5.6. Noodbesturing
Bij een noodsituatie veroorzaakt door een storing in het besturingssysteem of door een ongeval met een operator op
hoogte, is het mogelijk om het werkplatform naar de grond te brengen met behulp van de volgende systemen. Elk van
deze systemen is beschikbaar voor de bediener op de grond, die is getraind in de noodfuncties en die de sleutels van de
machine heeft.
Noodbedieningen vanaf het bedieningspaneel op de grond
5.6.1.
Zie hoofdstuk "Grondbedieningspaneel en bedieningsorganen"
Functie Fabrieksoverschrijving
5.6.2.
Zie hoofdstuk "Grondbedieningspaneel en bedieningsorganen".
Noodhandbedieningen
5.6.3.
Deze functie mag alleen in noodsituaties worden gebruikt, wanneer er geen aandrijfkracht
beschikbaar is.
Bij een storing in het elektrische of hydraulische systeem, voer de volgende noodprocedures uit:
1. Open de rechter afdekking van de draaikrans en identificeer en trek knop A naar buiten, zoals afgebeeld in de
figuur, om de telescopische kolom te laten zakken.
2. Zodra de cilinder voor het heffen van de jib bereikbaar is, trek knop B naar buiten, zoals afgebeeld in de
figuur, om de jib te laten zakken.
Let op: de noodbediening kan op elk moment worden gestopt door de knop los te laten.
Indien nodig, is het mogelijk om de draaibeweging van de draaikrans en het heffen van de telescopische kolom te regelen
met behulp van de handpomp.
1. Open de rechter afdekking van de draaikrans en identificeer het hydraulische blok C aan de basis van de
olietank.
2. Verwijder de bedieningshendel van de handpomp D en plaats deze op de pomp.
3. Activeer de benodigde magneetklep (zie overeenkomst met de hieronder beschreven bewegingen) door de
gekartelde uiteinde 1/4 slag met de klok mee te draaien.
4. Activeer de noodpomp E.
5. Controleer of deze procedure correct wordt uitgevoerd.
Fig. 14
Use and Maintenance Manual - Series V8 E V10 E
Page 47