4.2.7.
Remvloeistof
Het vloeistof voldoet aan de internationale specificaties
ISO 4925, SAE J 1703 f, DOT 3 en is niet bestemd voor de
arctische omstandigheden. Dit is te mengen met de rem-
vloeistoffen van alle merken, die aan deze specificaties
voldoen. Het remvloeistof is bestemd voor de remsyste-
men die werken bij de omgevingstemperaturen vanaf –50
°C (–58 °F) tot 60 °C (140 °F) en bij de bedrijfstemperatuur
vanaf –50 °C (–58 °F) tot 205 °C (400 °F).
AANTEKENING: Het remsysteem is door de producent
gevuld met het remvloeistof Syntol HD 205. Voor het
remsysteem kan ook een remvloeistof gebruikt worde die
voldoet aan de internationale klassificatie DOT 4 (Syntol
HD 260)
4.2.8.
Smeervet
Voor het smeren van de machine dient U de plastische
smeersels met inhoud van lithium gebruikt worden vol-
gens:
ISO 6743/9 CCEB2
DIN 51502 KP2K-30
(Mogul LA 2, Mobilplex EP-1, Retinax A, Alvania,
Grease No 3 e.d.).
AP 240
ONDERHOUDS- HANDLEIDING
4.2.9.
Vloeistof in de ruitensproeiers
Als de vulling van het sproeiersvat voor de ruiten kan het
schoon water gebruikt worden tot de temperatuur van 0 °C
(32 °F). Wij bevelen het water aan met de afwasmiddel die
vriesbestendig is en bestemd is voor het wassen van de
ruiten van de motorvoertuige en dat in verhouding tot de
inzet van de machine - In Tsjechië is het de Glacidet K.
! ATTENTIE !
Vul in geval van gevaar van de temperatuurdaling
onder de 0 °C (32 °F) het vriesbestendige middel
in, of laat de water eruit!
85