4.6.
Verrichtingen van smeren en onderhoud
Na 20 uur van bedrijf of dagelijks
4.6.7.
Controle van de hoeveelheid
brandstof
•
Controleer de hoeveelheid van de brandstof in de
brandstofmeter, in geval dat er onvoldoende brand-
stof is vul deze bij. Maak de dop van de tank en de
gietmond schoon. Vul het vat alleen tot de onderrand
van de pijp van de gietmond.
AANTEKENING:
De brandstoftank voldoet gemmideld voor cca 20÷30 uur
van het bedrijf afhankelijk
machine en de wijze van het rijden. Bij het aangaan van
het controlelicht in de brandstofmeter is in de tank nog cca
16 l (3,5 gal US) brandstof, d.w.z. 1÷2 uur van het bedrijf.
Rook bij het werk niet en gebruik geen
open vuur.
! ATTENTIE !
Maak het vat niet helemaal leeg. Bij volledig
leegmaken dient de bewerkelijke ontluchting te
worden uitgevoerd van het gehele brandstofsyste-
em.
Vul geen brandstof bij als de motor loopt.
Gebruik uitsluitend schone aanbevolen brandstof
volgens het hoofdstuk 4.2.2.
Vul geen brandstof bij in gesloten ruimtes.
96
van de belasting van de
Na 20 uur van bedrijf of dagelijks
4.6.8.
Aanvullen van het vat door sproeien
•
Vul na het openen van de dop met schoon water.
AP 240