Advertenties
Weergave meldingen
5.2.3.1.
Elk alarm en/of systeemfoutcodes kunnen worden weergegeven in
de volgende vorm: Voorbeeld van foutcode: 03 A 22
De eerste 2 cijfers hebben betrekking op het betreffende apparaat:
- 03 = MASTER-controller
- 04 = SLAVE-controller
- 08 = kaart op platform CAN STUUR
- 16 = MDI-indicator.
De letter A betekent inderdaad alarm/fout in de context van de gegeven foutcode.
De laatste 2 cijfers specificeren inderdaad het bijzondere type alarm of fout.
Als er meerdere alarmen/fouten zijn, worden ze één voor één weergegeven, in rotatie.
Tabel met codes voor alarmen/fouten:
MDI-code = weergegeven op de indicator
ZAPI-code = weergegeven op de kalibratieconsole, indien verbonden met het systeem.
Voor verschillende diagnostische taken die in de tabel worden beschreven, is het noodzakelijk om de Slimme ZAPI-
console aan te sluiten.
Bericht op smart
Cod.
Cod.
Console
Mdi
Zapi
BATTERY LOW
0
66
BATTERIJ LAAG
DATA ACQUISITION
DATA DOORVOER
0
247
0
249
CHECK UP NEEDED
CONTROLE NODIG
8
8
WATCHDOG
8
231
WATCHDOG#2
STALL ROTOR
11
211
ROTORSTORING
CONTROLLER MISM.
12
239
CONTROLLER STORING
EEPROM KO
13
208
13
209
PARAM RESTORE
LOGIC FAILURE #3
17
17
LOGICA FOUT #3
Omschrijving
Batterij is ontladen <10%
Huidige winstacquisitie
Onderhoudsverzoek alert
Veiligheidslogica fout
Veiligheidslogica fout
Drive rotor geblokkeerd /
encoder signaal niet
ontvangen
software versie incompatibel
met de controller
EEPROM geheugen error
Laden van parameter
instellingen voltooid
Error in logica:
hardware probleem
Use and Maintenance Manual - Series V8 E V10 E
Diagnose / Mogelijke oplossing
Laad de batterij op.
Als dit het probleem niet oplost, gebruik dan een voltmeter om de
batterijspanning te meten en vergelijk deze met de waarde in de
parameter BATTERIJSPANNING. Als ze verschillend zijn, pas
dan de waarde van de parameter BATTERIJSPANNING AAN.
Het alarm eindigt wanneer de acquisitie is voltooid.
Selecteer eenvoudig de optie CONTROLE VOLTOOID
op de waarde AAN nadat het onderhoud is uitgevoerd.
Dit alarm kan worden veroorzaakt door een hardwarefout in
een van de twee (of beide) multivibratoren of door een
probleem met de software-uitvoering.
In beide gevallen is het een fout binnenin de controller die
moet worden vervangen.
Dit alarm kan worden veroorzaakt door een hardwarefout in
een van de twee (of beide) multivibratoren, of door een
probleem met de software-uitvoering.
In beide gevallen is het een fout binnenin de controller, die
moet worden vervangen.
Controleer in het TESTER-menu of tijdens een
aandrijfaanvraag de FREQUENTIE- en ENCODER-
tekenen gelijk zijn en beide verschillend zijn van nul.
Dit type fout heeft geen betrekking op externe componenten,
dus als deze aanwezig is, vervang dan de controller.
Probeer een EEPROM WISSEN-operatie uit te voeren
(raadpleeg de handleiding van de console).
Schakel het systeem uit en weer in. Als het alarm opnieuw
optreedt, vervang dan de controller.
Als het alarm verdwijnt, worden de parameters die zijn opgeslagen
tijdens de kalibratie vervangen door de standaardparameters.
Als er vóór de laatste inschakeling een procedure voor het
WISSEN van EEPROM is uitgevoerd, betekent deze waar-
schuwing dat de EEPROM correct is gewist: een nieuwe opdracht
wist het alarm. Als dit alarm afgaat bij het inschakelen, zonder
enige vorige procedure voor het WISSEN van EEPROM, kan er
een probleem zijn in de controller, die moet worden vervangen.
Dit type fout heeft geen betrekking op externe componenten,
dus als deze aanwezig is, vervang dan de controller.
Page 34
Advertenties
