BEDIENERS
Controlelichten actieve werkplaats (13)
Beide controlelichten zijn uit - start is mogelijk
Na het draaien met het sleuteltje in de schakelkast in de
positie "1" brandt het controlelicht van neutraal en bran-
den de controlelichten niet (13). Beide bedieners van de
rit zijn in de positie "N".
Controlelicht is aan - de plaats van de bestuurder is
geactiveerd
Na het starten van de motor gaat na het instellen van de
bediener in "F" of "R" op de linker of de rechter plaats van
de bestuurder het controlelicht (13) branden en tevens
gaat het controlelicht van het neutraal uit.
ATTENTIE!
Wanneer er niet door middel van de parkeerrem
geremd is, zal de machine na het inschakelen van
snelheid gaan rijden.
Beide controlelichten knipperen - nelze startovat
Na het draaien met het sleuteltje in de schakelkast (17)
in de positie "1" knipperen beide controlelichten (13) en
brandt niet het controlelicht van het neutraa, omdat de
een of de beide bedieners niet in de positie "N" zijn.
Drukknop noodrem (14)
Dient voor de onmiddelijke stopzetting van de machine in
geval van nood (de machine staat stil en de motor gaat uit).
Schakelaar voor sproeien (15)
Door het draaien van de schakelaar links wordt de tank
permanent in werking gezet - de banden worden perma-
nent besproeit.
Door het draaien van de schakelaar in eeb van de vier
posities rechts is het interval van het sproeien instellen.
Positie I
sproeien 10 s
Positie II
sproeien 10 s
PositieiIII
sproeien 10 s
Positie IV
sproeien 10 s
Het controlelicht van het sproeien brandt alleen wanneer
de pomp aan is.
Zekeringskast (16)
Houdt de zekeringen van deze apparaten in:
F1 (5A) - verlichting apparatuur, linker omtreklicht
voor, linker eindlicht
F2 (5A) - rechter omtreklicht voor, rechter eindlicht
F3 (15A) -
koplampen voor + controlelicht
F4 (15A) -
koplampen achter + controlelicht
F5 (20A) - waarschuwingslamp, verlichting cabine,
remlichten, richtinglichten, stopcontact mon-
tagelamp
AP 240
uitstel 10 s
uitstel 15 s
uitstel 22 s
uitstel 33 s
F6 (5A) - bediener rit, controlelicht stuuractivering,
electromagneten rit naar voor - naar achter
F7 (5A) - controlelicht afsluiter differencieel, contro-
lelicht smeren motor, controlelicht remsto-
ring, parkeerem, controlelicht verstopte
luchtfilter, motortemperatuur, koppelingtem-
peratuur, brandstofmeter, drukmeter sme-
ren koppeling
F8 (15A) - ruitewissers, sproeiers
F9 (10A) - sproeien
F10 (25A) - ventilator
F11 (10A) - electromagnetische koppeling van de com-
pressor van de airconditioning
F12 (7,5A) - relé, stop motor, noodrem, schakelaar van
de sluiter van het differentieel
Schakelkast (17)
Deze heeft drie posities 0-1-2. In de positie "0" zijn de
apparten aangesloten van de zekeringen 1-5 d.w.z. de
verlichting van de machine en de stopcontact van de
montagelamp. In de positie "1" zijn de andere apparaten
aangesloten. De verende positie "2" dient voor het starten
van de motor. Het sleuteltje kan alleen in de positie "0"
worden uitgenomen.
AANTEKENING
Bescherm bij de uitvoering van de machine zonder cabi-
ne de schakelkast na het uitnemen van de sleutel door het
dichtklappen van de deksel van de schakelkast en door
de beschermende afdekking.
Bediener vulling luchtbanden (18)
Dient voor het bijvullen van ee lucht in de banden.
Bediener uitlatenlopen luchtbanden (19)
Dient voor het ontluchten van de banden.
De drukwaarde van de lucht in de banden wordt aange-
geven door de drukmeter (9).
ATTENTIE!
Schakel niet tegelijkertijd beide ventielen in de
positie "I"!
Ontkoppelaar accu (20)
Ontkoppelt het minuspool van de accu van het raamwerk.
ATTENTIE!
bij de beëindiging van werkzaamheden dient U de
accu altijd te ontkoppelen met behulp van de
ontkoppelaar!
BEDRIJFSHANDBOEK
45