Alle luchtgekoelde RTAD-koelmachines
worden in de fabriek aan een volledige
functietest onderworpen. Hierbij worden
de sensoren, bedrading, elektrische
onderdelen, werking van de
microprocessor,
communicatievermogen, werking van
de expansieklep en de ventilatoren
getest. Indien mogelijk wordt de unit in
de fabriek afgesteld voor de
ontwerpomstandigheden van de klant,
zoals het instelpunt van de
wateruitlaattemperatuur, de
stroomgrens en het instelpunt van de
resettemperatuur.
Opmerking: Vrij koelende eenheden
zijn tegen vorst beschermd met 30%
ethyleen glycol in het koelingskring
circuit, wat het meest voor de hand
liggende percentage is om de unit
tegen bevriezen te beschermen.
Beschermingsniveau met 30% ethyleen
glycol:
- vriespunt zonder scheurvorming =
-13°C
- vriespunt met scheurvorming =
-50°C
Het is noodzakelijk om het percentage
ethyleen glycol in het watercircuit
regelmatig te controleren (tenminste
elke drie maanden).
76
Onderhoudsprocedures
Koudemiddele-
missieregeling
Conservering en emissieverlaging
kunnen bereikt worden door de
aanbevolen werking, onderhoud en
onderhoudsprocedures van Trane te
volgen, waarbij vooral aandacht wordt
besteed aan het volgende:
1 Het koelmiddel dat in elke type airco
of koelinstallatie gebruikt wordt,
moet teruggewonnen, gerecycled of
gereconditioneerd (geregenereerd)
worden voor hergebruik. Laat nooit
koudemiddel in de atmosfeer
ontsnappen.
2 Bepaal altijd mogelijke recyclings-
of regeneratie-eisen van het
teruggewonnen koudemiddel
voordat met een
terugwinningsmethode wordt
begonnen.
3 Gebruik goedgekeurde bakken en
volg de veiligheidsvoorschriften.
Neem alle geldende
transportnormen in acht voor het
transport van koudemiddelbakken.
4 Gebruik recyclingapparatuur om
emissies te beperken tijdens het
terugwinnen van koudemiddel.
Probeer altijd methoden te gebruiken
waarbij een zo laag mogelijk vacuüm
wordt getrokken tijdens de
terugwinning en condensatie van
koelmiddel in bakken.
5 De voorkeur wordt gegeven aan
reinigingsmethoden voor
koelsystemen met filters en drogers.
Gebruik geen oplosmiddelen die de
ozonlaag aantasten. Gooi de
gebruikte materialen op de juiste
manier weg.
6 Besteed vooral aandacht aan het
correcte onderhoud van
onderhoudsapparatuur voor
onderhoudswerkzaamheden aan het
koelsysteem, zoals meters, slangen,
vacuümpompen en
recyclingapparatuur.
7 Blijf op de hoogte van verbeteringen
voor units, conversiekoelmiddelen,
compatibele onderdelen en
aanbevelingen van fabrikanten voor
het terugdringen van
koelmiddelemissies en het verhogen
van het bedrijfsrendement van de
installatie. Volg de specifieke
richtlijnen van de fabrikant voor
conversie van bestaande systemen.
8 Probeer de werking van de installatie
altijd te verbeteren door verbeterd
onderhoud en handelingen waarbij
energie wordt bespaard om te
helpen bij het terugdringen van
emissies.
RTAD-SVX01F-NL