Inhoudsopgave
Advertenties
70
Controle voor opstarten
De correcte elektrische fasevolgorde
van de compressormotor kan snel
vastgesteld en gecorrigeerd worden
voordat de unit wordt gestart. Gebruik
een kwaliteitsinstrument zoals de
bijbehorende onderzoeksmodel 45
fasevolgorde-indicator en volg deze
procedure.
1 Druk op de STOP-toets op de
UCM-CLD.
2 Open de elektrische hoofdschakelaar
of circuitbeveiligingsschakelaar die
lijnvoeding naar het (de)
lijnvoedingsklemmenblok(ken) in het
starterpaneel (of de op de unit
gemonteerde hoofdschakelaar).
3 Sluit de indicatordraden van de
fasevolgorde als volgt aan op het
lijnvermogenklemmenblok:
Fasevolgordedraad Klem
Zwart (fase A)
L1
Rood (fase B)
L2
Geel (fase C)
L3
4 Schakel de voeding in door de
gezekerde hoofdschakelaar van de
voeding van de unit te sluiten.
5 Lees de fasevolgorde op de indicator.
De "ABC" LED op de voorkant van de
fase-indicator zal branden als de fase
"ABC" is.
WAARSCHUWING! Wees uiterst
voorzichtig bij het uitvoeren van
onderhoudsprocedures met de
voeding ingeschakeld om persoonlijk
of dodelijk letsel te voorkomen.
6 Als in plaats daarvan de "CBA"
indicator brandt, moet u de
hoofdschakelaar van de unit openen
en de twee lijndraden op het (de)
lijnvermogenklemmenblok(ken)
(of de op de unit gemonteerde
hoofdschakelaar) verwisselen. Sluit
de hoofdschakelaar opnieuw en
controleer de fase-aansluitingen.
LET OP! De belastingsdraden van de
magneetschakelaars van de unit of de
motorklemmen mogen niet onderling
verwisseld worden. Dit kan tot schade
aan de apparatuur leiden.
7 Open de hoofdschakelaar van de unit
opnieuw en koppel de indicator van
de fasevolgorde los.
Stroomsnelheden in
watersysteem
Breng een gebalanceerde
gekoeldwaterstroom door de
verdamper tot stand.
De stroomsnelheden moeten tussen de
minimum- en maximumwaarden op de
drukdalingsgrafiek liggen. Als de
stroomsnelheden van het gekoeld
water onder de minimumwaarden
liggen, ontstaat er een laminaire
stroming die de warmteoverdracht
verlaagt en een verlies van EXV-
regeling, herhaaldelijke storingen,
lage temperaturen en onderbrekingen
veroorzaakt. Te hoge stroomsnelheden
kunnen beschadigingen aan de
leidingen in de verdamper
veroorzaken.
Drukdaling in
watersysteem
Meet de waterdrukdaling door de
verdamper bij de lokale
drukaansluitingen op de
waterleidingen van het systeem.
Gebruik dezelfde meter voor elke
meting. Kleppen, filter of fittingen
mogen niet opgenomen worden in de
drukdalingswaarden.
De waarden van de drukdaling moeten
ongeveer gelijk zijn aan de waarden uit
de drukdalingstabellen in het
hoofdstuk "Mechanische installatie".
RTAD-SVX01F-NL
Advertenties
Inhoudsopgave
