2.7 Veiligheidstesten voor de inbedrijfname
2.7.1 Dichtheidscontrole van de gasarmaturen
Voor de dichtheidscontrole van de gasarmaturen
moeten kogelafsluitkraan en magneetventielen
gesloten zijn.
1ste testfase : van kogelkraan tot 1ste ventiel
Het controle-element wordt aangesloten aan de gasfilter
en ingang van het DMV. Bij de drukproef moet de
meetaansluiting tussen V1 en V2 open zijn.
2de testfase : ruimte tussen de 2 ventielen
Het controle-element wordt aangesloten aan de DMV-
tussenruimte. Meetpunt 3 is open.
3de testfase : aansluiting armaturen en gassmoorklep
Het controle-element wordt aangesloten op de DMV-
uitgang. Voor de drukproef moet de meegeleverde
blindflens ingebouwd worden tussen mengkamer en
gassmoorklep.
Opgelet !
Na deze drukproef moet de blindflens opnieuw
uitgebouwd worden.
De proefdruk in de armaturen moet minstens 100-150
mbar bedragen.
5 minuten wachttijd voor drukstabilisatie.
De gasarmaturen zijn dicht als het drukverlies na de
proeftijd van 5 minuten niet meer dan 1 mbar bedraagt.
Eventuele lekken kunnen opgespoord worden door de
verbindingen in te smeren met een kwastje en een
zeepoplossing of door het gebruik van een lek-zoek-spray.
Er mogen zich geen luchtbellen vormen.
Het resultaat van de dichtheidscontrole in het meetrapport
opnemen !
Opgelet !
Na onderhouds- en servicewerken aan gasvoerende
bouwdelen moet steeds een dichtheidscontrole
uitgevoerd worden.
10
5
1
3
2
4
1ste testfase 2de testfase
1 Gummislang met T-stuk
2 Handpomp
3 Meettoestel (U-buis of manometer)
4 Dichtingsklem
5 Blindflens
3de testfase