4.6.
Verrichtingen van smeren en onderhoud
Onderhoud naar behoefte
4.6.43. Ontluchting van het brandstofsysteem
Ontluchting van het brandstofsysteem wordt uitgevo-
erd voor de eerste start bij:
-
het niet vullen van de brandstoffilters met brandstof-
verwisseling van de filters
-
verwisseling van de brandstofpomp
-
verwisseling van de hogedruk- pijpleiding, inspuiter
-
langdurig wegzetten van de machine
-
opmaken van brandstof.
Ontluchting van de lagedruk-pijpleiding en van de fil-
ters:
•
Maak de ontluchtingsschroef op de brandstoffilter los.
•
Pomp door middel van de aanreikpomp totdat er scho-
ne brandstof uitkomt zonder luchtbellen.
•
Trek de ontluchtingsschroef aan. Aandraaimoment is
9 Nm (7 ftlb).
140
Onderhoud naar behoefte
Ontluchting van de hogedruk-pijpleiding en van de in-
spuiters:
•
Wanneer U de voorgaande verrichtingen hebt gedaan
en de motor starte niet, voer de ontluchting van de
hogedruk- pijpleiding uit.
•
Plaats het sleuteltje op de schakelkast in de positie "1"
, zodat het electromagnetische ventiel "Stop" van de
motor onder stroom komt.
•
Voer de ontluchting uit door het losmaken van één of
meer moeren op de inspuiters en door het doordraa-
ien van de motor wordt de lucht uit de hogedruk -
pijpleiding geperst.
•
Ontlucht zolang totdat de motorloop regelmatig is.
•
Draai de losgemaakte bindingen aan tot het aandraai-
moment van 38 Nm.
Wanneer U voor het ontluchten van de
starter van de motor gebruikt, start niet
langer dan 30 seconden. Wacht 2 minu-
ten tussen de starten. Bij het ontluchten
kan een motor gestart worden, kom om
die reden de veiligheidsmaatregelen na.
De druk van de brandstof in de ho-
gedruk-pijpleiding is groot en kan de
beschadiging van huid en ernstige ver-
wondingen tot gevolg hebben.
Voer het onluchten niet uit op de hete
motor, de brandstof kan op de hete
uitlaatleiding vloeien en brand veroor-
zaken.
Rook niet!
Vang de ontsnappende brandstof op!
AP 240