10. Technical data
10.1 PH-waarde
Pompen in permanente opstelling kunnen met de
volgende pH-waarden te maken krijgen:
Materiaalvari
Installatie
ant
19)
Standaard
Droog en nat
21)
Droog en nat
Q
19)
Gietijzeren waaier, pomphuis en bovenkant van de
motorhuisdeksel.
20)
Voor fluctuerende pH-waarden is het bereik pH 4 t/m 14.
21)
RVS-waaier. Gietijzeren pomphuis en motorhuisdeksel.
10.2 Dichtheid en viscositeit van de
verpompte vloeistof
3
Dichtheid: 1000 kg/m
.
Kinematische viscositeit: 1 mm
Voor het verpompen van vloeistoffen met
een hogere dichtheid en/of kinematische
viscositeit dan de hierboven vermelde
waarden dienen motoren met een
dienovereenkomstig vermogen te worden
gebruikt.
10.3 Debiet
Houd een minimaal debiet aan om afzetting in het
leidingnet te vermijden. Aanbevolen debieten:
•
in verticale leidingen: 0,7 m/s.
•
in horizontale leidingen: 1,0 m/s.
10.4 Omgevingstemperatuur
Voor explosieveilige pompen moet de
omgevingstemperatuur op de
installatielocatie tussen -20 en +40 °C
liggen.
Voor niet-explosieveilige pompen mag de
omgevingstemperatuur gedurende korte periodes
(maximaal 3 minuten) boven de 40 °C stijgen.
10.5 Vloeistoftemperaturen
0 tot +40 °C.
Voor niet-explosieveilige pompen is een hoge
vloeistoftemperatuur van maximaal 60 °C gedurende
korte periodes (maximaal 3 minuten) toegestaan.
Explosieveilige pompen mogen nooit
vloeistoffen verpompen met een
temperatuur hoger dan +40 °C.
34
pH-waarde
20)
6 t/m 14
20)
6 tot 14
2
/s (1 cSt).
10.6 Bedrijfsmodus
De pompen zijn ontworpen voor continu bedrijf.
10.7 Frequentie van in- en uitschakelingen
Het maximale aantal starts per uur bedraagt 20.
10.8 Installatiediepte
Maximaal 20 m onder vloeistofniveau.
10.9 Kogeldoorlaat
Van 35 to 125 mm, afhankelijk van de
pompcapaciteit.
10.10 Beschermingsklasse
IP68.
10.11 Geluidsbelasting
Gebruik gehoorbescherming als er in de
buurt van een dergelijke installatie wordt
gewerkt met een geluidsdruk boven 70
dB(A).
10.12 Motorvloeistof
De motor is in de fabriek gevuld met Grundfos
SML3 motorvloeistof, die vorstbestendig is tot -20 °C.
De motorvloeistof helpt bij het overdragen van de
warmte die wordt gegenereerd door de motor naar
de koelkamer en naar de verpompte vloeistof die aan
de buitenkant langs de pomp stroomt.
10.13 Elektrische gegevens
De voedingsspanning en -frequentie staan vermeld
op het typeplaatje.
De spanningstolerantie aan de motorklemmen moet
binnen ± 10 % van de nominale spanning liggen.
11. Het product afvoeren
Dit product of delen ervan dienen te worden
afgevoerd op een milieuverantwoorde wijze.
1. Maak gebruik van de plaatselijke reinigingsdienst.
2. Als dat niet mogelijk is, neem dan contact op
met een filiaal of servicedienst van Grundfos het
dichtst bij u in de buurt.