NO CAN MSG.
22
248
WRONG ZERO
23
252
VERKEERDE NUL
24
220
KEY OFF SHORTED
SLEUTEL UIT
VERKORT
25
224
WAITING FOR NODE
WACHTEN OP
KNOOPPUNT
DRV. SHOR. EV
26
234
AUX BATT. SHORT. Uitvoer elektrische rem niet
27
213
CAN Bus Fout
Interne versterkertrapfout
Commandoselectie sleutel
kortsluiting
Wachten op
communicatie op
CAN-bus
Mogelijke kortsluiting op
solenoïdeklep
correct
Use and Maintenance Manual - Series V8 E V10 E
Controleer of de controllers en boards op de CAN-bus
correct worden gevoed.
Controleer de bedrading van de CAN-busverbindingen
op verschillende apparaten.
Als er geen fouten zijn in de bedrading, kan het interne
transmissiecircuit op de CAN-bus zijn uitgevallen.
Vervang in dat geval de controller of het bord.
Dit type fout heeft geen betrekking op externe
componenten; vervang de controller.
De fout is zeer waarschijnlijk te wijten aan een onderspanning,
daarom is het raadzaam om volgende te controleren:
A) Als er een negatieve puls (onder de drempelspanning)
van het sleutelsignaal is, als gevolg van externe belastingen
zoals het starten van DC/DC-omzetters, relais, contactoren
of het exciteren van de solenoïden.
B) Controleer de verbinding van de voedingskabels met de
batterijklemmen, positief en negatief, naar de lijncontactor
en de controller + Batt en -Batt, die moeten worden
vastgeschroefd met een koppel tussen 5,6 Nm en 8,4 Nm.
C) Als er geen transiënte spanning op de voedingslijn is en
de alarmmelding elke keer wordt weergegeven wanneer de
sleutel wordt geactiveerd, dan ligt de fout waarschijnlijk in
de hardware van de controller, vervang dan de logische kaart.
De controller ontvangt van de CAN het bericht dat een
andere netwerkknoop (controller, CAN-stuurkaart) in
foutcondities verkeert: het is noodzakelijk om te wachten op
de oplossing van de fouttoestand om verder te kunnen gaan.
Probeer het systeem uit en weer aan te zetten.
Als het alarm opnieuw optreedt, controleer dan de
verbindingsbedrading van de verschillende knooppunten
van het CAN-busnetwerk.
Als de bedrading correct is, kunnen de interne logische
circuits van de apparaten mogelijk zijn uitgevallen.
Dit vereist de vervanging van het betreffende apparaat.
Controleer of er een kortsluiting of een lage impedantie is
tussen de negatieve pool van een van de spoelen en -batt.
Controleer in het INSTELLINGENMENU, voor niet
aangesloten uitgangen, of de overeenkomstige parameter
is ingesteld op de waarde AFWEZIG.
Anders kan de drivercircuit beschadigd zijn en moet de
controller worden vervangen.
Het wordt aanbevolen om te controleren of de spoel correct
is aangesloten tussen de pinnen B1 en B5.
Als er geen problemen worden gevonden met de spoel, ligt het
probleem binnenin de controller, die moet worden vervangen.
Page 35