BRAKE RUN OUT
40
202
REMMEN
VERSLETEN
AUX DRIV.SHRT.
40
254
HULPAANDRIJVING
KORTSLUITING
WRONG BATTERY
41
251
VERKEERDE
BATTERIJ
AUX DRIV.OPEN
42
246
HULPAANDRIJVING
OPEN
43
198
OVERLOAD
OVERBELASTING
44
199
TILT SENSOR
EVP DRIVER OPEN
48
240
EVP BESTUURDER
OPEN
MANY PUMP REQS
49
241
VEEL
POMPVERZOEKEN
EVP DRIV. SHORT.
50
215
EVP BESTUR.
KORTSL.
51
228
TILLER OPEN / HENDEL OPEN
PUMP I=0 EVER
52
52
POMP I=0 OOIT
STBY I HIGH
53
53
STBY I HOOG
Fout in het remcircuit
Mogelijke kortsluiting op de
uitvoer van de elektrische
rem.
Wrong battery than that set
Circuit open on output command
of electric brake
Overload alarm
Tilt alarm
Circuit open op
proportionele
magneetklep.
Gelijktijdige aanvragen
voor pompsnelheid
Kortsluiting op proportionele
magneetklep.
Dodemansknop niet ingedrukt. Bij de volgende opdracht verdwijnt de waarschuwing.
Fout in pomp
terugkoppelstroom
Terugkoppelstroomse
nsor beschadigd.
Use and Maintenance Manual - Series V8 E V10 E
Dit alarm wordt weergegeven als de werking van de
elektrische remmen van de aandrijfmotoren is
afgedwongen vanwege inconsistentie tussen de
aandrijfsnelheidswaarde gedetecteerd door de encoders
en die vereist door de opdracht (bijv.: controleverlies
tijdens het rijden op sterk hellend terrein). Schakel het
systeem uit en weer in. Controleer de staat van de
remmen en vervang ze indien ze te veel versleten zijn.
A) Controleer of er een verlaging of een lage
impedantie is tussen NEB CNA # 4 en -BATT.
B) De drivercircuit is beschadigd in de controller, die
moet worden vervangen.
A) Controleer of de parameterwaarde SET BATTERY van de
controller overeenkomt met de nominale spanning van de batterij.
B) Controleer of voor de parameter TESTER MENU /BATTERY
VOLTAGE dezelfde waarde van de batterijspanning wordt
weergegeven als die gemeten is met een voltmeter. Als dit niet
overeenkomt, voer dan de functie "ADJUST BATTERY" uit.
C) Vervang de batterij.
Vervang de controller.
Controleer of u de toegestane belasting niet hebt
overschreden: als dat het geval is, verwijder dan de
overbelasting en controleer of het alarm verdwijnt.
Als het alarm aanhoudt, open dan het bedieningspaneel
en zorg ervoor dat het overbelastingsbesturingsbord
correct is aangesloten en van stroom is voorzien.
Controleer eventuele alarmberichten op het display van
het overbelastingsbesturingsbord.
Indien nodig, neem contact op met AIRO-technici.
Zorg ervoor dat de grondhelling de limieten niet overschrijdt: als dat
het geval is, verplaats dan naar een vlakke ondergrond en controleer
of het alarm verdwijnt.
Als het alarm actief blijft, zelfs op een vlakke ondergrond, controleer
dan de bedrading van de kantelsensor: als de bedrading correct is,
volg dan de handleiding en voer op een vlakke ondergrond een
nieuwe kalibratie uit van het nulpunt van de kantelsensor;
Als het probleem nog steeds bestaat, probeer dan de kantelsensor te
vervangen.
Controleer alstublieft de EVP spoelimpedantie van de
proportionele magneetklep.
Als de EVP spoelimpedantie in orde is, ligt het
probleem bij de controller, die vervangen moet worden.
Er kan slechts één pompfunctie tegelijk worden
aangevraagd. Breng alle joysticks terug naar de rustpositie
en probeer slechts één opdracht tegelijk uit te voeren.
Controleer of er een lage impedantie of kortsluiting is
tussen de negatieve pool van de spoel en -BATT. Als
dit niet het geval is, kan de drivercircuit beschadigd
zijn en moet de controller worden vervangen.
A) Controleer of er continuïteit is op de motorverbinding.
Als de motorverbinding open is, kan de stroom niet vloeien,
dan mislukt de test en wordt de foutcode weergegeven.
B) Als alles in orde is met betrekking tot de motor, kan het
probleem liggen bij de stroomsensor of in het relevante
circuit.
Dit type fout is niet gerelateerd aan externe componenten,
dus als het aanwezig is, vervang dan de controller.
Page 37