Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Deze handleiding is een vast onderdeel van het toestel en moet bij de installatie Vertaling van het bewaard worden. originele bedieningsvoorschrift Voor de werkzaamheden aan het toestel, de handleiding aandachtig lezen. 1.1 Doelgroep Deze handleiding richt zich tot de gebruiker en de vakspecialisten.
Weishaupt onderdelen, overmacht, niet geautoriseerde wijzigingen aan het toestel, montage van extra componenten, die niet samen met het toestel door de...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik De brander is geschikt voor gebruik op warmtegeneratoren volgens NEN-EN 303 en NEN-EN 676. Indien de brander niet in vuurhaarden volgens NEN-EN 303 en NEN-EN 676 wordt toegepast, moet een veiligheidstechnische beoordeling van de verbranding en van de vlamstabiliteit in de verschillende procestoestanden en bij de uitschakelgrenzen van de verbrandingsinstallatie uitgevoerd en gedocumenteerd worden.
2.4 Constructieve wijzigingen Aanpassingen mogen alleen met schriftelijke toestemming van de firma Max Weishaupt GmbH uitgevoerd worden. alleen aanvullende componenten monteren, welke met het toestel gekeurd zijn. geen inzetstukken in de vuurhaard toepassen, welke het volledig uitbranden van de vlam hinderen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3 Productbeschrijving 3.1 Type code Voorbeeld: WG5N/-1A LN type Serie: W-brander Brandstof: gas Bouwgrootte N: aardgas F: vloeibaar gas Belastingsgrootte Constructie stand Uitvoering Menginrichting: LowNO 3.2 Serienummer Het serienummer op de typeplaat is een duidelijke identificatie van het product. Dit is noodzakelijk voor de Monarch servicedienst.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.3 Functie 3.3.1 Luchttoevoer Luchtklep De luchtklep regelt de luchthoeveelheid voor de verbranding. Via een instelschroef op de luchtklep, of op de servomotor (optie) wordt de gewenste luchtkleppositie ingesteld. Bij branderstilstand sluit de servomotor (optie) de luchtklep automatisch. Daardoor wordt het afkoelen van de warmtegenerator gereduceerd.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.3.2 Gastoevoer Gaskogelkraan 1 De gaskogelkraan opent en sluit de gastoevoer. Multiblok 8 Het multiblok omvat: gasfilter 2 Het gasfilter beschermt de armaturen tegen externe vervuiling. dubbele gasklep 4 de dubbele gasklep opent en sluit de gastoevoer. drukregelaar 3 de drukregelaar reduceert de aansluitdruk en zorgt voor een constante insteldruk.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.3.3 Elektrische onderdelen Brandermanager De brandermanager W-FM is de besturingseenheid van de brander. Deze stuurt het functieverloop en controleert de vlam. Brandermotor De brandermotor drijft de waaier aan. Ontstekingsunit De elektronische ontstekingsunit produceert aan de elektrode een vonk welke het brandstof-luchtmengsel ontsteekt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.3.4 Programmaverloop Voorventilatie zonder servomotor Bij warmtevraag start na de initialisatietijd (T ) en bij geschakelde min. gasdrukschakelaar de brandermotor. Tijdens de voorventilatietijd (T ) schakelt de luchtdrukschakelaar. Voorventilatie met servomotor (optie) Bij warmtevraag loopt de servomotor, na de initialisatietijd (TI), open. Als de eindschakelaar (S2) gesloten is, start bij geschakelde min.
Pagina 13
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving W-FM 05 T1 T2 Ionisatie-elektrode Initialisatietijd: 1 s Luchtdrukschakelaar Naventilatietijd: 1,2 s Temperatuur- of drukregelaar Naontstekingstijd: 2,4 s Min. gasdrukschakelaar Voorventilatietijd: 21,5 s Temperatuur- of drukbegrenzer Veiligheidstijd: 2,7 s Dubbele gasklep Voorontstekingstijd: 1,9 s Externe klep vloeibaar gas Spanning aanwezig Brandermotor...
20 … +70 °C relatieve luchtvochtigheid max 80 %, geen condensatie opstellingshoogte max 2000 m Voor een hogere opstellingshoogte is overleg met de fabrikant Weishaupt noodzakelijk. 3.4.4 Brandstoffen aardgas E/LL vloeibaar gas B/P 14-88 83051244 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.4.5 Emissies Rookgassen De brander voldoet aan de EN 676 emissieklasse 3. De NO -waarden worden beïnvloed door: vuurhaardafmetingen, rookgasafvoer, brandstof, verbrandingslucht (temperatuur en vochtigheid), mediumtemperatuur. De min. benodigde vuurhaardafmetingen voor de NO -berekening kunnen op aanvraag verkregen worden.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.4.6 Belasting Branderbelasting aardgas 12,5 … 50 kW vloeibaar gas 12,5 … 50 kW vlamkop WG5/1LN Werkingsgebied Werkingsgebied volgens EN 676. De belastingsgegevens zijn gebaseerd op een opstellingshoogte van 0 m boven N.A.P. Opstellingshoogten van meer dan 0 m geven een reducering van het vermogen van ca. 1 % per 100 m.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.4.7 Afmetingen Brander Rp½ –weishaupt– 30 mm 286 mm 103 mm 308 mm 30 mm 1 135 mm zonder vlamkopverlenging 235 mm bij vlamkopverlenging (100 mm) 335 mm bij vlamkopverlenging (200 mm)
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving Armaturen Kogel- Met thermische afsluitinrichting Zonder thermische kraan afsluitinrichting 1 Rp½ ca. 310 mm ca. 300 mm 2 Rp½ ca. 280 mm ca. 270 mm 3 Rp½ ca. 510 mm ca. 500 mm 4 Rp½...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 4 Montage 4 Montage 4.1 Montagevoorschriften Brandertype en werkingsgebied Brander en warmtegenerator moeten op elkaar afgestemd zijn. Brandertype en branderbelasting controleren. Opstellingsruimte Voor de montage ervoor zorgen dat: de ruimte voor de normale positie en servicepositie volstaat [hfst. 3.4.7], de luchttoevoer voor de verbrandingslucht voldoende is, evt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 4 Montage 4.2 Brander monteren Alleen geldig voor Zwitserland Bij montage en bedrijf de voorschriften van SVGW, de VKF, de plaatselijke en kantonnale regelgeving en de EKAS-Richtlijn (richtlijnen voor vloeibaar gas deel 2) in acht nemen. De brander is standaard uitgevoerd met de gasarmaturen aan de rechterzijde.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 5 Installatie 5 Installatie 5.1 Gasvoorziening Explosiegevaar door vrijkomend gas Een ontstekingsbron kan een gas-lucht-mengsel laten ontploffen. Gasaansluiting zorgvuldig installeren. Alle veiligheidsvoorschriften in acht nemen. GEVAAR Alleen erkende installateurs mogen de gasaansluiting uitvoeren. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften in acht nemen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 5 Installatie 5.1.1 Armaturen installeren Armaturen aan de rechterzijde monteren Beschermfolie van de gasaansluitflens verwijderen. Armaturen spanningsvrij monteren. Montagefouten mogen niet gecompenseerd worden door de flensschroeven met geweld aan te draaien. Controleer de flenspakking op juiste plaatsing. Schroeven gelijkmatig en kruislings aandraaien.
Pagina 23
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 5 Installatie Accessoires 1 Max. gasdrukschakelaar met mechanische vergrendeling (B33) 23-88 83051244 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 5 Installatie 5.1.2 Gastoevoerleiding op dichtheid controleren en ontluchten Alleen de gasleverancier of een erkend installateur of inspecteur mag de gasleiding volgens de normen en richtlijnen op dichtheid controleren en ontluchten. 24-88 83051244 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 5 Installatie 5.2 Elektrische aansluiting Levensgevaar door elektrische schok Werkzaamheden onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Voor aanvang van de werkzaamheden de voedingsspanning afschakelen. GEVAAR Tegen onverwachts her inschakelen beveiligen. De elektrische aansluiting mag alleen door gekwalificeerde elektrotechnici uitgevoerd worden.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 6 Bediening 6 Bediening 6.1 Bedieningspaneel Schade aan de brandermanager door foutieve bediening Hard op de LED-toets drukken kan de brandermanager beschadigen. LED-toets slechts licht indrukken. VOORZICHTIG De LED-toets op de brandermanager heeft de volgende functies: bedrijfsstand weergeven [hfst. 6.2], foutcode weergeven [hfst. 10.1.2], branderstoring ontgrendelen [hfst. 10.1.2].
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag alleen door gekwalificeerde vakspecialisten uitgevoerd worden. Alleen een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid. De brander niet buiten het werkingsgebied gebruiken [hfst. 3.4.6]. Voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat: alle montage- en installatiewerkzaamheden correct zijn uitgevoerd, de luchttoevoer voor de verbrandingslucht voldoende is, evt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.1 Meetinstrumenten aansluiten Multimeter voor ionisatiestroom Ontkoppel de ionisatiekabel bij de connector Multimeter in serie schakelen. Ionisatiestroom vreemdlichtherkenning vanaf 0,8 μA minimale ionisatiestroom 1,5 μA aanbevolen ionisatiestroom 5 … 20 μA Drukmeter voor mengdruk Meetpunt voor de mengdruk 1 openen en drukmeter aansluiten.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.2 Gasaansluitdruk controleren Min. aansluitdruk De vuurhaarddruk in mbar moet bij de min. aansluitdruk opgeteld worden. De aansluitdruk mag niet lager zijn dan 15 mbar. Max. aansluitdruk De maximum aansluitdruk voor de kogelkraan is 300 mbar. Bij een aansluitdruk > 50 mbar moet een drukregelaar FRS voor het multiblok gemonteerd worden.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.3 Gasarmaturen op dichtheid controleren Dichtheidscontrole uitvoeren: voor de inbedrijfstelling, na alle service- en onderhoudswerkzaamheden. Eerste testfase Tweede testfase testdruk 100 mbar ±10 % 50 mbar ±10 % wachttijd voor drukstabilisatie 5 minuten 5 minuten testtijd 5 minuten...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling Derde testfase In de derde testfase de uitgang van het multiblok tot het afdichtingspunt van de brander controleren. Deze testfase kan alleen tijdens of na de inbedrijfname van de brander uitgevoerd worden. Voor de test een elektronische gasdetector of lekspray gebruiken.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.5 Drukregelaar voorinstelling Insteldruk bepalen Bij een aansluitdruk > 50 mbar is een extra drukregelaar noodzakelijk. Drukregelaar FRS instellen [hfst. 7.1.6]. Bij de insteldruk de vuurhaarddruk in mbar erbij optellen. Insteldruk en maat 1 en 3 uit de tabel bepalen en noteren. De calorische waarden H hebben betrekking op 0 °C en 1013 mbar.
Pagina 33
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling Vollast [kW] Insteldruk Vollastinstelling Starlastinstelling [mbar] maat 1 [mm] maat 3 [mm] Aansluitdruk 20 mbar 50 mbar Aardgas LL: H = 8,83 kWh/m , d = 0,641 12,5 13,5 17,5 16,5 15,0 14,0 17,5 16,5 17,5 14,5...
Pagina 34
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling Instelschroeven voorinstellen Bepaalde insteldruk en maat 1 en 3 op het multiblok voorinstellen. Voorbeeld Benodigde Gassoort Vuurhaarddruk Gasaansluitdruk branderbelasting 30 kW aardgas E 0,2 mbar 20 mbar Bepaalde insteldruk Vollastinstelling Startlastinstelling + vuurhaarddruk (20 mbar) 5,5 mbar + 0,2 mbar 18 mm...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.6 Drukregelaar FRS instellen (optie) Alleen noodzakelijk bij een gasaansluitdruk > 50 … 300 mbar. Indien de oranje veer (5 … 20 mbar) in de drukregelaar zit: Instelschroef met de klok mee (+) tot de aanslag draaien. De aansluitdruk wordt tot 20 mbar gereduceerd.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.7 Instelwaarden Menginrichting overeenkomstig de vereiste branderbelasting instellen. Daartoe stuwplaatpositie en luchtkleppositie op elkaar afstemmen. Stuwplaatpositie en luchtkleppositie bepalen De brander niet buiten het werkingsgebied gebruiken [hfst. 3.4.6]. Benodigde stuwplaatpositie (maat X) en luchtkleppositie uit diagram bepalen en noteren.
Pagina 37
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling Stuwplaat instellen Bij maat X = 0 mm is de instelschroef gelijk met het afsluitdeksel. Instelschroef 1 draaien tot maat X overeenkomt met de bepaalde waarde. Luchtklep instellen instelschroef 1 draaien tot de aanwijzer op de bepaalde waarde staat. A Handverstelling B Servomotor (optie) 37-88...
Pagina 38
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling Mengdruk bepalen Bepaal de mengdruk uit het diagram volgens de opgegeven branderbelasting. Branderbelasting [kW] Mengdruk [mbar] Richtwaarden die afhankelijk van de vuurhaardweerstand kunnen afwijken. 38-88 83051244 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.8 Gas- en luchtdrukschakelaar voorinstellen De voorinstelling van de drukschakelaars is alleen geldig tijdens de inbedrijfstelling. Na de inbedrijfstelling moeten de drukschakelaars correct ingesteld worden [hfst. 7.3]. luchtdrukschakelaar ca. 2 mbar min. gasdrukschakelaar 5 mbar max.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.2 Brander inregelen Levensgevaar door elektrische schok Het aanraken van de ontstekingsunit kan een elektrische schok veroorzaken. Ontstekingsmechanisme tijdens ontstekingsperiode niet aanraken. GEVAAR Tijdens de inbedrijfstelling controleren: vlamsignaal [hfst. 7.1.1], mengdruk [hfst. 7.1.7]. 1. Functionele volgorde controleren Gaskogelkraan openen.
Pagina 41
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 3. Verbranding instellen Bij het inregelen, de vermogengegevens van de ketelfabrikant en het werkingsgebied van de brander in acht nemen [hfst. 3.4.6]. CO-gehalte van de verbranding controleren en evt. verbrandingswaarde via de luchtklep en/of stuwplaat aanpassen. Daarbij de bepaalde mengdruk in acht nemen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.3 Drukschakelaars instellen 7.3.1 Gasdrukschakelaar instellen Min. gasdrukschakelaar instellen Het schakelpunt moet bij de inbedrijfstelling getest en evt. aangepast worden. Drukmeter op het meetpunt 1 van de gasdrukschakelaar aansluiten. De brander starten. Gaskogelkraan langzaam sluiten tot ofwel: -gehalte in de rookgassen boven de 7 % stijgt, de vlamstabiliteit merkbaar verslechtert,...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.3.2 Luchtdrukschakelaar instellen Het schakelpunt moet bij de inbedrijfstelling getest en evt. aangepast worden. Drukmeter voor de verschildrukmeting aansluiten. Brander starten. Verschildruk bepalen. Schakelpunt berekenen (80 % van de verschildruk). Schroef 2 losdraaien. Het berekende schakelpunt op de instelschijf 1 instellen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.4 Afsluitende werkzaamheden Regel- en veiligheidsinrichtingen controleren. Gasdrukmeters verwijderen en meetpunten sluiten. Dichtheidscontrole van de gasarmaturen (derde testfase) afsluiten [hfst. 7.1.3]. Verbrandingswaarden en instellingen op de inspectiekaart en/of meetrapport invullen. Controleren of de branderregeling op automatisch staat. Gebruiker over de bediening van de installatie instrueren.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.5 Verbranding controleren Luchtovermaat bepalen Luchtklep(pen) in het overeenkomstige bedrijfspunt langzaam sluiten tot de verbrandingsgrens is bereikt (CO-gehalte ca. 100 ppm). -gehalte meten en documenteren. Luchtfactor (λ) aflezen. Voor een veilige luchtovermaat, luchtfactor verhogen: met 0,15 …...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.6 Gashoeveelheid berekenen Formules Verklaring Voorbeeldwaarden =bedrijfsvolume in m – op de gasmeter gemeten hoeveelheid bij de huidige druk en temperatuur (gashoeveelheid). standaardvolume in [m – volume dat een gas bij 1013 mbar en 0 °C inneemt. omrekeningsfactor –...
De constructief bepaalde levensduur van de componenten staan in het onderhoudsplan vermeld [hfst. 9.2]. Om een regelmatige controle te waarborgen, wordt door Monarch / Weishaupt een onderhoudscontract aanbevolen. Onderstaande onderdelen mogen alleen vervangen worden en dus niet...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 9 Onderhoud Na elk onderhoud Levensgevaar door elektrische schok Het aanraken van de ontstekingsunit kan een elektrische schok veroorzaken. Ontstekingsmechanisme tijdens ontstekingsperiode niet aanraken. GEVAAR Gasvoerende componenten op dichtheid controleren. Functionele controle: ontsteking, vlambewaking, gasvoerende componenten (gasaansluitdruk en insteldruk), drukschakelaars, regel- en veiligheidsinrichtingen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 9 Onderhoud 9.4 Menginrichting instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. De afstand tussen de stuwplaat en de voorkant van de vlambeker S1 is bij een gemonteerde brander niet te meten. Dit is alleen bij een gedemonteerde menginrichting, indirect met maat Lx, mogelijk.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 9 Onderhoud 9.5 Ionisatie- en ontstekingselektrode instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Menginrichting demonteren [hfst. 9.3]. Schroef 1 losdraaien. Ontstekingselektrode instellen en schroef weer vastdraaien. Schroef 2 losdraaien. Ionisatie-elektrode instellen en schroef weer vastdraaien. 1,5 ...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 9 Onderhoud 9.7 Waaier verwijderen en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Deksel behuizing in servicepositie hangen [hfst. 9.6]. Stelschroef 1 verwijderen en waaier eraf trekken. Monteren Waaier in omgekeerde volgorde monteren, daarbij: op de juiste plaatsing op de motoras 2 letten, nieuwe inbusschroef 1 erin draaien, waaier draaien en op vrije beweging controleren.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 9 Onderhoud 9.10 Spoel van multiblok vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Schade aan de printplaat door elektrostatische ontlading (ESD) Printplaat kan door aanraking beschadigd worden. Printplaat en zijn componenten niet aanraken. VOORZICHTIG Elektrostatische energie van het lichaam wegleiden, b.v.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 9 Onderhoud 9.11 Zekering vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Alle stekkers op de brandermanager eruit trekken. Schroeven aan de brandermanager verwijderen. Verwijder de brandermanager. Zekering (T6,3H, IEC 127-2/5) vervangen. 57-88 83051244 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 10 Problemen oplossen 10 Problemen oplossen 10.1 Procedure bij storing De brandermanager herkent onregelmatigheden van de brander en geeft deze met de LED-toets weer. De volgende indicaties zijn mogelijk: LED-toets uit [hfst. 10.1.1], LED-toets rood [hfst. 10.1.2], LED-toets knippert [hfst. 10.1.3].
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 10 Problemen oplossen 10.1.2 LED-toets rood Er is een branderstoring. De brander is vergrendeld. Voor het ontgrendelen, de foutcode aflezen, dit vereenvoudigt het zoeken naar de fout. Foutcode aflezen Eerst 5 seconden na het optreden van een fout wordt de fout geanalyseerd en kan deze afgelezen worden.
Pagina 60
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 10 Problemen oplossen Foutcode met vergrendeling De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: Foutcode Fout Oorzaak Oplossing 2 x knipperen geen ontsteking ontstekingselektrode foutief ontstekingselektrode ingesteld instellen [hfst. 9.5]. geen vlam, ontstekingselektrode vuil of ontstekingselektrode einde veiligheidstijd vochtig...
Pagina 61
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 10 Problemen oplossen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: Foutcode Fout Oorzaak Oplossing 4 x knipperen vlamsignaal voor of na in ionisatiestroom aanwezig vreemdlicht herkenning bedrijf zijn vanaf 0,8 µA. vlamsimulatie/ vreemdlicht de oorzaak zoeken en verhelpen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 10 Problemen oplossen 10.1.3 LED-toets knippert Een onregelmatigheid treedt op. De brander is niet vergrendeld. Als de fout verholpen is, verdwijnt de foutcode. Foutcode zonder vergrendeling De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: Foutcode Oorzaak Oplossing...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 10 Problemen oplossen 10.2 Functionele problemen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: Probleem Oorzaak Oplossing slecht startgedrag van de mengdruk te hoog mengdruk in ontstekingspositie brander reduceren. ontstekingselektrode foutief ingesteld ontstekingselektrode instellen [hfst. 9.5].
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 11 Technische documenten 11 Technische documenten 11.1 Aansluitschema Evt. bij speciale uitvoering bijgeleverd aansluitschema in acht nemen. W-FM 05 X3:2 X3:3 X3:12 X3:11 L PE N T1 T2 S3 B4 L1 PE L PE N Motorcondensator Zekering extern (max 16 AB) Temperatuur- of drukbegrenzer...
Pagina 65
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 11 Technische documenten X3:13 X3:13 X3:4 X3:5 X3:6 X5:1 P11.1 N PE L1 L2 1 PE 2 3 Vlamopnemer P11.1 Urenteller (optie) Ontgrendeling op afstand (optie) Ontstekingsunit Dubbele gasklep Externe klep vloeibaar gas Businterface (optie) 65-88 83051244 1/2020-01 La...
5.1.1, tab. 4 aangegeven testgassen gebruikt en de onder punt 5.1.2, tab. 5 genoemde minimale testdrukken bepaald. Aangezien -Weishaupt- gas- en combibranders volledig aan deze eisen voldoen, worden bij de markering van de brander volgens punt 6.2 op de typeplaat van het toestel de toestelcategorie alsook het gebruikte testgas met het toelaatbare aansluitdrukbereik vermeld.
Pagina 68
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 11 Technische documenten Alternatieve toestelcategorie voor I2R Land van bestemming Toestelcategorie Testgas Aansluitdruk mbar AL (Albania) G 20 AT (Austria) G 20 BA (Bosnia) G 20 BE (Belgium) I2E+, I2N, I2E(R)B G 20 + G 25 Drukpaar 20 / 25 BG (Bulgaria)
Pagina 69
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 11 Technische documenten Alternatieve toestelcategorie voor I3R Land van bestemming Toestelcategorie Gassoort Aansluitdruk mbar AL (Albania) I3+, I3P, I3B G 30 + G 31 Drukpaar 28 - 30 / 37 AT (Austria) I3B/P, I3P G 30 + G 31 BA (Bosnia) I3B/P...
Pagina 70
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 11 Technische documenten Alternatieve toestelcategorie voor II2R/3R Land van bestemming Toestelcategorie Gassoort Aansluitdruk Gassoort Aansluitdruk mbar mbar AL (Albania) II2H3+, II2H3P G 20 G 31 AT (Austria) II2H3B/P, II2H3P G 20 G 30 + G 31 BA (Bosnia) II2H3B/P G 20...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG5.../1-A LN 12 Ontwerp 12 Ontwerp 12.1 Continuventilatie of naventilatie Brandgevaar door uitval van de brandermotor Tijdens bedrijf met continuventilatie of verlengde naventilatie kan het uitvallen van de brandermotor (bijv. door spanningsuitval of defecte motor) ertoe leiden dat warmteterugstraling of hete rookgassen door het branderhuis terugstromen.
Pagina 88
Het warmtepompengamma biedt oplossingen Van schakelkast tot complete sturing van voor het gebruik van warmte uit de lucht, de gebouwbeheertechniek - bij Weishaupt vindt u grond of het grondwater. Sommige systemen het totale spectrum van de moderne MSR-tech- zijn ook geschikt voor de koeling van niek.