Installeer geen Grundfos
besturingskasten, pompregelaars, Ex-
barrières en het vrije uiteinde van de
voedingskabel in omgevingen met
mogelijk explosiegevaar.
De classificatie van de installatielocatie
moet voldoen aan de lokale regels.
Zorg er bij explosieveilige pompen voor
dat een externe aardgeleider wordt
aangesloten op de externe aardklem van
de pomp via een geleider met een goed
vastgemaakte kabelklem. Maak het
oppervlak van de externe aardgeleider
schoon en monteer de kabelklem.
De dwarsdoorsnede van de aardgeleider
moet ten minste 4 mm
type H07 V2-K (PVT 90 °) geel en groen.
Zorg ervoor dat de aarde verbinding
beschermd is tegen corrosie.
Zorg ervoor dat alle beschermende
apparatuur correct is aangesloten.
Vlotterschakelaars die worden gebruikt in
mogelijk explosiegevaarlijke omgevingen
moeten voor deze toepassing zijn
goedgekeurd. Ze moeten worden
aangesloten op de pompregelaar door een
intrinsiek veilige barrière om een veilig
circuit te waarborgen.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Als de voedingskabel beschadigd is,
dient deze door de fabrikant, haar
serviceagent of door ander
gekwalificeerd personeel te worden
vervangen.
Stel de motorbeveiliging in op de nominale
stroom van de pomp. De nominale stroom
staat vermeld op het typeplaatje.
De voedingsspanning en -frequentie staan vermeld
op het typeplaatje. Voor spanningstolerantie, zie de
paragraaf Technische gegevens. Controleer of de
motor geschikt is voor de voedingsspanning die
aanwezig is op de installatielocatie.
Alle pompen worden geleverd met 10 m kabel en een
vrij kabeluiteinde.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Voorafgaand aan de eerste
inschakeling van de pomp controleert u
de voedingskabel op zichtbare
defecten om kortsluiting te voorkomen.
16
De pomp moet worden aangesloten op één van de
volgende typen regelaars:
•
•
Gebruik in mogelijk explosiegevaarlijke omgevingen
één van de volgende systemen:
•
2
bedragen, zoals
•
Gerelateerde informatie
5.1 Bedradingschema's
Bedradingsschema voor eenfase pompen
Een eventuele vervanging van de
voedingskabel dient te worden uitgevoerd
door Grundfos of een erkend
servicebedrijf.
een besturingseenheid met een motorbeveiliging,
zoals een Grundfos CU 100
een Grundfos LC 231 of LC 241 pompregelaar.
vlotterschakelaars gemaakt voor een Ex-
omgeving en een veiligheidsbarrière in combinatie
met DC, DCD of LC 231 of LC 241.
belvormige niveaumelders in combinatie met de
LC 231 of de LC 241.
In geval van één-fase pompen, moet een
LC 241 of een LC 242 niveauregelaar
worden gebruikt om te voldoen aan de
huishoudelijke normen.
5.1 Bedradingschema's
5.4 Thermische schakelaars
10.4 Elektrische gegevens
PE
L
N
30 µF
450 V
PE
1
2
3
~
1
4
5
6
T2
T1
T3
160˚C
150˚C