Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Extern Instelpunt Stroomgrens (Cls); Buitenluchttemperatuursensor - Trane R Series Bedrijfs- En Onderhoudsvoorschriften

Luchtgekoelde helirotor vloeistofkoelmachine
Verberg thumbnails Zie ook voor R Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Extern
stroomgrensinstelpunt:
spanningsbron 2-10 V (DC),
of stroombron 4-20 mA
Deze optie dient voor de externe
instelling van het
stroomgrensinstelpunt (CLS),
onafhankelijk van het
stroomgrensinstelpunt op het
frontpaneel. Dit kan op twee manieren
ingesteld worden:
1 - een geïsoleerde spanningsingang
2-10 V (DC)
2 - een geïsoleerde spanningsingang
4-20 mA
Het externe stroomgrensinstelpunt
(menu Gebruikersinstellingen) moet
ingesteld worden op "E" m.b.v. het
Clear Language Display om de werking
van het externe stroomgrensinstelpunt
in te schakelen.
1- 2-10 V (DC) spanningsbroningang
Stel DIP-schakelaar SW1-2 van de
optionele module A9 in op "UIT".
Sluit de spanningsbron aan op klem
7 (+) en 8 (-) van de optionele module
A9. Het CLS is nu gebaseerd op de
onderstaande vergelijking:
CLS % = (V (DC)*10) + 20
De voorbeeldwaarden voor CLS t.o.v. V
(DC) signalen worden getoond in
Tabel 33.
56
Elektrische installatie
Minimum instelpunt: 40% (2,0 V (DC)
ingang)
Maximum instelpunt: 120%
(10,0 V (DC) ingang)
4-20 mA stroombroningang
Stel DIP-schakelaar SW1-2 van de
optionele module A9 in op "AAN".
Sluit de stroombron aan op klem 7 (+)
en 8 (-) van de optionele module A9.
Het CLS is nu gebaseerd op de
onderstaande vergelijking:
CLS % = (mA * 5) + 20
Voorbeeldwaarden voor CLS t.o.v. mA
signalen worden getoond in Tabel 29.
Minimaal instelpunt = 40% (4,0 mA)
Maximaal instelpunt = 120% (20,0 mA)
Tabel 37 - Ingangswaarden t.o.v. extern
stroomgrensinstelpunt
Spanning
gekoeldwaterinste
Stroom
(V (dc))
(mA)
2,0
4,0
3,0
6,0
4,0
8,0
5,0
10,0
6,0
12,0
7, 0
14,0
8,0
16,0
9,0
18,0
10,0
20,0
Buiten-
luchttemperatuursensor:
Deze sensor wordt gebruikt voor
uitschakeling bij lage
omgevingstemperaturen en
gekoeldwaterreset door
buitenluchttemperatuur. Deze sensor is
optioneel op de RTAD-units. Verwijder
de sensor uit de transportlocatie in het
regelpaneel en installeer deze in de
buitenluchtinlaat op de noordelijke
wand van het gebouw. Bescherm de
sensor tegen direct zonlicht en de
elementen. Sluit draden aan op klem
1 en 2 van module A9 TB1. Alle
bedrading naar en van de sensor op
afstand moet gemaakt worden van
afgeschermde, getwiste geleiders.
Zorg dat u de afscherming alleen aan
de UCM-CLD aardt. Breng tape aan op
het sensoruiteinde van de afscherming
Resulterend
om te voorkomen dat deze het
oppervlak raakt.
lpunt (ºC)
40
WAARSCHUWING! Koppel de
50
elektrische voedingsbron los voordat
60
de kabels op de unit worden
70
aangesloten om letsel en dodelijke
80
90
ongevallen te voorkomen
100
Opmerking: Niet beschikbaar voor vrij-
110
koelende eenheden.
120
RTAD-SVX01F-NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave