Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Deze handleiding is een vast onderdeel van het toestel en moet bij de installatie Vertaling van het bewaard worden. originele bedieningsvoorschrift Voor de werkzaamheden aan het toestel, de handleiding aandachtig lezen. 1.1 Doelgroep Deze handleiding richt zich tot de gebruiker en de vakspecialisten.
Weishaupt onderdelen, overmacht, niet geautoriseerde wijzigingen aan het toestel, montage van extra componenten, die niet samen met het toestel door de...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik De brander is geschikt voor gebruik op warmtegeneratoren volgens NEN-EN 303 en NEN-EN 676. Indien de brander niet in vuurhaarden volgens NEN-EN 303 en NEN-EN 676 wordt toegepast, moet een veiligheidstechnische beoordeling van de verbranding en van de vlamstabiliteit in de verschillende procestoestanden en bij de uitschakelgrenzen van de verbrandingsinstallatie uitgevoerd en gedocumenteerd worden.
2.4 Constructieve wijzigingen Aanpassingen mogen alleen met schriftelijke toestemming van de firma Max Weishaupt GmbH uitgevoerd worden. alleen aanvullende componenten monteren, welke met het toestel gekeurd zijn. geen inzetstukken in de vuurhaard toepassen, welke het volledig uitbranden van de vlam hinderen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 3 Productbeschrijving 3.2 Serienummer Het serienummer op de typeplaat is een duidelijke identificatie van het product. Dit is noodzakelijk voor de Monarch servicedienst. 1 Typeplaat Serie nr.: 10-96 83058744 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 3 Productbeschrijving 3.3 Functie 3.3.1 Luchttoevoer Luchtklep De luchtklep regelt de luchthoeveelheid voor de verbranding. Via een instelschroef aan de luchtklep wordt de gewenste luchtkleppositie ingesteld. Waaier De waaier voert de lucht van de aanzuigbehuizing naar de vlamkop. Stuwplaat Via de instelling van de stuwplaat wordt de luchtspleet tussen vlambeker en stuwplaat veranderd.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 3 Productbeschrijving 3.3.2 Gastoevoer Gaskogelkraan 1 De gaskogelkraan opent en sluit de gastoevoer. Multiblok 8 Het multiblok omvat: gasfilter 2 het gasfilter beschermt onderstaande armaturen tegen externe vervuiling. dubbele gasklep 4 de dubbele gasklep opent en sluit de gastoevoer. drukregelaar 3 gewenste de drukregelaar reduceert de aansluitdruk en zorgt branderbelasting...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 3 Productbeschrijving 3.3.3 Elektrische onderdelen Brandermanager De brandermanager W-FM is de besturingseenheid van de brander. Deze stuurt het functieverloop en controleert de vlam. Brandermotor De brandermotor drijft de waaier aan. Ontstekingsunit De elektronische ontstekingsunit produceert aan de elektrode een vonk welke het brandstof-luchtmengsel ontsteekt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 3 Productbeschrijving 3.3.4 Programmaverloop Voorventilatie Bij warmtevraag start na de initialisatietijd (T ) en bij geschakelde min. gasdrukschakelaar de brandermotor. Tijdens de voorventilatietijd (T ) schakelt de luchtdrukschakelaar. Ontsteking Voor einde van de voorventilatietijd (T ) begint de voorontstekingstijd (T De ontsteking start.
Pagina 15
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 3 Productbeschrijving W-FM 05 T1 T2 Ionisatie-elektrode Initialisatietijd: 1 s Luchtdrukschakelaar Naventilatietijd: 1,2 s Temperatuur- of drukregelaar Naontstekingstijd: 2,4 s Min. gasdrukschakelaar Voorventilatietijd: 21,5 s Temperatuur- of drukbegrenzer Veiligheidstijd: 2,7 s Dubbele gasklep Voorontstekingstijd: 1,9 s Externe klep vloeibaar gas Spanning aanwezig Brandermotor...
20 … +70 °C relatieve luchtvochtigheid max 80 %, geen condensatie opstellingshoogte max 2000 m Voor een hogere opstellingshoogte is overleg met de fabrikant Weishaupt noodzakelijk. 3.4.4 Brandstoffen aardgas E/LL vloeibaar gas B/P 16-96 83058744 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 3 Productbeschrijving 3.4.5 Emissies Rookgassen De brander voldoet aan de EN 676 emissieklasse 3. De NO -waarden worden beïnvloed door: vuurhaardafmetingen, rookgasafvoer, brandstof, verbrandingslucht (temperatuur en vochtigheid), mediumtemperatuur. De min. benodigde vuurhaardafmetingen voor de NO -berekening kunnen op aanvraag verkregen worden.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 3 Productbeschrijving 3.4.6 Belasting Branderbelasting aardgas 40 … 110 kW vloeibaar gas 40 … 110 kW vlamkop WG10-D Werkingsgebied Werkingsgebied volgens EN 676. De belastingsgegevens zijn gebaseerd op een opstellingshoogte van 0 m boven N.A.P. Opstellingshoogten van meer dan 0 m geven een reducering van het vermogen van ca. 1 % per 100 m.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 3 Productbeschrijving 3.4.7 Afmetingen Brander Rp¾ –weishaupt– 31,5 mm 330 mm 115 mm 349 mm 1 140 mm zonder vlamkopverlenging 240 mm bij vlamkopverlenging (100 mm) 340 mm bij vlamkopverlenging (200 mm) 440 mm bij vlamkopverlenging (300 mm)
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 3 Productbeschrijving Armaturen Kogel- Met thermische afsluitinrichting Zonder thermische kraan afsluitinrichting 1 Rp¾ ca. 310 mm ca. 295 mm ca. 320 mm ca. 300 mm 2 Rp¾ ca. 310 mm ca. 295 mm ca. 320 mm ca.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 4 Montage 4 Montage 4.1 Montagevoorschriften Brandertype en werkingsgebied Brander en warmtegenerator moeten op elkaar afgestemd zijn. Brandertype en branderbelasting controleren. Opstellingsruimte Voor de montage ervoor zorgen dat: de ruimte voor de normale positie en servicepositie volstaat [hfst. 3.4.7], de luchttoevoer voor de verbrandingslucht voldoende is, evt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 4 Montage 4.2 Brander monteren Alleen geldig voor Zwitserland Bij montage en bedrijf de voorschriften van SVGW, de VKF, de plaatselijke en kantonnale regelgeving en de EKAS-Richtlijn (richtlijnen voor vloeibaar gas deel 2) in acht nemen. De brander is standaard uitgevoerd met de gasarmaturen aan de rechterzijde.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 5 Installatie 5 Installatie 5.1 Gasvoorziening Explosiegevaar door vrijkomend gas Een ontstekingsbron kan een gas-lucht-mengsel laten ontploffen. Gasaansluiting zorgvuldig installeren. Alle veiligheidsvoorschriften in acht nemen. GEVAAR Alleen erkende installateurs mogen de gasaansluiting uitvoeren. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften in acht nemen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 5 Installatie 5.1.1 Armaturen installeren Alleen bij toepassing met W-MF en gasaansluitdruk > 150 mbar Is de gasaansluitdruk > 150 mbar, dan moet een drukregelaar voor de W-MF gemonteerd worden. Armaturen installeren, zie bijlage (druknr. 83510944). Armaturen aan de rechterzijde monteren Beschermfolie van de gasaansluitflens verwijderen.
Pagina 25
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 5 Installatie Armaturen aan de linkerzijde monteren Om de armaturen aan de linkerzijde van de brander te monteren, brander 180° gedraaid monteren. Hiervoor zijn extra ombouwmaatregelen noodzakelijk. Voordat het multiblok gemonteerd wordt, de gasdrukschakelaar verplaatsen: Afsluitplug 1 en gasdrukschakelaar 3 verwijderen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 5 Installatie Accessoires 1 Max. gasdrukschakelaar met mechanische vergrendeling (B33) 2 Min. gasdrukschakelaar met mechanische vergrendeling (B34) 5.1.2 Gastoevoerleiding op dichtheid controleren en ontluchten Alleen de gasleverancier of een erkend installateur of inspecteur mag de gasleiding volgens de normen en richtlijnen op dichtheid controleren en ontluchten.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 5 Installatie 5.2 Elektrische aansluiting Levensgevaar door elektrische schok Werkzaamheden onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Voor aanvang van de werkzaamheden de voedingsspanning afschakelen. GEVAAR Tegen onverwachts her inschakelen beveiligen. De elektrische aansluiting mag alleen door gekwalificeerde elektrotechnici uitgevoerd worden.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 6 Bediening 6 Bediening 6.1 Bedieningspaneel Schade aan de brandermanager door foutieve bediening Hard op de LED-toets drukken kan de brandermanager beschadigen. LED-toets slechts licht indrukken. VOORZICHTIG De LED-toets op de brandermanager heeft de volgende functies: bedrijfsstand weergeven [hfst. 6.2], foutcode weergeven [hfst. 10.1.2], branderstoring ontgrendelen [hfst. 10.1.2].
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag alleen door gekwalificeerde vakspecialisten uitgevoerd worden. Alleen een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid. De brander niet buiten het werkingsgebied gebruiken [hfst. 3.4.6]. Voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat: alle montage- en installatiewerkzaamheden correct zijn uitgevoerd, de luchttoevoer voor de verbrandingslucht voldoende is, evt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.1 Meetinstrumenten aansluiten Multimeter voor ionisatiestroom Ontkoppel de ionisatiekabel bij de connector Multimeter in serie schakelen. Ionisatiestroom vreemdlichtherkenning vanaf 0,8 μA minimale ionisatiestroom 1,5 μA aanbevolen ionisatiestroom 5 … 20 μA Drukmeter voor mengdruk Meetpunt voor de mengdruk 1 openen en drukmeter aansluiten.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.2 Gasaansluitdruk controleren Min. aansluitdruk De vuurhaarddruk in mbar moet bij de min. aansluitdruk opgeteld worden. De aansluitdruk mag niet lager zijn dan 15 mbar. Min. aansluitdruk voor lagedruktoevoer aan de hand van de tabel bepalen [hfst. 7.1.5].
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.3 Gasarmaturen op dichtheid controleren Dichtheidscontrole uitvoeren: voor de inbedrijfstelling, na alle service- en onderhoudswerkzaamheden. Eerste testfase Tweede en derde testfase testdruk 100 mbar ±10 % 100 mbar ±10 % wachttijd voor drukstabilisatie 5 minuten 5 minuten testtijd...
Pagina 33
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling Derde testfase In de derde fase de armaturen van het multiblok tot de gasvlinderklep controleren. Menginrichting demonteren [hfst. 9.3]. Steekplaatje 4 plaatsen. Menginrichting monteren. Testinrichting aansluiten. De test volgens de tabel uitvoeren. Alle meetpunten sluiten. Steekplaatje weer verwijderen.
Pagina 34
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling Meetpunten 1 Druk voor klep V1 2 Druk tussen klep V1 en klep V2 3 Druk na klep V2 34-96 83058744 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.4 Gasarmaturen ontluchten Meetpunt voor klep V1 openen [hfst. 7.1.3]. Op het meetpunt een goedgekeurde ontluchtingsslang aansluiten. Ontluchtingsslang naar buiten leiden. Gaskogelkraan langzaam openen. Het gas-lucht-mengsel in de armaturen stroomt via de ontluchtingsslang naar buiten.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.5 Drukregelaar voorinstelling Insteldruk bepalen De vuurhaarddruk in mbar optellen bij de insteldruk voor de gasvlinderklep. Insteldruk volgens de tabel bepalen en noteren. De calorische waarden H hebben betrekking op 0 °C en 1013 mbar. De tabelwaarden zijn onder ideale omstandigheden bepaald.
Pagina 37
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling Insteldruk voorinstellen Alleen bij toepassing met W-MF en gasaansluitdruk > 150 mbar De voordruk moet op ca. 90 mbar ingesteld worden. Drukregelaar FRS instellen, zie bijlage (druknr. 83510944). Bepaalde insteldruk voor startlast 2 en vollast 1 op het multiblok voorinstellen. Instellen Fabrieksinstelling 1 Vollast...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.6 Instelwaarden Menginrichting overeenkomstig de vereiste branderbelasting instellen. Daartoe stuwplaatpositie en luchtkleppositie op elkaar afstemmen. Stuwplaatpositie en luchtkleppositie bepalen De brander niet buiten het werkingsgebied gebruiken [hfst. 3.4.6]. Benodigde stuwplaatpositie (maat X) en luchtkleppositie uit diagram bepalen en noteren.
Pagina 39
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling Stuwplaat instellen Bij maat X = 0 mm is de instelschroef gelijk met het afsluitdeksel. Instelschroef 1 draaien tot maat X overeenkomt met de bepaalde waarde. Luchtklep instellen Instelschroef 1 draaien tot de aanwijzer op de bepaalde waarde staat. Instelschroeven gasvlinderklep De fabrieksinstelling van de gasvlinderklepschroeven 1 ...
Pagina 40
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling Mengdruk bepalen Bepaal de mengdruk uit het diagram volgens de opgegeven branderbelasting Branderbelasting [kW] Mengdruk [mbar] Richtwaarden die afhankelijk van de vuurhaardweerstand kunnen afwijken. 40-96 83058744 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.7 Gas- en luchtdrukschakelaar voorinstellen De voorinstelling van de drukschakelaars is alleen geldig tijdens de inbedrijfstelling. Na de inbedrijfstelling moeten de drukschakelaars correct ingesteld worden [hfst. 7.3]. luchtdrukschakelaar ca. 3,5 mbar min. gasdrukschakelaar/-lektestcontrole 12 mbar max.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7.2 Brander inregelen Levensgevaar door elektrische schok Het aanraken van de ontstekingsunit kan een elektrische schok veroorzaken. Ontstekingsmechanisme tijdens ontstekingsperiode niet aanraken. GEVAAR Tijdens de inbedrijfstelling controleren: vlamsignaal [hfst. 7.1.1], mengdruk [hfst. 7.1.6]. 1. Functionele volgorde controleren Gaskogelkraan openen.
Pagina 43
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 3. Verbranding instellen Bij het inregelen, de vermogengegevens van de ketelfabrikant en het werkingsgebied van de brander in acht nemen [hfst. 3.4.6]. CO-gehalte van de verbranding controleren en evt. verbrandingswaarde via de luchtklep en/of stuwplaat aanpassen. Daarbij de bepaalde mengdruk in acht nemen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7.3 Drukschakelaars instellen 7.3.1 Gasdrukschakelaar instellen Min. gasdrukschakelaar instellen Het schakelpunt moet bij de inbedrijfstelling getest en evt. aangepast worden. Drukmeter op het meetpunt 1 van de gasdrukschakelaar aansluiten. De brander starten. Gaskogelkraan langzaam sluiten tot ofwel: -gehalte in de rookgassen boven de 7 % stijgt, de vlamstabiliteit merkbaar verslechtert,...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7.3.2 Luchtdrukschakelaar instellen Het schakelpunt moet bij de inbedrijfstelling getest en evt. aangepast worden. Drukmeter voor de verschildrukmeting aansluiten. Brander starten. Over het totale belastingsbereik van de brander een verschildrukmeting uitvoeren en de laagste verschildruk bepalen. Schakelpunt berekenen (80 % van de laagste verschildruk).
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7.4 Afsluitende werkzaamheden Regel- en veiligheidsinrichtingen controleren. Gasdrukmeters verwijderen en meetpunten sluiten. Dichtheidscontrole van de gasarmaturen (vierde testfase) afsluiten [hfst. 7.1.3]. Verbrandingswaarden en instellingen op de inspectiekaart en/of meetrapport invullen. Controleren of de branderregeling op automatisch staat. Gebruiker over de bediening van de installatie instrueren.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7.5 Verbranding controleren Luchtovermaat bepalen Luchtklep(pen) in het overeenkomstige bedrijfspunt langzaam sluiten tot de verbrandingsgrens is bereikt (CO-gehalte ca. 100 ppm). -gehalte meten en documenteren. Luchtfactor (λ) aflezen. Voor een veilige luchtovermaat, luchtfactor verhogen: met 0,15 …...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 7 Inbedrijfstelling 7.6 Gashoeveelheid berekenen Formules Verklaring Voorbeeldwaarden =bedrijfsvolume in m – op de gasmeter gemeten hoeveelheid bij de huidige druk en temperatuur (gashoeveelheid). standaardvolume in [m – volume dat een gas bij 1013 mbar en 0 °C inneemt. omrekeningsfactor –...
De constructief bepaalde levensduur van de componenten staan in het onderhoudsplan vermeld [hfst. 9.2]. Om een regelmatige controle te waarborgen, wordt door Monarch / Weishaupt een onderhoudscontract aanbevolen. Onderstaande onderdelen mogen alleen vervangen worden en dus niet...
Pagina 51
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 9 Onderhoud Na elk onderhoud Levensgevaar door elektrische schok Het aanraken van de ontstekingsunit kan een elektrische schok veroorzaken. Ontstekingsmechanisme tijdens ontstekingsperiode niet aanraken. GEVAAR Gasvoerende componenten op dichtheid controleren. Functionele controle: ontsteking, vlambewaking, gasvoerende componenten (gasaansluitdruk en insteldruk), drukschakelaars, regel- en veiligheidsinrichtingen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 9 Onderhoud 9.3 Menginrichting de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Explosiegevaar door vrijkomend gas Als de afdichting 3 foutief geplaatst is, kan er gas ontsnappen. Na werkzaamheden aan de menginrichting de afdichting op correcte plaatsing, GEVAAR beschadigingen of vervuiling controleren, evt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 9 Onderhoud 9.4 Menginrichting instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. De afstand tussen de stuwplaat en de voorkant van de vlambeker S1 is bij een gemonteerde brander niet te meten. Dit is alleen bij een gedemonteerde menginrichting, indirect met maat Lx, mogelijk.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 9 Onderhoud 9.5 Ionisatie- en ontstekingselektrode instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Menginrichting demonteren [hfst. 9.3]. Schroef 1 losdraaien. Ontstekingselektrode instellen en schroef weer vastdraaien. Schroef 2 losdraaien. Ionisatie-elektrode instellen en schroef weer vastdraaien. 55-96 83058744 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 9 Onderhoud 9.6 Servicepositie Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Indien brander 180° gedraaid gemonteerd, dan is de servicepositie niet mogelijk. Menginrichting demonteren [hfst. 9.3]. Deksel behuizing vasthouden en schroeven 1 verwijderen. Deksel behuizing in servicepositie 2 hangen. 56-96 83058744 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 9 Onderhoud 9.7 Waaier verwijderen en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Deksel behuizing in servicepositie hangen [hfst. 9.6]. Stelschroef 1 verwijderen en waaier eraf trekken. Monteren Waaier in omgekeerde volgorde monteren, daarbij: op de juiste plaatsing op de motoras 2 letten, nieuwe inbusschroef 1 erin draaien, waaier draaien en op vrije beweging controleren.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 9 Onderhoud 9.10 Hoekoverbrenging de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Handverstelling luchtklep demonteren [hfst. 9.9]. Aandrijfstang 3 aan de gasvlinderklep 8 ontkoppelen en verwijderen. Luchtklep opent door veerkracht. Frame 4 verwijderen. Hoekoverbrenging 5 verwijderen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 9 Onderhoud 9.13 Spoel van multiblok vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Bij het vervangen van de magneetspoel op juiste spanning en magneetnummer letten. Schroef 1 losdraaien. Kap 2 verwijderen. Magneetspoel 3 vervangen. 62-96 83058744 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 9 Onderhoud 9.14 Beademingsplug multiblok vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Om te voorkomen dat de ademende opening verstopt raakt, is een beademingsplug met geïntegreerd filter gemonteerd. Beademingsplug 1 vervangen. 63-96 83058744 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 9 Onderhoud 9.15 Filter multiblok de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Bij de de- en montage van het filter ervoor zorgen dat er geen vuil in de klep komt. Demontage Schroeven 4 verwijderen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 9 Onderhoud 9.16 Zekering vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Alle stekkers op de brandermanager eruit trekken. Schroeven aan de brandermanager verwijderen. Verwijder de brandermanager. Zekering (T6,3H, IEC 127-2/5) vervangen. 65-96 83058744 1/2020-01 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 10 Problemen oplossen 10 Problemen oplossen 10.1 Procedure bij storing De brandermanager herkent onregelmatigheden van de brander en geeft deze met de LED-toets weer. De volgende indicaties zijn mogelijk: LED-toets uit [hfst. 10.1.1], LED-toets rood [hfst. 10.1.2], LED-toets knippert [hfst. 10.1.3].
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 10 Problemen oplossen 10.1.2 LED-toets rood Er is een branderstoring. De brander is vergrendeld. Voor het ontgrendelen, de foutcode aflezen, dit vereenvoudigt het zoeken naar de fout. Foutcode aflezen Eerst 5 seconden na het optreden van een fout wordt de fout geanalyseerd en kan deze afgelezen worden.
Pagina 68
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 10 Problemen oplossen Foutcode met vergrendeling De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: Foutcode Fout Oorzaak Oplossing 2 x knipperen geen ontsteking ontstekingselektrode foutief ontstekingselektrode ingesteld instellen [hfst. 9.5]. geen vlam, ontstekingselektrode vuil of ontstekingselektrode einde veiligheidstijd vochtig...
Pagina 69
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 10 Problemen oplossen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: Foutcode Fout Oorzaak Oplossing 4 x knipperen vlamsignaal voor of na in ionisatiestroom aanwezig vreemdlicht herkenning bedrijf zijn vanaf 0,8 µA. vlamsimulatie/ vreemdlicht de oorzaak zoeken en verhelpen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 10 Problemen oplossen 10.1.3 LED-toets knippert Een onregelmatigheid treedt op. De brander is niet vergrendeld. Als de fout verholpen is, verdwijnt de foutcode. Foutcode zonder vergrendeling De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: Foutcode Oorzaak Oplossing...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 10 Problemen oplossen 10.2 Functionele problemen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: Probleem Oorzaak Oplossing slecht startgedrag van de mengdruk te hoog mengdruk in ontstekingspositie brander reduceren. ontstekingselektrode foutief ingesteld ontstekingselektrode instellen [hfst. 9.5].
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 11 Technische documenten 11 Technische documenten 11.1 Aansluitschema Evt. bij speciale uitvoering bijgeleverd aansluitschema in acht nemen. W-FM 05 X3:2 X3:3 X3:12 X3:11 L PE N T1 T2 S3 B4 L1 PE L PE N Motorcondensator Zekering extern (max 16 AB) Temperatuur- of drukbegrenzer...
Pagina 73
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 11 Technische documenten X3:13 X3:13 X3:4 X3:5 X3:6 X5:1 P11.1 N PE L1 L2 1 PE 2 3 Vlamopnemer P11.1 Urenteller (optie) Ontgrendeling op afstand (optie) Ontstekingsunit Dubbele gasklep Externe klep vloeibaar gas Businterface (optie) 73-96 83058744 1/2020-01 La...
5.1.1, tab. 4 aangegeven testgassen gebruikt en de onder punt 5.1.2, tab. 5 genoemde minimale testdrukken bepaald. Aangezien -Weishaupt- gas- en combibranders volledig aan deze eisen voldoen, worden bij de markering van de brander volgens punt 6.2 op de typeplaat van het toestel de toestelcategorie alsook het gebruikte testgas met het toelaatbare aansluitdrukbereik vermeld.
Pagina 76
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 11 Technische documenten Alternatieve toestelcategorie voor I2R Land van bestemming Toestelcategorie Testgas Aansluitdruk mbar AL (Albania) G 20 AT (Austria) G 20 BA (Bosnia) G 20 BE (Belgium) I2E+, I2N, I2E(R)B G 20 + G 25 Drukpaar 20 / 25 BG (Bulgaria)
Pagina 77
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 11 Technische documenten Alternatieve toestelcategorie voor I3R Land van bestemming Toestelcategorie Gassoort Aansluitdruk mbar AL (Albania) I3+, I3P, I3B G 30 + G 31 Drukpaar 28 - 30 / 37 AT (Austria) I3B/P, I3P G 30 + G 31 BA (Bosnia) I3B/P...
Pagina 78
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 11 Technische documenten Alternatieve toestelcategorie voor II2R/3R Land van bestemming Toestelcategorie Gassoort Aansluitdruk Gassoort Aansluitdruk mbar mbar AL (Albania) II2H3+, II2H3P G 20 G 31 AT (Austria) II2H3B/P, II2H3P G 20 G 30 + G 31 BA (Bosnia) II2H3B/P G 20...
Montage- en bedieningsvoorschrift Gasbrander WG10.../1-D LN 12 Ontwerp 12 Ontwerp 12.1 Continuventilatie of naventilatie Brandgevaar door uitval van de brandermotor Tijdens bedrijf met continuventilatie of verlengde naventilatie kan het uitvallen van de brandermotor (bijv. door spanningsuitval of defecte motor) ertoe leiden dat warmteterugstraling of hete rookgassen door het branderhuis terugstromen.
Pagina 96
Het warmtepompengamma biedt oplossingen Van schakelkast tot complete sturing van voor het gebruik van warmte uit de lucht, de gebouwbeheertechniek - bij Weishaupt vindt u grond of het grondwater. Sommige systemen het totale spectrum van de moderne MSR-tech- zijn ook geschikt voor de koeling van niek.