Opstellen van de tandwielkast in een explosiegevaarlijke omgeving
6.6
Opstellen van de tandwielkast in een explosiegevaarlijke omgeving
AANWIJZING VOOR DE EXPLOSIEBEVEILIGING
Let bij het plaatsen van de tandwielkast in een explosiegevaarlijke omgeving beslist op
de veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 2!
6.7
Tandwielkasten en motorreductoren in categorie II2GD
AANWIJZING VOOR DE EXPLOSIEBEVEILIGING
Explosiesbeveiligde planetaire tandwielkasten voldoen aan de constructievoor-
schriften voor groep II, categorie 2G of 3G (explosiegevaarlijke gasomgevingen) en 2D
of 3D (explosiegevaarlijke stofomgevingen). Deze apparaten zijn geschikt voor gebruik
in zone 1 en 21 of zone 2 en 22.
6.7.1
Omgevingstemperatuur
Tandwielkasten in categorie II2D, II2G, II3D en II3G mogen alleen bij omgevingstempe-
raturen van -20°C tot +40°C worden toegepast.
AANWIJZING VOOR DE EXPLOSIEBEVEILIGING
Afwijkende omgevingstemperaturen worden dienovereenkomstig op het typeplaatje
aangegeven.
6.7.2
Temperatuurklasse
Tandwielkasten in categorie II2G en II3G (explosiegevaarlijke gasomgevingen) zijn toe-
gelaten voor de temperatuurklassen T3 tot T6, wat echter afhangt van het toerental, de
overbrenging en de ruimtelijke positie. De categorie en de temperatuurklasse van de
tandwielkast staan op het typeplaatje.
6.7.3
Oppervlaktetemperatuur
De maximale oppervlaktetemperatuur van tandwielkasten in categorie II2D en II3D
bedraagt, afhankelijk van het toerental, de overbrenging en de ruimtelijke positie, 120°C
of 140°C. Hogere oppervlaktetemperaturen zijn uitsluitend na overleg met SEW-
EURODRIVE toegelaten. De categorie en de maximale oppervlaktetemperatuur
moeten op het typeplaatje staan. De exploitant van de installatie moet garanderen dat
de stofconcentratie niet de maximale sterkte van 5 mm conform EN 50281-1-2 over-
schrijdt. Stofafzettingen tussen de krimpschijf en de afdekkap zijn niet toegestaan.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde planetaire motorreductoren Serie P002 – 082
Installatie/montage
6
41