Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verbindingskabels; Beveiliging Gekoeldwaterstroom (Pomp); Regeling Gekoeldwaterpomp - Trane R Series Bedrijfs- En Onderhoudsvoorschriften

Luchtgekoelde helirotor vloeistofkoelmachine
Verberg thumbnails Zie ook voor R Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

RTAD-SVX01F-NL
Elektrische installatie

Verbindingskabels

Beveiliging gekoeldwaterstroom
(pomp)
Voor de model RTAD-koelmachine is
een lokale
stuurspanningscontactingang nodig
via een stroomschakelaar 6S56 en een
hulpcontact 6K51 van de
magneetschakelaar van de
gekoeldwaterpomp.
BELANGRIJK: Zet de koelmachine niet
aan of uit met de beveiligingen van de
gekoeldwaterpomp.
Hiervoor wordt verwezen naar de bij
de unit geleverde situatietekeningen,
bedradingschema's, schakelschema's
en besturingsschema's.
Gekoeldwaterpompregeling
LET OP! De gekoeldwaterpomp moet
minimaal 1 minuut lang bediend
worden, nadat de UCM-CLD van de
ingang van de externe auto-
/stopregeling een commando heeft
ontvangen om het
gekoeldwatersysteem uit te schakelen.
Op de RTWB-units start de regelaar de
ontlastingsmodus om een cyclus in
een van de onderstaande
omstandigheden te beëindigen:
• STOP-toets ingedrukt
• Belastingsverlies
• Externe Auto/Stop invoer geopend
De "Draaien:ontladen" bedrijfsmodus
stuurt een commando naar de
compressor om deze volledig te
ontladen, wat ongeveer een halve
minuut duurt. Hierdoor worden de
compressoren volledig ontladen voor
de eerstvolgende inbedrijfstelling.
Als alleen de beveiliging van de
gekoeldwaterstroom gebruikt wordt,
wordt de koelmachine uitgezet met
een onmiddellijke (directe)
uitschakeling en wordt een
automatische resetdiagnose gestart.
1. Externe auto-/stopregeling (module
A1 TB3-3 en -4). Deze ingang wordt
lokaal geleverd. Een contactuitgang
start de gekoeldwaterpomp en de
koelmachine via de contacten van de
UCM-pompregeling. Door het
contact te openen worden de
draaiende compressoren in de
modus "Draaien:ontladen" gezet en
wordt een timingsperiode gestart
(1 tot 30 minuten, in te stellen via
het Clear Language Display).
Hierdoor wordt het beëindigen van
de werking van de
gekoeldwaterpomp vertraagd
via de contacten van de UCM-
pompregeling. Voorbeelden van de
ingangsklemmen 1UTB3-3 en -4 zijn
een tijdklok, een
omgevingsthermostaat, een
Building Automation systeem, etc.
2. UCM-CLD contacten pompregeling
(klem A1 TB4-8 en -9)
Deze uitgang is een reeks contacten
die gesloten worden, waardoor de
gekoeldwaterpomp wordt gestart als
de externe contacten Auto/Stop
worden gesloten. Als de contacten
geopend worden, gaan de contacten
van de UCM-pompregeling
1 tot 30 minuten later open
(in te stellen via het Clear Language
Display).
3. Beveiliging van
gekoeldwaterstroomdetectie
(klemmen A1 TB3-1 en -2)
Deze klem moet lokaal geïnstalleerd
worden. De contactuitgang tussen
de klemmen geeft de
gekoeldwaterstroomdetectie aan.
Voorbeelden hiervan zijn: hulpcontact
van pompstarter, stroomschakelaar,
verschildrukschakelaar of een contact
van een building automation systeem.
Door dit contact te openen wordt de
koelmachine onmiddellijk
uitgeschakeld en wordt een
automatische resetdiagnose gestart,
waarmee verlies van de
gekoeldwaterstroom wordt
aangegeven.
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave