Inspectie/onderhoud
8
Inspectie- en onderhoudsintervallen
8.2
Inspectie- en onderhoudsintervallen
8.2.1
Planetaire tandwielkast P..
76
•
Zorg er vóór het losmaken van de asverbindingen voor dat er geen torsiemomenten
meer actief zijn (verspanningen binnen de installatie).
•
Bij vervolgwerkzaamheden dient voorkomen te worden dat vreemde voorwerpen de
tandwielkast binnendringen.
•
Het is niet toegestaan de tandwielkast te reinigen met een hogedrukreinigingsappa-
raat. Het gevaar bestaat dat er water in de tandwielkast komt en dat afdichtingen
beschadigd raken.
•
Voer na afloop van alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden een veiligheidsen
functiecontrole uit.
•
Neem de veiligheidsaanwijzingen in de afzonderlijke hoofdstukken in acht!
Tijdsinterval
•
Dagelijks
•
Maandelijks
•
Na 500 bedrijfsuren
•
Om de 3000 bedrijfsuren, minstens
halfjaarlijks
•
Afhankelijk van de
bedrijfsomstandigheden,
uiterlijk om de 12 maanden
•
Afhankelijk van de bedrijfscondi-
ties (zie hoofdstuk 7.3) uiterlijk om
de drie jaar
•
Afhankelijk van de bedrijfscondi-
ties (zie hoofdstuk 7.3) uiterlijk om
de vijf jaar
•
Verschillend (afhankelijk van
externe factoren)
Technische handleiding – Explosiebeveiligde planetaire motorreductoren Serie P002 – 082
Vereiste actie
•
Temperatuur van de behuizing controleren:
•
bij minerale olie: max. 90°C
•
bij synthetische olie: max. 100°C
•
Geluid van de tandwielkast controleren
•
Controle m.b.t. stofafzetting (op vrije oppervlakken < 5 mm,
in tussenruimten, bijv. afdekkap van de krimpschijf, is geen
stofafzetting toegestaan)
•
Tandwielkast controleren op lekkages
•
Oliepeil controleren (hoofdstuk 8.4)
•
Eerste olieverversing na eerste inbedrijfstelling
(hoofdstuk 8.6)
•
Controleer de oliekwaliteit (hoofdstuk 8.5)
•
Afdichtingsvet bij nasmeerbare afdichtingsystemen bijvullen
(hoofdstuk 8.8)
•
Controleren of de bevestigingsbouten stevig vastzitten
•
Toestand van de olie-waterkoeler controleren
•
Oliefilter reinigen, evt. filterelement vervangen
•
Ontluchtingsschroef controleren, evt. vervangen
(hoofdstuk 8.7)
•
Uitlijning aandrijfas en uitgaande as controleren
(hoofdstuk 6.6)
•
Minerale olie verversen
•
Askeerring vervangen (niet weer op hetzelfde spoor
monteren)
•
Synthetische olie verversen
•
Askeerring vervangen (niet weer op hetzelfde spoor
monteren)
•
Aflak-/corrosiewerende verf bijwerken of opnieuw
aanbrengen