POSITIONERING TEMPERATUURSONDES
S O N D E S I N G E V O E R D I N D E
D O M P E L H U L Z E N
VERWARMINGSKETEL:
- Sonde rookgassen (1)
- Sonde veiligheidsthermostaat (2)
- Toevoersonde (3)
- Regelsonde (4)
- Thermostaat rookgassen (5)
b
BELANGRIJK:
BIJ GEBRUIK VAN SYSTEMEN GECONFIGUREERD "IN CASCADE", DE SONDES IN HUN OORSPRONKELIJKE
POSITIE LATEN.
CIRCULATIEPOMPEN
De verwarmingsketels TAU UNIT zijn niet voorzien van een circulatiepomp, die op de installatie voorzien moet worden.
Houd bij het dimensioneren rekening met het belastingsverlies aan de waterzijde van de verwarmingsketel, zoals in de
grafiek hieronder afgebeeld wordt.
TAU 150 - 210 UNIT
b
Bij de eerste inbedrijfstelling en minstens eenmaal
per jaar is het goed de rotatie van de as van de
circulatiepompen te controleren omdat, vooral
na lange periodes waarin het apparaat niet
gewerkt heeft, afzettingen en/of residuen de vrije
draaibeweging kunnen belemmeren.
10
ALGEMEEN
V A N
D E
4
5
20
18
16
14
12
10
8
6
4
2
0
0
5
Vooraanzicht
10
15
Debiet (m
3
/h)
b
Vooraleer de sluitdop van de circulatiepomp los te
draaien of te verwijderen, moeten onderliggende
elektrische inrichtingen beschermd worden tegen
eventueel contact met water.
a
Het is verboden de circulatiepompen zonder water
te laten werken.
Achteraanzicht
20
25
3
2
1