Storing
De pomp trilt of maakt buitensporig
veel geluid.
Laag niveau van de motorvloeistof.
Oorzaak
De pomp is gedeeltelijk verstopt
door verontreinigingen.
De draairichting is verkeerd.
De pomp werkt buiten het
opgegeven bedrijfsbereik.
De pomp is defect.
De pomp is niet juist aangesloten
op de autokoppeling.
De pomp caviteert.
De waaier is niet in balans.
Het voetstuk, de automatische
koppeling, de ringstandaard of de
geleidestangen zijn onjuist
geïnstalleerd.
De bovenste mechanische
asafdichting lekt.
Oplossing
Reinig de pomp.
Wissel twee fasen van de motor
om.
Herstel de juiste bedrijfscondities.
Vervang de pomp of neem, indien
noodzakelijk, contact op met een
geautoriseerd service bedrijf.
Pomp het vloeistofniveau in de
put naar beneden. Hijs de pomp
omhoog en plaats deze op de
autokoppeling.
Reinig de inlaatleiding.
Neem contact op met een erkend
servicebedrijf.
Installeer de componenten op
correcte wijze.
Neem contact op met een erkend
servicebedrijf.
33