Bij pompen die zijn uitgerust met een
leischoep dient u ervoor te zorgen dat de
leischoep niet wordt beschadigd bij het
draaien van de waaier.
Na een periode van opslag inspecteert u de pomp
voordat u deze in bedrijf stelt. Zorg ervoor dat
de waaier vrij kan draaien. Let op de staat van
asafdichtingen, O-ringen en kabeldoorvoeren.
3.3 Het product hijsen
GEVAAR
Beknellingsgevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Controleer of de hijsbeugel of de
bouten van het hefoog goed zijn
bevestigd voordat de pomp wordt
opgehesen. Draaimoment: 70 ± 4 Nm.
GEVAAR
Beknellingsgevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Dompelpompen met en zonder
koelmantel en met drukbereik S, H
worden geleverd met een gemonteerd
hijsoog en een extra schakel, die moet
worden gebruikt om de haak en de
ketting op de juiste wijze te bevestigen.
Bij het hijsen van de pomp moet u het
juiste hefpunt gebruiken om de pomp in
balans te houden voor een correcte
opstelling. In de onderstaande tabel wordt
het juiste hefpunt aangegeven.
Opstellingstype Drukbereik Hijsbeugel Hefpunt
S, H
Ondergedompeld
met en zonder
koelmantel
M, L, E
S, H, M, L,
Verticaal, droog
E
Horizontaal,
S, H, M, L,
droog
E
De volgende opstellingstypen moeten worden
gehesen aan de tilgreep:
Zie figuur
met hefoog
hefpunten,
en schakel
verticale
opstelling
Zie figuur
geen
hefpunten,
hijsoog
verticale
opstelling
Zie figuur
geen
hefpunten,
hijsoog
verticale
opstelling
Zie figuur
geen
hefpunten,
hijsoog
horizontale
opstelling
•
dompelbaar zonder koelmantel met drukbereik M,
L en E
•
dompelbaar met koelmantel met drukbereik M, L
en E
•
verticaal, droog.
De volgende opstellingstypen moeten worden
gehesen aan het hefoog met schakel (aan de
achterkant van de tilgreep):
•
dompelbaar zonder koelmantel met drukbereik S
en H
•
dompelbaar met koelmantel met drukbereik S en
H.
Pompen met horizontale, droge installatie kunnen
worden opgehesen aan de hand van een gat in de
flens en het middelste hefpunt.
1
Hefpunten, verticale opstelling
2
11