2.1.
Belangrijkste beveiligingsmaatregelen
2.1.1.
Beveiligingmaatregelen tijdens de
loop van de machine
De veiligheidsmaatregelen die in de afzonderlijke hoofd-
stukken van de technische documentatie die met de
machine geleverd wordt besproken worden dienen te
worden aangevuld met de veiligheidsmaatregelen die in
het betreffende land gelden voor het gebruik van de
machine op de werkplaats met inachtneming van de
organisatie van het werk, werkprocessen en het persone-
el.
AP 240
2.1.1.1. Aanvang compacterende werken
De leverancier van de bouwwerken (machineexploitant)
is verplicht om instructies uit te geven voor de bestuurder
en het onderhoud, die de eisen voor de werkveiligheid
tijdens het bedrijf van de machine inhouden.
•
Deze moet verifiëren en aanmerken:
-
leiding van de ingenieringswerken
-
ondergrondse ruimtes (richting, diepte)
-
doorlaten of uitstorting van de schadelijke stoffen
-
draagvermogen van het terrein, helling van de
rijvlakte
-
andere obstakels inclusief de verwijdering daar-
van
Deze stand moet bekend zijn aan de bestuurder van
ee machine, die de grondwerken gaat uitvoeren.
•
Deze moet de technologische processen vaststellen
waarvan de werkprocedure voor de gegeven werkac-
tiviteit onderdeel vormt, waarin o.a. is opgenomen:
-
de maatregelen voor de werken onder buiten-
gewone omstandigheden (werken in bescherme-
de zones, onder extreme hellingen e.d.)
-
de maatregelen voor het geval van dreiging van
natuurrampen
-
de eisen voor de uitvoering van werken bij de
naleving van de beginselen voor werkveiligheid
-
de technische en organisatorische maatregelen
voor de veiligheid van de medewerkers, de werk-
plaats en de omgeving.
De bestuurder van de machine moet aantoonbaar
kennis nemen van de technologische processen!
BEDRIJFSHANDBOEK
27