Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Condensafvoer; Condensneutralisator - Riello TAU 150 UNIT Instructies Voor Installatie

Condenserende verwarmings
Inhoudsopgave

Advertenties

CONDENSAFVOER

b
Zorg ervoor dat de hoek "i" altijd een helling
van meer dan 3° vertoont en dat de diameter
van de buis voor de condensafvoer altijd groter
is dat die van de verbinding aanwezig op de
verwarmingsketel.
b
Het verzamelen van de condens in de richting
van de riolering moet uitgevoerd worden conform
de geldende wetgeving en eventuele plaatselijke
voorschriften.
b
Vul de sifon met water vullen vooraleer de
verwarmingsketel aan te zetten, om te voorkomen
dat tijdens de eerste minuten van de inschakeling
verbrandingsproducten terecht komen in de
omgeving.
b
Het is aanbevolen zowel de condensafvoer
afkomstig van de verwarmingsketel als van
de schoorsteen door hetzelfde kanaal te laten
lopen.
b
Het onderstel van de verwarmingsketel moet
horizontaal en vlak zijn in de zone van het
draagframe, om moeilijkheden te voorkomen bij de
condensafvoer.
b
Eventuele inrichtingen voor de neutralisatie van
de condens kunnen na de sifon aangesloten
worden. Voor de berekening van de duur van de
neutralisatielading, moet de verbruiksstaat van de
neutralisator na een jaar werking nagegaan worden.
Op basis van die informatie kan de totale duur van
de lading afgeleid worden.

CONDENSNEUTRALISATOR

NEUTRALISATIE-EENHEID TYPE N2
De neutralisatie-eenheid van het TYPE N2 werd ontworpen
voor installaties waarbij de verwarmingsinstallatie voorzien
is van een condensafvoerput die lager ligt dan de
condensafvoer van de ketel. Deze neutralisatie-eenheid
moet niet op het elektriciteitsnet aangesloten worden.
Type
Hoeveelheid
granulaat
N2
25 kg
Het inlaatstuk (A) van de neutralisatie-eenheid N2 (lager
geplaatst) moet met behulp van de flexibele leiding (C)
(bij de eenheid geleverd) op de condensafvoer van de
ketel aangesloten worden. Dit garandeert dat er geen
verbrandingsproducten via de condensafvoerleidingen
van de ketel kunnen ontsnappen.
Het uitlaatstuk (B) van de neutralisatie-eenheid (hoger
geplaatst) moet met behulp van een (niet-bijgeleverde)
flexibele leiding op de condensafvoerput van de
verwarmingsinstallatie aangesloten worden.
b
De condensafvoerput van de verwarmingsinstallatie
moet lager dan het aansluitstuk (B) van de
neutralisatie-eenheid geplaatst worden.
30
INSTALLATEUR
Afmetingen
Ø
(mm)
verbindingen
400x300x220
1"
condens ketel
condens schoorsteen
bij de afvoer
of de eventuele
neutralisatie van
de condens
N2
A
C
b
De gebruikte verbindingsleidingen moeten zo
kort en recht mogelijk lopen. Bochten en knikken
bevorderen de obstructie van de leidingen, wat de
correcte afvoer van de condens verhindert.
i≥3°
i
rookgasafvoer
KETEL
afvoer
B

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tau 210 unit

Inhoudsopgave