Advertenties
LOGIC FAILURE #1
54
19
LOGISCH FALEN #1
LOGIC FAILURE #2
55
18
LOGISCH FALEN #2
PUMP I NO ZERO
56
217
POMP I GEEN NUL
CAPACITOR
60
60
CONDENSATOR
OPLADEN
THERMIC SENS. KO
61
250
THERMISCHE SENS.
DEFECT
62
62
TH. PROTECTION
THERMISCHE
BESCHERMING
WAIT MOT.P STILL
63
204
WACHT OP
STILSTAND MOTOR
TILLER ERROR
64
238
WACHT OP
STILSTAND MOTOR
65
65
MOTOR
TEMPERAT.
MOTOR
TEMPERATUUR
SENS MOT TEMP KO
67
218
SENSOR MOTOR
TEMPERATUUR DEF
SMART DRIVER
68
222
KO
SMART DRIVER
DEFECT
Fout in logica:
voedingsspanning
onder- of overspanning
Fout in logica: hardware-
probleem
Pomp terugkoppelstroom
buiten het toegestane bereik
Krachtcondensatoren kunnen
niet worden geladen.
Thermische sensor
van controller defect
Werking in thermische
bescherming - controller
oververhit
Wachten op het stoppen van
de pompmotor
Fout in dodemanscircuit
Aandrijfmotor oververhitting
Fout in thermische sensor van
de motor
Positieve uitgang voor
elektrische rem beschadigd
Use and Maintenance Manual - Series V8 E V10 E
Alarm weergegeven bij het opstarten of in stand-by; in deze
gevallen is de fout zeer waarschijnlijk te wijten aan
onderspanning, daarom is het raadzaam om te controleren:
A) Pulsen van de neergaande toetsingangssignaal (onder
de onderspanningdrempel) als gevolg van externe
belastingen, zoals het starten van DC/DC-converters,
relais, contactoren of de excitatie van elektromagneten;
B) Als er geen spanningsfluctuatie op de voedingslijn is en
het alarm telkens aanwezig is bij het inschakelen van het
systeem, is de fout waarschijnlijk te wijten aan de interne
hardware, dan moet de controller worden vervangen.
Dit type fout is niet gerelateerd aan externe componenten,
dus als deze aanwezig is, vervang dan de controller.
Deze fout heeft geen verband met externe componenten,
dus als deze aanwezig is, moet de controller worden vervangen.
A) Een externe belasting absorbeert stroom en voorkomt dat het
vermogenscondensatorcircuit wordt opgeladen. Controleer of er
lampen of DC-DC-converters parallel zijn aangesloten.
B) De laadweerstand is open. Plaats een vermogensweerstand
tussen de contacten van de lijncontacteur:
Als het alarm verdwijnt, betekent dit dat de weerstand binnenin
de controller beschadigd is.
C) Het laadcircuit binnenin de controller is defect.
D) Het voedingsgedeelte van de controller heeft een probleem.
Deze fout heeft geen verband met externe componenten,
dus als deze aanwezig is, vervang dan de controller.
Verbeter de koeling van de controller.
Als het alarm wordt weergegeven wanneer de controller
koud is, zijn mogelijke oorzaken een defect in de
thermische sensor of in het logische bord. In het laatste
geval moet de controller worden vervangen.
Als de motor die op -P is aangesloten nog draait, wacht
dan tot deze volledig is gestopt. Anders zal binnen 30
seconden het alarm "POMP VMN NIET OK"
verschijnen. Raadpleeg het item "POMP VMN NIET
OK".
Controleer de bedrading van CAN #1 en CAN #29 met een
voltmeter. Als de status van deze ingangen juist is, kan er een
probleem zijn in de controller, die moet worden vervangen.
Controleer de uitlezing van de thermische sensor binnen
in de motor (door de waarde van de parameter MOTOR
TEMPERATUUR in het MOTOR-menu te lezen in het
TESTER-menu); controleer de ohmse waarde van de sensor
en de bedrading.
Als de sensor correct werkt, verbeter dan de luchtkoeling
van de motor.
Als het alarm wordt weergegeven wanneer de motor koud is, ligt
het probleem binnenin de controller, die moet worden vervangen.
Controleer de juiste aansluiting van de
temperatuursensor van de motor. Als de huidige sensor
correct is aangesloten, probeer deze dan te vervangen.
Als het probleem aanhoudt, probeer dan de controller
te vervangen.
A) Het wordt aanbevolen om de bedrading te controleren
om na te gaan of de Smart driver-uitgang, CNB #1, is
kortgesloten met -Batt.
B) Als de uitgang, zelfs na het loskoppelen van de draad van
de connectorpin, op een lage spanning blijft, ligt het probleem
binnenin de controller en kan de Smart Driver beschadigd zijn.
De controller moet worden vervangen.
Page 38
Advertenties
