Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Oliepomp En Werkingsschema - Weishaupt WGL30 Montage- En Bedieningshandleiding

Combibranders
Inhoudsopgave

Advertenties

3.4 Oliepompen en werkingsschema
De pompen zijn voorzien voor installatie in een
tweepijpssysteem (fabrieksinstelling). In bepaalde gevallen
kunnen de pompen in een éénpijpssysteem ingezet
worden. Voor éénpijpsinstallatie moet de bypass-schroef
verwijderd worden en de terugloop afgesloten (schroef
met dopmoer in het zakje met toebehoren). De bypass-
schroef in de pomp is als volgt aangebracht :
AL65 C – achter de terugstroomkoppeling SW4 (2)
Alle pompen zijn uitgerust met een drukregelventiel en
magneetventiel gemonteerd in de toevoerlijn naar de
verstuiver (stroomloos gesloten).
Werking
Bij de inbedrijfname stroomt olie uit de zuigleiding langs de
filter naar de pompaandrijving. Tijdens de voorventilatie is
magneetventiel (7) gesloten. De stookolie drukt de
regelklep in de richting van de regelveer en geeft via een
stuurboring de weg naar de terugloop vrij.
Een deel van de aangevoerde stookolie vloeit via een
ontluchtingsgleuf direct in de terugloop, daardoor worden
de pompen bij tweepijpsinstallatie automatisch ontlucht.
Bij éénpijpsinstallatie kan enkel ontlucht worden bij een
geopend magneetventiel (7) via de verstuiverleiding of de
drukmeetaansluiting (4).
Wanneer magneetventiel (7) spanning krijgt, dan is de weg
naar de verstuiver vrij. De pompdruk wordt ingesteld aan
de drukregelschroef (6). Bij het afschakelen van de
brander sluit magneetventiel (7) de doorlaat naar de
verstuiver, daardoor wordt de oliestroom onmiddellijk
afgesloten.
Capaciteit van de pomp :
AL65 C = 100 l/h
Bij twee- of éénpijpsinstallatie dient de overeenkomstige
dimensionering van de aanzuigleiding gekozen te worden
volgens de tabel in hoofdstuk 2.6.
Pompinstelling
1. Sluitschroef (4) aan de manometeraansluiting
losdraaien. De brander in werking zetten en wachten tot
olie zonder luchtbellen uitstroomt.
Opgepast !
Door drooglopen kan de pomp blokkeren. De zuigleiding
moet voor de inbedrijfname met stookolie gevuld worden !
2. Voor controle van het vacuüm, de vacuümmeter in de
aansluiting (5) inschroeven.
3. Voor controle van de drukinstelling, de drukmanometer
in de aansluiting (5) inschroeven.
4. De gewenste pompdruk instellen :
rechts draaien = druk verhogen
links draaien = druk verlagen
Drukbereik
__________________________ 8 tot 15 bar
Fabrieksinstelling ___________________________ 12 bar
Opmerking
Bij olietoevoer via transfertsysteem dient er op gelet te
worden dat de max. toevoerdruk niet meer dan 2 bar
bedraagt. De zuigweerstand mag max. 0,4 bar bedragen.
Suntec-pomp type AL65 C 9525
7
6
5
2
Manometeraansluiting
1 Aansluiting zuigleiding
2 Aansluiting terugstroomleiding
3 Toevoerleiding naar verstuiver
4 Aansluiting manometer
5 Aansluiting vacuümmeter
6 Drukregelschroef
7 Magneetventiel (stroomloos gesloten)
8 Vacuüm- resp. manometer met nippel
9 Manometer-schroefkoppelstuk
Werkingsschema tweetraps
1
1 Pomp met opgebouwd
magneetventiel
2 Magneetventiel trap 2
3 Verstuivers trap 1 en trap 2
4
3
1
11
9
8
10
2
3
Trap 1
Trap 2
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave