A) Aan/uit-sleutel en bedieningspaneelselector (grond/platform)
B) Noodstopknop
C) Batterij-indicator / Urenteller / Display
D) Lampje voor batterijoplader
E) Hef-/daalhendel telescopische kolom
F) Hef-/daalhendel jib
G) Draaitoren draaihendel
H) Sleutelselector voor nood FACTORY OVERRIDE
L) Geschroefde en verzegelde deur voor nood FACTORY OVERRIDE
Aan-uit sleutel en bedieningspaneelselector (A)
5.2.1.
De aan/uit-sleutel gelegen op het bedieningspaneel op de grond wordt gebruikt om:
▪ Zet de machine AAN door een van de twee bedieningspanelen te selecteren:
- Platformbedieningspaneel ingeschakeld met vergrendelings-sleutelschakelaar ingesteld op platformsymbool.
Stabiele sleutelpositie met mogelijkheid om de sleutel te verwijderen.
- Grondbedieningspaneel ingeschakeld (voor noodsituaties) met vergrendelings-sleutelschakelaar ingesteld op
draaitorensymbool. Positie met actie om te worden vastgehouden. Wanneer de sleutel wordt losgelaten, wordt de
machine uitgeschakeld.
▪ Schakel de besturingscircuits UIT door het naar UIT te draaien.
Noodstopknop (B)
5.2.2.
Door op deze knop te drukken, wordt de machine volledig gestopt; door deze 1/4 slag te draaien (met de klok mee) kan
de machine worden ingeschakeld door middel van de AAN/UIT-sleutel.
Batterij-indicator / Uurmeter / Display (C)
5.2.3.
Deze geeft het laadniveau van de batterij aan
(Batterijlading), de werkuren van de machine
(Urenteller), de foutmeldingen van het controlesysteem
(alarms + alarm LED), eventuele onderhoudsbehoeften
(onderhoudsplan). Het is ook uitgerust met een rood
LED-lampje dat oplicht in geval van alarmen en/of
foutmeldingen.
Batterij-indicator: Als de volledige balk is verlicht,
betekent dit dat de batterij volledig is opgeladen.
Wanneer slechts een segment van de balk is verlicht en
het batterijpictogram knippert, betekent dit dat de
batterijlading het minimumniveau van 20% heeft bereikt.
In deze toestand is het heffen van het platform automatisch uitgeschakeld. De batterij moet onmiddellijk worden
opgeladen. Echter, de batterij moet dagelijks worden opgeladen, hetzij 's nachts of tijdens lange werktijden.
Urenteller: Het systeem is ingesteld om de werkuren van de apparaten op de machine te tellen, om de aangegeven
onderhoudsoperaties uit te voeren. Wanneer de machine AAN staat maar niet beweegt, telt het systeem de werkuren niet.
Tijdens het tellen van de uren knippert het icoon van de urenteller.
Use and Maintenance Manual - Series V8 E V10 E
Fig. 10
Page 33