Samenvatting van Inhoud voor Weishaupt WG5 1-A LN Series
Pagina 1
Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Gasbrander WG5.../1-A LN 83051207 1/2020-01...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Deze handleiding is een vast bestanddeel van het toestel en moet altijd bij de Vertaling van de installatie bewaard worden. originele bedieningsrichtlijnen Vóór de werkzaamheden aan het toestel de handleiding grondig lezen. 1.1 Doelgroep Deze handleiding richt zich tot de gebruiker en tot gekwalificeerde vaklui.
Weishaupt-onderdelen zijn; overmacht; eigenmachtige wijzigingen aan de constructie van het toestel; inbouw van aanvullende componenten, die niet samen met het toestel door de fabriek getest zijn;...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik De brander is geschikt voor de werking met warmtegeneratoren volgens EN 303 en EN 676. De installatienormen NBN D 30-001, D 30-002 en D 30-003, de normen voor gasvoorziening NBN D 51-001, D 51-003 (laatste editie), D 51-004 en D 51-005, de normen voor stookplaatsen NBN B 61-001 (≥70kW) en NBN B 61-002 (<70 kW) en alle andere geldende normen dienen in acht te worden genomen.
Dichtheidscontrole na elk onderhoud en elke storingsoplossing doorvoeren. 2.4 Constructieve wijzigingen Voor alle ombouwactiviteiten is een schriftelijke toestemming van de firma Max Weishaupt GmbH nodig. Enkel aanvullende componenten inbouwen die samen met het toestel getest en gekeurd werden. De verbrandingsruimte niet wijzigen door het inzetten van hulpstukken die de constructief vastgelegde vlamvorming verhinderen.
Bouwreeks: compacte branders Brandstof: gas Bouwgrootte N: aardgas F: LPG Vermogengrootte Constructiestand Uitvoering Menginrichting: LowNO 3.2 Serienummer Het serienummer op het typeplaatje identificeert het product nauwkeurig. Het is absoluut noodzakelijk voor de Weishaupt-klantendienst. 1 Typeplaat Ser. Nr.: 8-88 83051207 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.3 Functie 3.3.1 Luchttoevoer Luchtklep De luchtklep regelt het luchtdebiet voor de verbranding. Via een instelschroef aan de luchtklep, of aan de servomotor (optioneel) wordt de gewenste luchtkleppositie ingesteld. Bij branderstilstand sluit de servomotor (optioneel) de luchtklep automatisch. Daardoor wordt de afkoeling van de warmtegenerator gereduceerd.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.3.2 Gastoevoer Gaskogelkraan 1 De gaskogelkraan opent en sluit de gastoevoer. Multiblok 8 Het multiblok omvat: Gasfilter 2 De gasfilter beschermt de armatuur tegen externe deeltjes. Dubbel gasventiel 4 Het dubbele gasventiel opent en sluit de gastoevoer. Drukregelaar 3 De drukregelaar reduceert de aansluitdruk en zorgt voor een constante insteldruk.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.3.3 Elektrische onderdelen Verbrandingsmanager De verbrandingsmanager W-FM is de sturingseenheid van de brander. Hij stuurt het functieverloop en controleert de vlam. Brandermotor De brandermotor drijft de turbine aan. Ontstekingstoestel Het elektronische ontstekingstoestel produceert aan de elektrode een vonk die het brandstof-luchtmengsel doet ontsteken.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.3.4 Programmaverloop Voorventilatie zonder servomotor Bij warmtevraag start na de initialisatietijd (T ) en bij geschakelde gasdrukwachter de brandermotor. Tijdens de voorventilatietijd (T ) schakelt de luchtdrukwachter. Voorventilatie met servomotor (optie) Bij warmtevraag loopt de servomotor na de initialisatietijd (TI) open. Als de eindschakelaar (S2) gesloten is, start de brandermotor bij geschakelde gasdrukwachter.
Pagina 13
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving W-FM 05 T1 T2 Ionisatie-elektrode Initialisatietijd: 1 s Luchtdrukwachter Naventilatietijd: 1,2 s Temperatuur- of drukregelaar Naontstekingstijd: 2,4 s Min. gasdrukwachter Voorventilatietijd: 21,5 s Temperatuur- of drukbegrenzer Veiligheidstijd: 2,7 s Dubbel gasventiel Voorontstekingstijd: 1,9 s Extern ventiel LPG Er is spanning aanwezig Brandermotor...
Temperatuur bij transport/opslag –20 … +70 °C Relatieve luchtvochtigheid max 80 %, geen dauwpunt Opstellingshoogte max 2000 m Voor een hogere opstellingshoogte moet de technische dienst van Weishaupt geraadpleegd worden. 3.4.4 Brandstoffen Aardgas H/L LPG B/P 14-88 83051207 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.4.5 Emissies Rookgasafvoer De brander is volgens EN 676 conform emissieklasse 3. De NO -waarden worden beïnvloed door: Vuurhaardafmeting Rookgasafvoer Brandstof Verbrandingslucht (temperatuur en vochtigheid) Mediumtemperatuur De vuurhaardafmetingen kunnen op aanvraag verkregen worden. Geluid Geluidsemissiewaarden Gemeten geluidsvermogen L...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.4.6 Vermogen Warmtevermogen Aardgas 12,5 … 50 kW 12,5 … 50 kW Vlamkop WG5/1LN Arbeidsveld Arbeidsveld volgens EN 676. De vermogengegevens zijn gebaseerd op een opstellingshoogte van 0 m boven het zeespiegelniveau. Een opstellingshoogte van meer dan 0 m geeft een vermogenvermindering van ca. 1 % per 100 m.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving 3.4.7 Afmetingen Brander Rp½ –weishaupt– 30 mm 286 mm 103 mm 308 mm 30 mm 1 135 mm zonder vlamkopverlenging 235 mm bij vlamkopverlenging (100 mm) 335 mm bij vlamkopverlenging (200 mm)
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 3 Productbeschrijving Armatuur Kogel- Met thermische afsluitinrichting Zonder thermische kraan afsluitinrichting 1 Rp½ ca. 310 mm ca. 300 mm 2 Rp½ ca. 280 mm ca. 270 mm 3 Rp½ ca. 510 mm ca. 500 mm 4 Rp½...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 4 Montage 4 Montage 4.1 Montagevoorschriften Brandertype en arbeidsveld Brander en warmtegenerator moeten op elkaar afgestemd zijn. Brandertype en brandervermogen controleren. Opstellingsruimte Voor de montage ervoor zorgen dat: de plaats voor de normale positie en servicepositie volstaat [hfst. 3.4.7]; de verbrandingsluchttoevoer voldoende is, evt.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 4 Montage 4.2 Brander monteren Enkel geldig voor Zwitserland Bij de montage en de werking moeten in Zwitserland de voorschriften van de SVGW en de VKF, de plaatselijke en kantonnale reglementering alsook de EKAS-richtlijn (LPG-richtlijn deel 2) in acht genomen worden. De brander is standaard voor een aanbouw van de gasarmatuur aan de rechterkant voorzien.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 5 Installatie 5 Installatie 5.1 Gastoevoer Explosiegevaar door vrijkomend gas Een ontstekingsbron kan een gas-lucht-mengsel doen ontploffen. Gastoevoer zorgvuldig installeren. Alle veiligheidsvoorschriften in acht nemen. GEVAAR Enkel een erkende installateur mag de gasaansluiting doorvoeren. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften naleven.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 5 Installatie 5.1.1 Armatuur installeren Armatuur langs de rechterkant installeren Beschermfolie op de gasaansluitflens afnemen. Armatuur spanningsvrij monteren. Montagefouten mogen niet gecompenseerd worden door de flensschroeven met geweld aan te draaien. Correcte plaatsing van de flensdichtingen controleren. Schroeven gelijkmatig en kruislings aandraaien.
Pagina 23
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 5 Installatie Toebehoren 1 Max. gasdrukwachter met mechanische vergrendeling (B33) 23-88 83051207 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 5 Installatie 5.1.2 Gastoevoerleiding op dichtheid controleren en ontluchten Alleen de gasverdeelmaatschappij (GVM) of een door de gasverdeelmaatschappij erkend installatiebedrijf mag de gasleiding op dichtheid controleren en ontluchten. 24-88 83051207 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 5 Installatie 5.2 Elektrische aansluiting Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Spanningstoevoer naar het toestel vóór het begin van de werken uitschakelen. GEVAAR Tegen onverwachts herinschakelen beveiligen. De elektrische aansluiting mag enkel door gekwalificeerde vaklui doorgevoerd worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 6 Bediening 6 Bediening 6.1 Bedieningspaneel Schade aan de verbrandingsmanager door verkeerde bediening Gewelddadig op de LED-toets drukken kan de verbrandingsmanager vernietigen. LED-toets slechts licht indrukken. OPGELET De LED-toets op de verbrandingsmanager heeft de volgende functies: werkingsstand weergeven [hfst. 6.2];...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag enkel door gekwalificeerde vaklui uitgevoerd worden. Enkel een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid. De brander mag niet buiten het arbeidsveld in bedrijf zijn [hfst. 3.4.6]. Voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat: alle montage- en installatiewerken correct uitgevoerd zijn;...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.1 Meettoestellen aansluiten Meettoestel voor ionisatiestroom Ionisatieleiding van de stekkerkoppeling uittrekken. Stroommeettoestel in serie schakelen. Ionisatiestroom Vreemdlichtdetectie vanaf 0,8 μA Minimale ionisatiestroom 1,5 μA Aanbevolen ionisatiestroom 5 … 20 μA Drukmeettoestel voor mengdruk Meetpunt voor de mengdruk 1 openen en drukmeettoestel aansluiten. 28-88 83051207 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.2 Gasaansluitdruk controleren Min. aansluitdruk De vuurhaarddruk in mbar moet bij de min. aansluitdruk bijgeteld worden. De aansluitdruk mag niet lager liggen dan 15 mbar. Max. aansluitdruk De maximaal toegelaten aansluitdruk voor de afsluitkraan is 300 mbar. Bij een aansluitdruk > 50 mbar moet een bijkomende drukregelaar voorgeschakeld worden.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.3 Dichtheid van de gasarmatuur controleren Dichtheidscontrole doorvoeren: Vóór de inbedrijfstelling na alle service- en onderhoudswerken. Eerste testfase Tweede testfase Testdruk 100 mbar ±10 % 50 mbar ±10 % Wachttijd voor drukstabilisatie 5 minuten 5 minuten Testtijd...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling Derde testfase In de derde fase de armatuur van de uitgang multiblok tot de dichtingsplaats brander controleren. De testfase kan enkel tijdens of na de inbedrijfstelling van de brander doorgevoerd worden. Voor de controle een elektronische gasdetector of een lekzoekspray gebruiken.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.5 Drukregelaar voorinstellen Insteldruk bepalen Bij een aansluitdruk > 50 mbar is een bijkomende drukregelaar nodig. Drukregelaar FRS instellen [hfst. 7.1.6]. Bij de insteldruk de vuurhaarddruk in mbar bijtellen. Insteldruk en maat 1 en 3 aan de hand van de tabel bepalen en noteren. De gegevens stookwaarde H hebben betrekking op 0 °C en 1013 mbar.
Pagina 33
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling Vollast[kW] Insteldruk Vollastinstelling Ontstekingslastinstelling [mbar Maat 1 [mm] Maat 3 [mm] Aansluitdruk 20 mbar 50 mbar Aardgas L: H = 8,83 kWh/m , d = 0,641 12,5 13,5 17,5 16,5 15,0 14,0 17,5 16,5 17,5 14,5 18,0...
Pagina 34
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling Instelschroeven voorinstellen Bepaalde insteldruk en maat 1 en 3 op het multiblok voorinstellen. Voorbeeld Vereist Gassoort Vuurhaarddruk Gasaansluitdruk brandervermogen 30 kW Aardgas H 0,2 mbar 20 mbar Bepaalde insteldruk Vollastinstelling Ontstekingslastinstelling + vuurhaarddruk (20 mbar) 5,5 mbar + 0,2 mbar 18 mm...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.6 Drukregelaar FRS instellen (optioneel) Enkel bij een aansluitdruk > 50 ... 300 mbar nodig. Wanneer in de drukregelaar de ingezette veer oranje (5 …20 mbar) is: Instelschroef met de wijzers van de klok mee (+) draaien tot aanslag. De aansluitdruk wordt tot 20 mbar gereduceerd.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.7 Instelwaarden Menginrichting overeenkomstig het vereiste warmtevermogen instellen. Daartoe stuwschijfpositie en luchtkleppositie op elkaar afstemmen. Stuwschijfpositie en luchtkleppositie bepalen De brander mag niet buiten het arbeidsveld in bedrijf zijn [hfst. 3.4.6]. Nodige stuwschijfpositie (maat X) en luchtkleppositie uit diagram bepalen en noteren.
Pagina 37
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling Stuwschijf instellen Bij maat X = 0 mm valt de aanwijsbout samen met het deksel van de verstuiverlijn. Instelschroef 1 draaien tot maat X overeenstemt met de bepaalde waarde. Luchtklep instellen Instelschroef 1 draaien tot de schaal de bepaalde waarde aanduidt. A Zonder servomotor B Servomotor (optioneel) 37-88...
Pagina 38
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling Mengdruk bepalen Mengdruk aan de hand van diagram bepalen en noteren volgens het opgegeven warmtevermogen. Warmtevermogen [kW] Mengdruk [mbar] Richtwaarden die naargelang de vuurhaardweerstand kunnen afwijken. 38-88 83051207 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.8 Gas- en luchtdrukwachter voorinstellen De voorinstelling van de drukwachters geldt enkel voor de inbedrijfstelling. Na de inbedrijfstelling moeten de drukwachters juist ingesteld worden [hfst. 7.3]. Luchtdrukwachter ca. 2 mbar Min. gasdrukwachter 5 mbar Max.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.2 Brander instellen Levensgevaar door elektrische schok Ontstekingsinrichting aanraken kan tot elektrische schok leiden. Ontstekingsinrichting tijdens ontsteking niet aanraken. GEVAAR Tijdens de inbedrijfstelling controleren: Vlamsignaal [hfst. 7.1.1] Mengdruk [hfst. 7.1.7] 1. Functiecontrole uitvoeren Gaskogelkraan openen. Druk in de armatuur stijgt.
Pagina 41
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 3. Verbranding instellen Bij het regelen de vermogengegevens van de ketelproducent en het arbeidsveld van de brander in acht nemen [hfst. 3.4.6]. CO-gehalte van de verbranding controleren en evt. verbrandingswaarde via luchtklep en/of stuwschijf aanpassen. Daarbij de bepaalde mengdruk in acht nemen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.3 Drukwachter instellen 7.3.1 Gasdrukwachter instellen Min. gasdrukwachter instellen Het schakelpunt moet bij de instelling getest en evt. bijgesteld worden. Drukmeettoestel aan meetpunt 1 van de gasdrukwachter aansluiten. Brander in bedrijf stellen. Gaskogelkraan langzaam sluiten tot ofwel: -gehalte in rookgas boven 7 % stijgt;...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.3.2 Luchtdrukwachter instellen Het schakelpunt moet bij de instelling getest en evt. bijgesteld worden. Drukmeettoestel voor de verschildrukmeting aansluiten. Brander starten. Verschildruk bepalen. Schakelpunt berekenen (80 % van de laagste verschildruk). Schroef 2 losdraaien. Berekend schakelpunt aan de instelschijf 1 instellen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.4 Afsluitende werkzaamheden Regel- en veiligheidsinrichtingen controleren. Gasdrukmeettoestellen verwijderen en meetpunten sluiten. Dichtheidscontrole van de gasarmatuur (derde testfase) aansluiten [hfst. 7.1.3]. Verbrandingswaarden en instellingen op de inspectiekaart en/of het meetblad invullen. Afdekkap op de brander monteren. Gebruiker over de bediening van de installatie informeren.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.5 Verbranding controleren Luchtovermaat controleren Luchtklep(pen) in het overeenkomstige werkingspunt langzaam sluiten tot de verbrandingsgrens bereikt wordt (CO-gehalte ca. 100 ppm). -gehalte meten en documenteren. Luchtfactor (λ) aflezen. Voor een veilige luchtovermaat luchtfactor verhogen: met 0,15 …...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 7 Inbedrijfstelling 7.6 Gasdebiet berekenen Symbolen Verklaring Voorbeeldwaarden Bedrijfsvolume in m – Volume dat op de gasteller gemeten wordt bij huidige druk en temperatuur (gasdebiet). Normvolume in [m – Volume dat een gas bij 1013 mbar en 0 °C inneemt. Omrekeningsfactor –...
De constructief bepaalde levensduur van de componenten is in het onderhoudsplan vermeld [hfst. 9.2]. Om een regelmatige controle te verzekeren, wordt door Weishaupt een onderhoudscontract aanbevolen. Volgende onderdelen mogen enkel vervangen worden en niet hersteld worden:...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 9 Onderhoud Na elk onderhoud Levensgevaar door elektrische schok Ontstekingsinrichting aanraken kan tot elektrische schok leiden. Ontstekingsinrichting tijdens ontsteking niet aanraken. GEVAAR Dichtheid van de gasvoerende onderdelen controleren. Werking testen: Ontsteking Vlamcontrole Gasvoerende onderdelen (gasaansluitdruk en insteldruk) Drukwachter Regel- en veiligheidsinrichtingen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 9 Onderhoud 9.3 Menginrichting uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Ionisatieleiding 3 uittrekken. Ontstekingsleiding 2 uittrekken. Schroeven 4 verwijderen. Schroef 5 verwijderen en verstuiverlijn-deksel 6 afnemen. Menginrichting 1 opzijduwen en uitnemen. Inbouw Menginrichting in omgekeerde volgorde inbouwen, daarbij op correcte plaatsing van de O-ring 7 letten.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 9 Onderhoud 9.4 Menginrichting instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. De afstand tussen de stuwschijf en de voorkant van de vlambuis S1is bij een gemonteerde brander niet meetbaar. Dit is enkel bij een uitgebouwde menginrichting, indirect met maat Lx, mogelijk.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 9 Onderhoud 9.5 Ionisatie- en ontstekingselektrode instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Menginrichting uitbouwen [hfst. 9.3]. Schroef 1 losmaken. Ontstekingselektrode instellen en schroef weer vastdraaien. Schroef 2 losmaken. Ionisatie-elektrode instellen en schroef weer vastdraaien. 1,5 ...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 9 Onderhoud 9.7 Turbine uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw Behuizingsdeksel in servicepositie hangen [hfst. 9.6]. Schroefkoppelingsstift 1 verwijderen en turbine afnemen. Inbouw Turbine in omgekeerde volgorde inbouwen, daarbij: op de juiste plaatsing op de motoras 2 letten; nieuwe schroefkoppelingsstift 1 inschroeven;...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 9 Onderhoud 9.10 Spoel op multiblok vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Schade aan de printplaat door elektrostatische ontlading (ESD = Electro Static Discharge) Printplaat kan door aanraking beschadigd worden. OPGELET Printplaat en de componenten ervan niet aanraken.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 9 Onderhoud 9.11 Zekering vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Alle stekkers op de verbrandingsmanager uittrekken. Schroeven aan de verbrandingsmanager verwijderen. Verbrandingsmanager afnemen. Zekering (T6,3H, IEC 127-2/5) vervangen. 57-88 83051207 1/2020-01 La...
Temperatuur- of drukregelaar op de warmtegenerator niet correct ingesteld warmtegenerator instellen. Ketel-of verwarmingskringregeling Werking en instelling van de ketel- of zonder werking of niet correct ingesteld verwarmingskring controleren. Bij herhaald optreden verwarmingsinstallateur of de Weishaupt-klantendienst verwittigen. 58-88 83051207 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 10 Foutopsporing 10.1.2 LED-toets rood Er is een branderstoring. De brander is vergrendeld. Vóór de ontgrendeling kan de foutcode afgelezen worden om de foutoorzaak na te gaan. Foutcode aflezen Pas 5 seconden na het optreden van een fout wordt de fout geanalyseerd en kan deze afgelezen worden.
Pagina 60
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 10 Foutopsporing Foutcode met vergrendeling De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Foutcode Fout Oorzaak Oplossing 2 x knipperen geen ontsteking Ontstekingselektrode Ontstekingselektrode verkeerd ingesteld instellen [hfst. 9.5]. Geen vlam, Ontstekingselektrode vuil of Ontstekingselektrode einde veiligheidstijd vochtig...
Pagina 61
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 10 Foutopsporing De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Foutcode Fout Oorzaak Oplossing 4 x knipperen Vlamsignaal voor of na Ionisatiestroom voorhanden Vreemde lichtherkenning werking. vanaf 0,8 µA. Vlamsimulatie/ vreemde belichting Storing zoeken en oplossen.
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 10 Foutopsporing 10.1.3 LED-toets knippert Een onregelmatigheid treedt op. De brander is niet vergrendeld. Als de fout verholpen wordt, verdwijnt de foutcode. Foutcode zonder vergrendeling De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Foutcode Oorzaak Oplossing...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 10 Foutopsporing 10.2 Werkingsproblemen De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Probleem Oorzaak Oplossing Slechte start van de brander Mengdruk te hoog Mengdruk in ontstekingspositie reduceren. Ontstekingselektrode verkeerd ingesteld Ontstekingselektrode instellen [hfst. 9.5].
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 11 Technische documenten 11 Technische documenten 11.1 Schakelschema Evt. bij speciale uitvoering bijgeleverd schakelschema in acht nemen. W-FM 05 X3:2 X3:3 X3:12 X3:11 L PE N T1 T2 S3 B4 L1 PE L PE N Motorcondensator Zekering extern (max 16 AB) Temperatuur- of drukbegrenzer...
Pagina 65
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 11 Technische documenten X3:13 X3:13 X3:4 X3:5 X3:6 X5:1 P11.1 N PE L1 L2 1 PE 2 3 Vlamvoeler P11.1 Urenteller (optioneel) Ontgrendeling op afstand (optioneel) Ontstekingstoestel Dubbel gasventiel Extern ventiel LPG Businterface (optioneel) 65-88 83051207 1/2020-01 La...
5.1.1, tab. 4 aangegeven proefgassen gebruikt en de onder punt 5.1.2, tab. 5 genoemde minimale proefdrukken bepaald. Aangezien -Weishaupt- gas- en combibranders volledig aan deze eisen voldoen, worden bij de omschrijving van de brander volgens punt 6.2 op het typeplaatje van het toestel de toestelcategorie als ook het gebruikte proefgas met de bijkomende aansluitdrukbereiken aangeduid.
Pagina 68
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 11 Technische documenten Alternatieve toestelcategorie I2R Land van bestemming Toestelcategorie Proefgas Aansluitdruk mbar AL (Albania) G 20 AT (Austria) G 20 BA (Bosnia) G 20 BE (Belgium) I2E+, I2N, I2E(R)B G 20 + G 25 Drukpaar 20 / 25 BG (Bulgaria)
Pagina 69
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 11 Technische documenten Alternatieve toestelcategorie I3R Land van bestemming Toestelcategorie Gassoort Aansluitdruk mbar AL (Albania) I3+, I3P, I3B G 30 + G 31 Drukpaar 28 - 30 / 37 AT (Austria) I3B/P, I3P G 30 + G 31 BA (Bosnia) I3B/P G 30...
Pagina 70
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 11 Technische documenten Alternatieve toestelcategorie II2R/3R Land van bestemming Toestelcategorie Gassoort Aansluitdruk mbar Gassoort Aansluitdruk mbar mbar AL (Albania) II2H3+, II2H3P G 20 G 31 AT (Austria) II2H3B/P, II2H3P G 20 G 30 + G 31 BA (Bosnia) II2H3B/P G 20...
Montage- en bedieningsrichtlijnen Gasbrander WG5.../1-A LN 12 Ontwerp 12 Ontwerp 12.1 Continue werking van de motor of naventilatie Brandgevaar door uitval van de verbrandingsluchtventilator Tijdens de werking met continubedrijf van de motor of verlengde naventilatie kan het uitvallen van de verbrandingsluchtventilator (bijv. door spanningsuitval of defecte motor) ertoe leiden dat warmte of warme rookgassen naar de GEVAAR branderbehuizing terugstromen.
Pagina 88
Weishaupt n.v. · Paepsemlaan 7, B-1070 Brussel Weishaupt in uw buurt? Adressen, telefoonnummers enz. vindt u op www.weishaupt.be Wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden. Het volledige gamma: betrouwbare techniek en snelle, professionele service W-branders tot 570 kW Wandhangende condensatieketels voor gas tot 240 kW De miljoenenmaal beproefde compacte bran- ders zijn zuinig en betrouwbaar.