8.4
Oliepeil controleren
Let op de volgende aanwijzingen:
AANWIJZING
Controleer het oliepeil alleen als de tandwielkast afgekoeld is.
AANWIJZING
Bij ruimtelijke standaardposities en ruimtelijke zwenkposities dient het oliepeil in
de inbouwpositie te worden gecontroleerd.
Bij variabele ruimtelijke posities dient de tandwielkast vóór het controleren van het
oliepeil in de ruimtelijke uitgangspositie te worden gebracht, of u dient de aanwijzingen
op de aandrijving of in de orderspecifieke documentatie aan te houden.
8.4.1
Tandwielkast met oliepeilstok
1. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie-/onderhouds-
2. Schroef de oliepeilstok los en trek deze eruit.
3. Reinig de oliepeilstok en draai deze weer stevig tot aan de aanslag in de tandwiel-
4. Draai de oliepeilstok eruit en controleer het oliepeil.
[1] Het oliepeil moet binnen deze grenzen liggen.
5. Ga als volgt te werk als het oliepeil te laag is:
6. Draai de oliepeilstok er weer in.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde planetaire motorreductoren Serie P002 – 082
werkzaamheden" (→ pag. 75).
kast.
[1]
•
Open de olievulschroef.
•
Vul via de olievulschroef nieuwe olie van dezelfde soort bij tot aan de markering.
•
Schroef de olievulschroef er weer in.
Inspectie/onderhoud
Oliepeil controleren
460483852
8
79