2.8.2 Oliegedeelte
A. Verstuiverkeuze
– Verstuivergrootte kiezen in functie van het gewenste
brandervermogen (tabel hoofdstuk 3.2).
B. Brander-voorinstelling
Vlambuis en kurvenband werden reeds bij de
afregeling op gas ingesteld. Deze instellingen
mogen niet meer gewijzigd worden.
– Gekozen verstuivers inbouwen, zie hoofdstuk 3.2
– Schakelnok IV ca. 10 hoekgraden boven schakel-
nok III instellen (zie tekening hoofdstuk 2.8.1)
– De zuigleiding naar de oliepomp moet voor de
inbedrijfstelling met stookolie gevuld worden (evtl.
met een opzuigdispositief naar de pomp toevoeren)
Automatisch aanzuigen kan beschadiging van
de pomp veroorzaken (drooglopen).
– Druk- of vacuüm-manometer aansluiten
C. Branderafregeling
– Brandstofkeuzeschakelaar aan de branderautomaat
op oliebedrijf zetten
– De servomotor loopt naar de stand vollast en begint
met de voorspoeling (ca. 30 sec.)
– Daarna loopt de servomotor naar de stand deellast
(schakelnok IV)
– Ontsteking en overgang naar deellast (verstuiver 1)
en vollast (verstuiver 1 en 2) afwachten
– Vervolgens aan/uit-schakelaar aan de servomotor
op pos. "0" zetten
– Vermogenregeling vollast :
De instelling van de luchtkurvenband mag niet meer
gewijzigd worden !
Het oliedebiet wordt door veranderen van de
pompdruk (10-14 bar) aangepast (evtl. andere
verstuivergrootte kiezen)
Bij een goede vlamstabiliteit moet een roetgetal
< 1 en CO
-waarden > 13 vol. % bereikt worden.
2
– Vermogenregeling deellast :
Aan/uit-schakelaar op pos. "1" zetten.
De servomotor loopt van vollast naar deellast.
De verbrandingsluchthoeveelheid instellen met
schakelnok IV.
Controle van de verbrandingswaarden zoals bij
vollast.
Bij de instelling van de deelbelasting dient rekening
gehouden te worden met de onderste vermogengrenzen
van de arbeidsvelden, de rookgastemperatuur, alsook met
de onderrichtingen van de ketelconstructeur.
14
D. Documentatie
Bij vol- en deellast :
– oliedebiet
– verstuivertype
– pompdruk
– CO
,
2
– roet
– rookgastemperatuur
– ventilatordruk
– vuurhaardweerstand
– vlamcontrolestroom
Opgelet :
Na de eindafregeling op gas en olie moet de
aan/uit-schakelaar aan de servomotor op pos. "1"
gezet worden.