18 Progress
8. Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
Als u ze gereinigd hebt, monteer dan de
glasplaat en de ovendeur. Voer
bovenstaande stappen in omgekeerde
volgorde uit.
De bedrukte zone moet naar de binnenkant
van de deur gericht zijn. Zorg ervoor dat het
oppervlak van de glasplaat op de bedrukte
zijde na de installatie niet ruw aanvoelt.
Zorg ervoor dat u de interne glasplaat
correct in de uitsparingen plaatst.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Wat moet u doen als...
Probleem
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
Het lampje brandt niet.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het lampje vervangen
Leg een doek op de bodem van de
binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt
schade aan het afdekglas en de
ovenruimte.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300 °C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
Mogelijke oorzaak
De oven is uitgeschakeld.
De zekering is doorgeslagen.
Het lampje is stuk.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
WAARSCHUWING! Gevaar
voor elektrocutie! Maak de
zekering los voordat u de lamp
vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
Oplossing
Schakel de oven in.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Vervang het lampje.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.