Alge- groep Depending 0…1 Control meen 0 = Uitgeschakeld 1 = Ingeschakeld Stand-alone Burner (0) Managing...
Pagina 41
INSTALLATIE Toe- Par. Weergave Fabrieksin- Catego- Menu Beschrijving Bereik gangs- Display stelling type Bepaalt de maximumstijging van het cascadesetpoint Max. Stij- op het primaire circuit. Deze wordt gebaseerd op de 0…40 °C Cascade ging Setp. door de primaire sonde gedetecteerde waarde. Bepaalt de tijd in minuten die moet verstrijken vanaf Vertr.
Pagina 42
INSTALLATIE Toe- Par. Weergave Fabrieksin- Catego- Menu Beschrijving Bereik gangs- Display stelling type Bepaalt de tijd in minuten die moet verstrijken vanaf Vertr. Begin het versturen van het verzoek opdat de in Par. 169 en 0…60 Min. Cascade Modulatie 170 bepaalde dalingen of stijgingen van het setpoint worden doorgevoerd.
INSTALLATIE 2.16 Beginsel en configuratie van het hydraulische systeem Schema 1: circuit met thermische module direct aangesloten op de verwarmingsinstallatie TA/OT VLPG(*) Afsluiter Ingang koud sanitair water Terugslagklep Toevoer installatie hoge temperatuur Drukverminderingsklep Retour installatie hoge temperatuur Onthardingsfilter Circulator thermische eenheid Veiligheidsventiel Externe sonde Aflaat...
Pagina 44
INSTALLATIE Elektrische aansluitingen Schema 1 Configuratie basisparameters Schema 1 Par. Beschrijving Parameterinstelling 1 = Klimaat met externe sonde en Verwarmmodi omgevingsthermostaat San. Mod. 0 = Uitgeschakeld (*) Progr. ing. 2 3 = Debietmeter verwarming (*) VLPG Progr. ing. 8 2 = Drukregelaar water (*) INAIL ⏚...
Pagina 45
INSTALLATIE Schema 1.1: circuit met thermische module direct aangesloten op de installatie met twee verwarmingszones TA/OT MI 1 PI 1 VLPG(*) MI 2 PI 2 RI 1 RI 2 Afsluiter Ingang koud sanitair water Terugslagklep MI 1 Aanvoer installatie eerste circuit Drukverminderingsklep RI 1 Retour installatie eerste circuit...
Pagina 46
INSTALLATIE Elektrische aansluitingen Schema 1.1 Configuratie basisparameters Schema 1.1 Par. Beschrijving Parameterinstelling 1 = Klimaat met externe sonde en Verwarmmodi omgevingsthermostaat San. Mod. 0 = Uitgeschakeld (*) Progr. ing. 2 3 = Verwarmingsstroommeter VLPG Progr. ing. 8 2 = Drukregelaar water (*) INAIL ⏚...
Pagina 47
INSTALLATIE Schema 2: circuit met thermische module direct aangesloten op de verwarmingsinstallatie en warmwaterproductie met boi- ler en omschakelklep TA/OT VLPG(*) Afsluiter Ingang koud water Terugslagklep Uitgang warm sanitair water Drukverminderingsklep Toevoer installatie hoge temperatuur Onthardingsfilter Retour installatie hoge temperatuur Veiligheidsventiel Circulator thermische eenheid Aflaat...
Pagina 48
INSTALLATIE Elektrische aansluitingen Schema 2 INAIL INAIL VLPG ⏚ L - CH (N.C.) L - DHW (N.O.)/PB/PI Signal ⏚ TA/OT ⏚ 0-10 V Klemmenbord laagspanning Drukschakelaar minimum Klemmenbord hoogspanning Blokkeringsdrukschakelaar VLPG LPG brandstofafsluiter Debietmeter (accessoire) Keerklep sanitair. Klemmen 15-14 (verwarming) TA/OT Omgevingsthermostaat / Open Therm-interface klemmen 14-13 (sanitair) (accessoire)
Pagina 49
INSTALLATIE Schema 3: circuit met thermische module direct aangesloten op de verwarmingsinstallatie en warmwaterproductie met boi- ler en toegewezen circulatiepomp TA/OT VLPG(*) Afsluiter Ingang koud water Terugslagklep Uitgang warm sanitair water Drukverminderingsklep Toevoer installatie hoge temperatuur Onthardingsfilter Retour installatie hoge temperatuur Veiligheidsventiel Sanitaire circulatiepomp Aflaat...
Pagina 50
INSTALLATIE Elektrische aansluitingen Schema 3 INAIL INAIL VLPG ⏚ Signal L - DHW (N.O.)/PB/PI ⏚ TA/OT ⏚ 0-10 V Klemmenbord laagspanning Drukschakelaar minimum Klemmenbord hoogspanning Blokkeringsdrukschakelaar VLPG LPG brandstofafsluiter Debietmeter (accessoire) Sanitaire circulatiepomp TA/OT Omgevingsthermostaat / Open Therm-interface Circulatiepomp Installatie (accessoire) Fase Sonde boiler...
Pagina 51
INSTALLATIE Schema 4: circuit met thermische module aangesloten op de verwarmingsinstallatie met behulp van een scheider. Warmwa- terproductie met boiler en omschakelklep op het eerste circuit TA/OT VLPG(*) Afsluiter Ingang koud water Terugslagklep Uitgang warm sanitair water Drukverminderingsklep Toevoer installatie hoge temperatuur Onthardingsfilter Retour installatie hoge temperatuur Veiligheidsventiel...
Pagina 52
INSTALLATIE Elektrische aansluitingen Schema 4 Configuratie basisparameters Schema 4 Par. Beschrijving Parameterinstelling 1 = Klimaat met externe sonde en Verwarmmodi omgevingsthermostaat San. Mod. 1 = Boiler met sonde VLPG Prioriteit San. 2 = On (*) ⏚ Progr. ing. 2 3 = Debietmeter verwarming (*) L - CH (N.C.) Progr.
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 3 INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 3.2.2 Instelling datum en uur Druk op de toets MENU en selecteer "Instellingen" met behulp Voorbereidingen voor de eerste van de toetsen ▲ / ▼ inbedrijfstelling Menu " " Alvorens de verwarmingsketel TAU Unit in te schakelen en de Centrale Verwarming functionele test uit te voeren, is het verplicht te controleren of: "...
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Druk op de toets ● om te bevestigen. Door naar het menu "Reg. Tijdzone" te gaan, is het mogelijk om de parameter tijdzone in te stellen zoals getoond in de volgende − Hier zal gevraagd worden een wachtwoord in te voeren afbeelding: (het wachtwoord wordt alleen opgevraagd bij het instel- len van de thermische module):...
Pagina 55
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Gebruik na het selecteren de toets ► om de waarde naar voren Modus 1 te brengen en gebruik de toetsen ▲ /▼ om de geselecteerde (Werking in de klimaatmodus met thermostaat omgeving/ver- waarde te veranderen. Druk op de toets ● om de nieuwe instel- zoek warmte, setpoint dat varieert in functie van de buitentem- lingen te bevestigen/op te slaan.
Pagina 56
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Parameter 190 (installateurniveau) Ga naar het menu "Gecentraliseerde verwarm.". Het display zal Elk gebouw heeft verschillende thermische eigenschappen en er als volgt uitzien: daarom kunnen de starttijden van de verwarmingsinstallatie variëren tussen gebouwen in hetzelfde gebied, zelfs met de- Centrale Verwarming zelfde buitentemperatuur.Met behulp van deze parameter is "...
Pagina 57
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Modus 2 Modus 3 (Werking in de klimaatmodus met een vermindering die wordt (Continue werking met een vast setpoint met een vermindering geregeld door thermostaat omgeving/verzoek warmte, setpoint die geregeld wordt door thermostaat omgeving/verzoek warm- dat varieert in functie van de buitentemperatuur) In dit geval werkt de thermische module met een setpoint dat In deze modus wordt het vaste setpoint op dezelfde manier ge- wordt bepaald door de klimaatcurve (instelbaar op een volledig...
Pagina 58
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Modus 4 Modus 5 (Regeling van het setpoint op basis van een analoge ingang (Regeling van het vermogen volgens een analoge ingang 0-10V) 0-10V) In deze werkingsmodus wordt het vermogen van de verwar- mingsgroep (ventilatorsnelheid) geregeld door een analoog sig- De parameters die deze modus regelen zijn de volgende: naal aan de ingang dat geleverd wordt door een extern bestu- ringssysteem.
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 3.2.5 Instelling parameters sanitair − Breng de waarde naar voren met de toets ► en verander de geselecteerde waarde met de toetsen ▲ / ▼. Druk op de toets ● om de nieuwe instellingen te bevestigen/op De parameter 35 bepaalt de verschillende werkmodi van de thermische module voor de productie van warm sanitair water te slaan.
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 3.2.6 Uurprogramma Definitie van de prioriteiten De parameter 42 bepaalt de prioriteit tussen het sanitaire circuit Het uurprogramma is ontworpen om de werking van de ver- en het verwarmingscircuit. schillende door de thermische module bestuurde circuits (Ver- Er zijn vier modi beschikbaar: warming, Sanitair en bijkomende gemengde zones) te pro- Time: tijdsgebonden prioriteit tussen de twee circuits.
Pagina 61
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Setpoint ECO Temperatuur ECO. Regelbare temperatuur die kan worden ge- Select. Ext. Zone In Groep bruikt buiten de bepaalde periodes (5 – 20 °C). " " Externe Zone Uitgeschakeld Setpoint buiten interval " " " " " "...
Pagina 62
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Vakantieprogr Seizoenprogr Hiermee kan de gebruiker de parameters van het seizoenspro- gramma wijzigen. Vakantie-Instelling Het seizoensprogramma wordt gebruikt om de periode te bepa- " " Modus Groep len waarin de verwarming zal worden uitgeschakeld. Dit menu " "...
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 3.2.7 Informatie thermische module Geschiedenis Ketel " " Druk op de toets MENU en selecteer "Informatie" met behulp Succesvolle Ontstekingen van de toetsen ▲ / ▼ om de belangrijkste informatie op het " " Mislukte Ontstekingen scherm weer te geven. "...
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 3.2.8 Debietmeter parameters configuratie Eventuele ontgrendeling van de circulatiepompas (accessoire) − steek een schroevendraaier in de opening (A) van de cir- culatiepomp. − druk op de schroevendraaier en draai eraan tot de moto- Kies de Debietmeter moet worden geïnstalleerd volgens de ΔT ras ontgrendeld wordt.
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Foutenlijst − Maak contact tussen de thermische module en het stroomnet door de hoofdschakelaar van de installatie en die van het apparaat op "ingeschakeld". Wanneer er een technische storing optreedt, verschijnt op het display een foutcode waarmee de uitvoerder van het onder- −...
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 3.4.2 Tijdelijke fouten 3.4.3 Meldingen N° Fout Beschrijving N° Fout Beschrijving Cascadesysteem: de brander van Fout WD Ram Fout interne software de managing-module heeft het Fout WD Rom Fout interne software Commun. verloren signaal van een van de bran- Fout WD Stack Fout interne software met module...
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Transformatie van het ene gastype naar het Na installatie van de kit, controleren of alle verbindingen andere waterdicht zijn. De ketel TAU Unit wordt geleverd voor de werking op G20 (me- Als aan alle voorwaarden is voldaan, dient de thermische mo- thaan), maar kan omgevormd worden voor de werking met de dule elektrisch te worden gevoed door de hoofdschakelaar van volgende gassen:...
Parameterconfiguratie voor het veranderen van het gebruikte type gas Als de waarde van parameter 98 gewijzigd wordt, keren de configuraties van de parameters 123, 125 en 128 terug naar de fa- brieksinstellingen. TAU Unit 50 TAU Unit 70 TAU Unit 100...
Mocht het echter nodig zijn om de instellingen opnieuw uit te Versies TAU Unit 50 ÷ TAU Unit 70 voeren, bijvoorbeeld na een buitengewoon onderhoud, de ver- vanging van het gasventiel of na een gasomvorming van G20 naar G25/G31 of omgekeerd, ga dan te werk zoals hierna is be- schreven.
Pagina 70
" " nemen die voorkomt in de tabel. Ionisatie 0.0 μA " " Versies TAU Unit 50 ÷ TAU Unit 70 Versies TAU Unit 100 ÷ TAU Unit 140 TAU Unit TAU Unit TAU Unit TAU Unit TAU Unit Type gas...
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Tijdelijke uitschakeling of uitschakeling voor 3.8 Voor langere tijd buiten bedrijf stellen korte periodes Als de thermische module TAU Unit gedurende een lange perio- de niet wordt gebruikt, dient er als volgt te worden gehandeld: Ga bij tijdelijke uitschakeling of uitschakeling voor korte perio- −...
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD Reiniging en onderhoud en "Onderhoud" te selecteren met behulp van de toetsen ▲ / ▼ Reinigen van de verwarmingsketel en verwijderen van koolsto- Informatie faanslag op de wisseloppervlakken is van fundamenteel belang " " Service voor de levensduur en het behoud van de warmtetechnische "...
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 3.9.3 De brander demonteren Het is verplicht de waarden van de figuur te respecteren. Om de brander te demonteren: − Open en verwijder het voorpaneel en het achterpaneel van de thermische module − Draai de afdichtingsmoer (1) van de gastoevoerleiding van de gasklep (2) los −...
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 3.9.6 Reiniging van de sifon voor − Ontkoppel de rookgasafvoerleiding (9) van de sluiting condenswaterafvoer van de rookgaskamer (10) − Verwijder de sifon voor condenswaterafvoer (11) zoals aangeduid in de paragraaf Reiniging van de sifon voor − Verwijder het frontpaneel van de ketel en zoek de sifon (1) condenswaterafvoer van de condensafvoer −...
INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 3.10 Mogelijke storingen en oplossingen STORING OORZAAK OPLOSSING − Contacteer de Technische Klantenser- Geen detectie De verwarmingsketel voert normaal vice een preventilatie- en startcyclus uit en blokkeert na 5 pogingen Geen gas − Controleer de opening van de gasklep Schoorsteen verstopt −...
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE 4 CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE De primaire sonde is bedoeld voor het beheer van het cascade- setpoint en haar aanwezigheid is onmisbaar voor het beheer van de thermische modules als enige generator. Het sanitaire circuit of het verwarmingscircuit moeten wor- den aangevuld met expansievaten met een gepaste capa- TA/OT/SE/0-10V citeit en geschikte veiligheidsventielen met de juiste af-...
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Configuratie secundaire installatie Voor de eenvoud identificeren we het hydraulisch circuit onder de scheider als secundair. Voor het ideale gebruik van de modules in cascade plaats u De basisconfiguratie van het secundaire circuit gebeurt met be- tussen het primaire circuit (thermische modules in cascade hulp van een installatiecirculatiepomp (PI).
Pagina 78
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE − Zonesonde (S2) Voor het regelen en het besturen van een rechtstreekse bijkomende zone die bestuurd wordt door de "Depending”- verwarmingsmodule gecombineerd met een zonecirculatiepomp (P2). De zonesensor (S2) en de circulatiepomp (P2) moeten aangesloten worden op de "Depending"-verwarmingsgroep die via Bus met de "Managing"-verwarmingsgroep communiceert.
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Hydraulische installatie en configuratie verwarmingsgroepen in cascade 4.3.1 Schema 1 Verwarmingsgroepen in cascade met individuele circulatiepomp voor elke verwarmingsgroep en systeem- en cascadesensor. Besturing van een warm watercircuit, een circuit van twee rechtstreekse zones en een gemengde zone met elektronische zonebe- sturingsinrichting (ZM).
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE 4.3.2 Elektrische aansluitingen Schema 1 MANAGING-AANSLUITINGEN PI (*) P.125 = 2 INAIL P. 123 = 2 INAIL L - DHW (N.O.)/PB/PI P.128 = 3 23 +5V P. 117 = 3 P.187 = 1 SIGNAL TA/OT P. 188 = 1 Klemmenbord hoogspanning Circulatiepomp installatie (hoge temperatuur) Sanitaire circulatiepomp...
Pagina 81
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de toets ● en selecteer "PB Configuration" met be- Configuratie hulp van de toetsen ▲ / ▼ S1 = OFF (niet gebruikt) (189) Burner Address = Managing Instellingen " " Ketel Instellingen " " Clock Settings "...
Pagina 82
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de ● toets en selecteer het juiste "Master" adres uit AANSLUITINGEN DEPENDING 1 (Dep. 2) de weergegeven adressen met de ▲ / ▼ toetsen Module Cascade Instellingen INAIL " " P.123 = 2 INAIL (189) Burner Address Master "...
Pagina 83
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Configuratie S1 = OFF (niet gebruikt) VLPG (189) Burner Address = Dep. 2 (1° Module Depending) P.125 (*) P.128 = 16 L - DHW (N.O.)/PB/PI P.187 = 1 Klemmenbord hoogspanning VLPG LPG brandstofafsluiter Circulatiepomp zone 2 (hoge temperatuur) Circulator thermische eenheid Fase Zet de hoofdschakelaar van het systeem op ON en ALLEEN de...
Pagina 84
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de toets ● en selecteer "Ketelinstellingen" met be- AANSLUITINGEN DEPENDING 2-8 (Dep. 3 ÷ Dep. 9) hulp van de toetsen ▲ / ▼ Instellingen INAIL " " Ketel Instellingen P.123 = 2 INAIL "...
Pagina 85
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de toets ● en selecteer "Ketelinstellingen" met be- Configuratie hulp van de toetsen ▲ / ▼ S1 = OFF (niet gebruikt) (189) Burner Address = Dep. 3 ÷ Dep. 9 (2° ÷ 8° Module Depending) Instellingen "...
Pagina 86
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Voor meer informatie zie het hoofdstuk "Systeembeheer". ELEKTRONISCH APPARAAT BEHEER ZONE managing BUS 1 klemmen 7-8 Elektronisch apparaat zonebeheer Fase Aarde Circulatiepomp zone 3 (lage temperatuur) Mengklep zone 3 Sensor zone 3 Thermostaat ruimte BUS 1 Bus Managing / Zone...
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE 4.3.3 Systeemparameters Schema 1 Configuratie S1 = OFF (niet gebruikt) (189) Burner Address = Managing Zie het hoofdstuk “Inbedrijfstelling en onderhoud” voor een Configuratie parameters verwarmingsketel uitgebreide beschrijving van de werking van de parameters Par. Beschrijving Parameterinstelling MANAGING - Managing (als de cascadesensor SC...
Pagina 88
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE DEPENDING 1 (DEP. 2) DEPENDING 2-8 (DEP. 3 ÷ DEP . 9) Functies: Functies: − Leest de sensor op het secundaire circuit (SC) − Controleert de circulatiepomp (PC) van de verwarmings- − Controleert de circulatiepomp (PC) van de verwarmings- groep groep −...
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE 4.3.4 Schema 2 Verwarmingsgroepen in cascade met tweewegsklep voor elke verwarmingsgroep, systeempomp en systeem- en cascadesensor. Bestuurt een warm watercircuit, een rechtstreeks zonecircuit en een gemengde zone met elektronische zonebesturingsinrichting (ZM). TA/OT P1 2 1 DEP. 2-8 DEP.
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE 4.3.5 Elektrische aansluitingen Schema 2 MANAGING-AANSLUITINGEN PB (*) INAIL P.125 = 2 P.123 = 2 INAIL L (N.C.) P.128 = 1 L (N.O.) P.117 = 3 SIGNAL P.187 = 4 P.188 = 1 P.122 = 3 BUS 1 BUS 2 Klemmenbord hoogspanning...
Pagina 91
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de toets ● en selecteer "PB Configuration" met be- Configuratie hulp van de toetsen ▲ / ▼ S1 = OFF (niet gebruikt) (189) Burner Address = Managing Instellingen " " Ketel Instellingen " " Clock Settings "...
Pagina 92
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de ● toets en selecteer het juiste "Master" adres uit AANSLUITINGEN DEPENDING 1 (Dep. 2) de weergegeven adressen met de ▲ / ▼ toetsen INAIL Module Cascade Instellingen " " P.123 = 2 INAIL (189) Burner Address Master "...
Pagina 93
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Configuratie S1 = OFF (niet gebruikt) VLPG (189) Burner Address = Dep. 2 (1° Module Depending) P. 125 (*) L (N.C.) P. 128 = 1 L (N.O.) P. 187 = 16 Klemmenbord hoogspanning Zet de hoofdschakelaar van het systeem op ON en ALLEEN de VLPG LPG brandstofafsluiter hoofdschakelaar van de te configureren thermische module op Tweewegsklep verwarmingsgroep...
Pagina 94
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de toets ● en selecteer "Ketelinstellingen" met be- AANSLUITINGEN DEPENDING 2-8 (Dep. 3 ÷ Dep. 9) hulp van de toetsen ▲ / ▼ INAIL Instellingen P.123 = 2 " " INAIL Ketel Instellingen "...
Pagina 95
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de toets ● en selecteer "Ketelinstellingen" met be- Configuratie hulp van de toetsen ▲ / ▼ S1 = OFF (niet gebruikt) (189) Burner Address = Dep. 3 ÷ Dep. 9 (2° ÷ 8° Module Depending) Instellingen "...
Pagina 96
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Voor meer informatie zie het hoofdstuk "Systeembeheer". ELEKTRONISCH APPARAAT BEHEER ZONE BUS 1 managing klemmen 7 en 8 Elektronisch apparaat zonebeheer Fase Aarde Circulatiepomp zone 2 (lage temperatuur) Mengventiel zone 2 Sonde zone 2 Thermostaat ruimte BUS 1 Bus Managing / Zone...
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE 4.3.6 Systeemparameters Schema 2 Configuratie S1 = OFF (niet gebruikt) (189) Burner Address = Managing Zie het hoofdstuk “Inbedrijfstelling en onderhoud” voor een Configuratie parameters verwarmingsketel uitgebreide beschrijving van de werking van de parameters Par. Beschrijving Parameterinstelling MANAGING - Managing (als de...
Pagina 98
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE DEPENDING 1 (DEP. 2) DEPENDING 2-8 (DEP. 3 ÷ DEP . 9) Functies: Functies: − Leest de sensor van het secundair circuit (SC) − Bedient de tweewegsklep (V1) van de verwarmingsgroep − Bedient de tweewegsklep (V1) van de verwarmingsgroep −...
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE 4.3.7 Schema 3 Verwarmingsgroepen in cascade met individuele circulatiepomp voor elke verwarmingsgroep en systeem- en cascadesensor. Besturing van een warm watercircuit, een circuit van twee rechtstreekse zones en een gemengde zone met elektronische zonebe- sturingsinrichting (ZM). TA/OT P1 2 1 TA/OT...
Pagina 100
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE MANAGING-AANSLUITINGEN VLPG INAIL P.123 = 2 INAIL P. 125 = 8 L - DHW (N.O.)/PB/PI P. 128 = 3 P.117 = 3 SIGNAL P. 187 = 1 P.188 = 1 P.122 = 3 Klemmenbord hoogspanning BUS 1 BUS 2 VLPG LPG brandstofafsluiter depending 1...
Pagina 101
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de toets ● en selecteer "PB Configuration" met be- Configuratie hulp van de toetsen ▲ / ▼ S1 = OFF (niet gebruikt) (189) Burner Address = Managing Instellingen " " Ketel Instellingen " " Clock Settings "...
Pagina 102
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de ● toets en selecteer het juiste "Master" adres uit AANSLUITINGEN DEPENDING 1 (Dep. 2) de weergegeven adressen met de ▲ / ▼ toetsen Module Cascade Instellingen " " INAIL (189) Burner Address Master P.123 = 2 "...
Pagina 103
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Configuratie S1 = OFF (niet gebruikt) (189) Burner Address = Dep. 2 (1° Module Depending) VLPG P.125 = 8 L - DHW (N.O.)/PB/PI P.128 = 16 P.187 = 1 Klemmenbord hoogspanning VLPG LPG brandstofafsluiter Zet de hoofdschakelaar van het systeem op ON en ALLEEN de Circulatiepomp zone 1 (hoge temperatuur) hoofdschakelaar van de te configureren thermische module op Circulator thermische eenheid...
Pagina 104
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de toets ● en selecteer "Ketelinstellingen" met be- AANSLUITINGEN DEPENDING 2-8 (Dep. 3 ÷ Dep. 9) hulp van de toetsen ▲ / ▼ Instellingen INAIL " " Ketel Instellingen P.123 = 2 INAIL "...
Pagina 105
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de toets ● en selecteer "Ketelinstellingen" met be- Configuratie hulp van de toetsen ▲ / ▼ S1 = OFF (niet gebruikt) (189) Burner Address = Dep. 3 ÷ Dep. 9 (2° ÷ 8° Module Depending) Instellingen "...
Pagina 106
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Voor meer informatie zie het hoofdstuk "Systeembeheer". ELEKTRONISCH APPARAAT BEHEER ZONE managing BUS 1 klemmen 7-8 Elektronisch apparaat zonebeheer Fase Aarde Circulatiepomp zone 3 (lage temperatuur) Mengklep zone 3 Sensor zone 3 Thermostaat ruimte BUS 1 Bus Managing / Zone...
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE 4.3.8 Systeemparameters Schema 3 Configuratie S1 = OFF (niet gebruikt) (189) Burner Address = Managing Zie het hoofdstuk “Inbedrijfstelling en onderhoud” voor een Configuratie parameters verwarmingsketel uitgebreide beschrijving van de werking van de parameters Par. Beschrijving Parameterinstelling MANAGING - Managing (als de...
Pagina 108
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE DEPENDING 1 (DEP. 2) DEPENDING 2-8 (DEP. 3 ÷ DEP . 9) Functies: Functies: − Leest de sensor van het secundair circuit (SC) − Controleert de circulatiepomp (PC) van de verwarmings- − Controleert de circulatiepomp (PC) van de verwarmings- groep groep −...
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE 4.3.9 Schema 4 Verwarmingsgroepen in cascade met tweewegsklep voor elke verwarmingsgroep, systeempomp en systeem- en cascadesensor. Besturing van een warm watercircuit, een circuit van twee rechtstreekse zones en een gemengde zone met elektronische zonebe- sturingsinrichting (ZM). TA/OT P1 2 1 TA/OT...
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE 4.3.10 Elektrische aansluitingen Schema 4 MANAGING-AANSLUITINGEN PB (*) P.125 = 3 INAIL P.123 = 2 INAIL L (N.C.) P.128 = 1 L (N.O.) P.117 = 3 P.187 = 4 SIGNAL P.188 = 1 P.122 = 3 Klemmenbord hoogspanning Sanitaire circulatiepomp BUS 1...
Pagina 111
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de toets ● en selecteer "PB Configuration" met be- Configuratie hulp van de toetsen ▲ / ▼ S1 = OFF (niet gebruikt) (189) Burner Address = Managing Instellingen " " Ketel Instellingen " " Clock Settings "...
Pagina 112
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de ● toets en selecteer het juiste "Master" adres uit AANSLUITINGEN DEPENDING 1 (Dep. 2) de weergegeven adressen met de ▲ / ▼ toetsen Module Cascade Instellingen INAIL " " P.123 = 2 INAIL (189) Burner Address Master "...
Pagina 113
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Configuratie S1 = OFF (niet gebruikt) VLPG (189) Burner Address = Dep. 2 (1° Module Depending) P. 125 = 8 L (N.C.) P. 128 = 1 L (N.O.) P. 187 = 16 Klemmenbord hoogspanning VLPG LPG brandstofafsluiter Tweewegsklep verwarmingsgroep Zet de hoofdschakelaar van het systeem op ON en ALLEEN de Circulatiepomp zone 1 (hoge temperatuur)
Pagina 114
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de toets ● en selecteer "Ketelinstellingen" met be- AANSLUITINGEN DEPENDING 2-8 (Dep. 3 ÷ Dep. 9) hulp van de toetsen ▲ / ▼ Instellingen " " INAIL Ketel Instellingen P.123 = 2 INAIL "...
Pagina 115
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Configuratie S1 = OFF (niet gebruikt) (189) Burner Address = Dep. 3 ÷ Dep. 9 (2° ÷ 8° Module Depending) VLPG P. 125 = 8 L (N.C.) P. 128 = 1 L (N.O.) P. 187 = 16 Klemmenbord hoogspanning VLPG LPG brandstofafsluiter Configuratie...
Pagina 116
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE Bevestig met de toets ● en selecteer "Ketelinstellingen" met be- Voor meer informatie zie het hoofdstuk "Systeembeheer". hulp van de toetsen ▲ / ▼ ELEKTRONISCH APPARAAT BEHEER ZONE Instellingen " " Ketel Instellingen " " Clock Settings "...
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE 4.3.11 Systeemparameters Schema 4 Configuratie S1 = OFF (niet gebruikt) (189) Burner Address = Managing Zie het hoofdstuk “Inbedrijfstelling en onderhoud” voor een Configuratie parameters verwarmingsketel uitgebreide beschrijving van de werking van de parameters Par. Beschrijving Parameterinstelling MANAGING - Managing (als de...
Pagina 118
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE DEPENDING 1 (DEP. 2) DEPENDING 2-8 (DEP. 3 ÷ DEP . 9) Functies: Functies: − Leest de sensor van het secundair circuit (SC) − Bedient de tweewegsklep (V1) van de verwarmingsgroep − Bedient de tweewegsklep (V1) van de verwarmingsgroep −...
CONFIGURATIE VERWARMINGSGROEPEN IN CASCADE 4.3.12 Aanpassing setpoint Aanpassing setpoint met sensor op primair circuit (SS) Dankzij de instelling van de volgende parameters kan het automatisch dalen/stijgen van het setpoint bestuurd worden, indien nodig, afhankelijk van de waarde die waargenomen wordt door de sensor op het primaire circuit (SS). Het dalen/stijgen van het setpoint wordt uitgevoerd nadat de duur die bepaald is in Par.
SYSTEEMBEHEER 5 SYSTEEMBEHEER Nadat de inrichting is ingeschakeld, zal het display eruitzien zo- als op de onderstaande afbeelding: Communicatie tussen thermische modules 04:29 In een installatie met meerdere thermische modules is het be- langrijkste aspect voor de werking van het systeem de commu- 12.0 °C nicatie tussen de geïnstalleerde modules.
Pagina 121
SYSTEEMBEHEER Selecteer "Ketel Instellingen" met de toetsen ▲ / ▼ Stel vervolgens het totale aantal eenheden/modules (1÷15) in met de toetsen ▲ / ▼ Instellingen Module Cascade Instellingen " " Ketel Instellingen " " " " (77) Hyst. Down Start Module 5.0 °C ...
Pagina 122
SYSTEEMBEHEER Nadat de inrichting is ingeschakeld, zal het display eruitzien zo- Controleer of het menu "Dipswitch Config." is geconfigu- als op de onderstaande afbeelding: reerd als "Uitgeschakeld" Druk herhaaldelijk op de ESC-toets om terug te keren naar het 04:29 HOOFDscherm en wacht ten minste 30 seconden 12.0 °C Schakel de thermische module uit door de hoofdschakelaar op...
Pagina 123
SYSTEEMBEHEER Nadat de inrichting is ingeschakeld, zal het display eruitzien zo- Controleer of het menu "Dipswitch Config." is geconfigu- als op de onderstaande afbeelding: reerd als "Uitgeschakeld" Druk herhaaldelijk op de ESC-toets om terug te keren naar het 04:29 HOOFDscherm en wacht ten minste 30 seconden 12.0 °C Schakel de thermische module uit door de hoofdschakelaar op...
SYSTEEMBEHEER Busaansluitingen MANAGING Zoek de klemmenborden aan de zijkant van de regelaar; de bus-aansluitingen moeten uitgevoerd worden op het klem- menbord met lage spanning (M01). 10 11 12 13 14 15 16 17 18 Klemmenbord thermische modules BUS 1 DEPENDING 10 11 12 13 14 15 16 17 18 BUS 2 DEPENDING...
SYSTEEMBEHEER 5.2.1 Zonecontrole met Depending-module De elektrische regeling van de thermische module controleert automatisch welke zones zijn aangesloten op de bus. Bij gebruik op een cascade-installatie met zonecontrole voor verwarming met een thermische DEPENDING-module moeten De menu-opties van de zone in de elektrische regeling in de de volgende wijzigingen worden doorgevoerd nadat de aan- thermische module zullen beschikbaar zijn op het menu van sluitingen zijn uitgevoerd zoals beschreven in de Cascadehand-...
SYSTEEMBEHEER Instelling parameters Depending-zone Bedieningsinterface Display van 255x80 punten (106,4x39,0mm) met achtergrondverlichting Toets RESET: dient om het apparaat weer in werking te stellen na een onderbreking omwille van een storing Toets MENU: dient om naar het hoofdmenu te gaan Toets ESC: dient om bij het navigeren tussen menu's terug te keren van een menu naar het vorige 5 ÷...
SYSTEEMBEHEER 5.4.1 Structuur menu Niveau 0 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Niveau 6 Niveau 7 Home / Menu Informatie Dependen Zone Status Dependen Zone 2 - 16 Zone Setpoint ” ” “ ” “ ” “...
SYSTEEMBEHEER Instelling van de parameters van de 5.6 Programmering van de zone klimaatcurve van de zone (alleen Standaard is de uurprogrammering van de zone uitgeschakeld. toegankelijk met het wachtwoord van de installateur) Om een verzoek vanuit de zone uit te sturen, volstaat het ech- ter dat het verzoekcontact van de zone wordt gesloten.
SYSTEEMBEHEER Er zijn 7 programmeerbare periodes voor elke zone en ze kun- Ga naar “Programmering Periode”: nen worden gekozen door het nummer te veranderen dat naast de tekst “programmering periode” verschijnt. Dependen Zone Periode Groep " " " " " "...
SYSTEEMBEHEER Elektronische bediening Voor meer details over de werking van de elektronische bediening, zie het specifieke hoofdstuk in de handleiding van het in- dividuele apparaat TAU Unit. dient om naar het hoofdmenu te gaan dient om bij het navigeren tussen menu's terug te keren van een menu naar het vorige hiermee kunnen menu's of parameters worden geselecteerd of numerieke waarden worden verlaagd...
SYSTEEMBEHEER 5.9.1 Instelling hoofdparameters 5.9.5 Algemene werking Sommige parameters zijn cruciaal voor de werking van het sys- Bij de werking in cascade bepaalt de regelaar van de mana- teem in cascade en hun instelling is bepalend voor de correcte ging-module een setpoint dat naar de Depending-modules werking van de installatie.
SYSTEEMBEHEER 5.12 Parameter 148: werkmodi van de cascade 5.12.1 Par 148 = 1 Het is mogelijk om het beheer van de cascade te wijzigen vol- Niet van toepassing gens verschillende strategieën. Deze verschillende strategieën 5.12.2 Par 148 = 2 kunnen worden ingesteld via de parameter “Cascademod.” (cascademodi) Par.
BEHEER BIJKOMENDE ZONE 6 BEHEER BIJKOMENDE ZONE Voorbeeld van de positionering van de jumpers. Zoneregeling met het accessoire Elektronisch Geleiderbruggen apparaat zonebeheer Indien er een extra verwarmingszone (direct of gemengd) ge- regeld dient te worden ten opzichte van die door de voorziene installatieconfiguratie zijn toegestaan, is het mogelijk om het accessoire ELEKTRONISCH APPARAAT ZONEBEHEER te installeren.
Pagina 134
BEHEER BIJKOMENDE ZONE De elektrische regeling van de thermische module controleert automatisch welke zones zijn aangesloten op de bus. De menu-opties van de zone in de elektrische regeling in de thermische module zullen beschikbaar zijn wanneer 1 of meer zonebeheerinrichtingen worden gedetecteerd. De elektronische regeling van de thermische module slaat het gedetecteerde zonenummer op wanneer een inrichting wordt aangesloten.
BEHEER BIJKOMENDE ZONE Instellingen parameters Bijkomende zone Bedieningsinterface Display van 255x80 punten (106,4x39,0mm) met achtergrondverlichting Toets RESET: dient om het apparaat weer in werking te stellen na een onderbreking omwille van een storing Toets MENU: dient om naar het hoofdmenu te gaan Toets ESC: dient om bij het navigeren tussen menu's terug te keren van een menu naar het vorige 5 ÷...
BEHEER BIJKOMENDE ZONE 6.3.1 Structuur menu Niveau 0 Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Niveau 6 Niveau 7 Home / Menu Informatie Externe Zone Status Externe Zone 1 - 16 Zone Setpoint ” ” “ ” “...
BEHEER BIJKOMENDE ZONE 6.4 Instelling van de parameters van de 6.5 Programmering van de zone klimaatcurve van de zone (alleen Standaard is de uurprogrammering van de zone uitgeschakeld. toegankelijk met het wachtwoord van de installateur) om een verzoek vanuit de zone uit te sturen volstaat het echter dat het verzoekcontact van de zone wordt gesloten.
BEHEER BIJKOMENDE ZONE 6.6 Programmering van de tijdsspannes Er zijn 7 programmeerbare periodes voor elke zone en ze kun- nen worden gekozen door het nummer te veranderen dat naast de tekst “programmering periode” verschijnt. Ga naar: Menu → “Uurprogramma” → “Program. CH-zone” Het “Setpoint Comfort”...
BEHEER BIJKOMENDE ZONE Informatie over de werking van de zone De weergegeven informatie is de volgende: Foutcode Beschrijving Ga naar: Geeft de foutcode van de kaart aan (255 = geen Menu → “Informatie” → “Status Zone” fout aanwezig) Geeft aan of er een verzoek aanwezig is (m.a.w. Externe Zone Status als het contact voor het verzoek om warmte Ing.
VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM 7 VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM − Zet de hoofdschakelaar van de installatie op ingescha- keld (ON) en de hoofdschakelaar van de thermische mo- dule op (I). Inbedrijfstelling Het onderhoud en de afstelling van het apparaat moet minstens een keer per jaar worden uitgevoerd door de Technische Klantenservice of door bekwaam professioneel personeel conform alle geldende nationale en plaatselijke...
VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM Tijdelijke uitschakeling of uitschakeling voor − sluit de brandstof- en waterkleppen van de verwar- korte periodes mingsinstallatie en het sanitaire warmwatercircuit. Ga bij tijdelijke uitschakeling of uitschakeling voor korte perio- des (bijvoorbeeld voor vakantie) als volgt verder: −...
VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM MODBUSAANSLUITING 8 MODBUSAANSLUITING Registers Afhankelijk van het type Modbusinrichting dat is gebruikt voor De thermische module is uitgerust met een modbusaansluiting de aansluiting met de thermische module begint het toewijzen (op basis van de communicatiestandaard RS485) waarmee de van de registers met 0x0000 of 0x0001.
VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM MODBUSAANSLUITING Statusparameters Informatie over de dependent Regis- Toegang Regis- Toegang Automa- Automa- ter- Beschrij- Interval ter- Beschrij- Interval tische tische num- ving waarden num- ving waarden omzetting omzetting Zie tabel Dependent 01 State "State" Zie tabel State Zie tabel "State"...
Pagina 145
VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM MODBUSAANSLUITING Parameterregisters Regis- Toegang Automa- Toe- Auto- ter- Beschrij- Interval Regis- tische gang mati- Interval num- ving waarden ter- Opmer- omzetting Beschrijving sche waar- num- king omzet- Dependent 09 ting Zie tabel Verwar- State "State" mingsmo- 0..x dus (Par.
Pagina 146
VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM MODBUSAANSLUITING Auto- Regis- Toegang Automa- Regis- mati- Interval ter- tische Interval ter- Toe- Opmer- Beschrijving Beschrijving sche waar- num- omzet- waarden num- gang king omzet- ting ting Reset service 0...1 (1=re- 1540 Minimum- reminder set) waarde die Hangt af 0= aantal aan het...
VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM HET WATER IN DE VERWARMINGSINSTALLATIES 9 HET WATER IN DE VERWARMINGSINSTALLATIES 2. De verwarmingsinstallaties INLEIDING Mogelijk bijvullen mag niet via een automatisch systeem plaatsvinden, maar manueel en moet in het serviceboekje Behandelen van het water in de installatie is een NOODZAKELIJKE van de installatie genoteerd worden.
Pagina 148
VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM HET WATER IN DE VERWARMINGSINSTALLATIES 4. Lucht en gassen verwijderen uit verwarmingsinstallaties Wanneer er in de installaties continu of met tussenpozen zuur- stof wordt aangevoerd (b.v. vloerverwarming zonder syntheti- sche, verspreidingbestendige buizen, circuits met open expan- sievat, frequent bijvullen) moeten de systemen altijd gescheiden worden.
VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM RECYCLING EN AFVOER 10 RECYCLING EN AFVOER Het apparaat bestaat hoofdzakelijk uit: Materiaal Onderdeel Materialen van metaal Leidingen, behuizing verwarmingsketel ABS (acrylonitril-butadieen-styreen) Hoes bedieningspaneel Glaswolvilt Isolatie behuizing verwarmingsketel Elektrische en elektronische onderdelen Kabels en bekabeling, regelaar Aan het einde van de levenscyclus van het apparaat moeten deze onderdelen niet in het milieu worden achtergelaten, maar ge- scheiden worden verwerkt volgens de van kracht zijnde regelgeving in het land van installatie.
Pagina 150
VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM RECYCLING EN AFVOER...
Pagina 151
VERANTWOORDELIJKE VOOR HET SYSTEEM RECYCLING EN AFVOER...
Pagina 152
RIELLO S.p.A. Via Ing. Pilade Riello, 7 37045 - Legnago (VR) www.riello.com Aangezien het Bedrijf zich voortdurend inzet voor het optimaliseren van de volledige productie, zijn de esthetische en dimensionele ken- merken, de technische gegevens, uitrustingen en accessoires aan verandering onderhevig.